Bert Gabriëls
‘Onbeholpen zitten wachten op de regeringsvorming is het stomste wat je als verkozene kan doen’
‘Een derde van de burgers herkent zich dus niet in zijn eigen vertegenwoordiging. Dat los je niet op met een extra maatregel of een nieuw balonnetje’, schrijft Bert Gabriëls na de verkiezingen van 26 mei.
Onze zwarte zondagen in Vlaanderen zijn een beetje zoals de financiële crisis: niemand ziet ze komen, maar zodra ze er zijn, heeft iedereen een doos vol verklaringen en remedies, die vervolgens terug netjes in een hoekje wordt gezet. Op zich hoeft de uitslag van de verkiezingen niet te verbazen: het aandeel migratiesceptici in Vlaanderen ligt wellicht even hoog als op het gemiddelde familiefeest.
De parallel met het jaar 2000 kunnen we vandaag wel maken. Ook toen was er ook een vluchtelingencrisis, als gevolg van de oorlog in Bosnië, en vier jaar nadien zagen we een gelijkaardige doorbraak van het Vlaams Belang, die maakte dat Yves Leterme (CD&V) hen uitnodigde voor de regeringsonderhandelingen. Zonder succes overigens. De N-VA nam nadien de retoriek van een migratiestop over, kon zo eerst meeregeren op Vlaams niveau, en mocht uiteindelijk in 2014 beginnen aan het federale werk.
Onbeholpen zitten wachten op de regeringsvorming is het stomste wat je als verkozene kan doen.
Vandaag lijkt het er voor de partij op dat het beleid van Theo Francken niet het verhoopte resultaat heeft opgeleverd. Volgens N-VA lag dat aan de vluchtelingencrisis, en dat klopt ook. De staatssecretaris had het er ongetwijfeld prima van af kunnen brengen als er gewoon wat minder vluchtelingen waren gekomen.
Feit is dat zowel qua immigratie als qua uitwijzingen de cijfers tijdens de afgelopen regeerperiodes op hetzelfde niveau blijven hangen. Al kan je niet zeggen dat er geen ontmoedigingsbeleid gevoerd is: sinds 2015 maakt men bijvoorbeeld gebruik van het systeem om asielzoekers niet meteen op te vangen, maar terug de stad in te sturen met een code die ze elke avond op de website van de Dienst Vreemdelingenzaken moeten checken, om te zien of ze mogen langslopen. Dat kan een paar dagen duren, of een paar weken. En ondertussen moeten ze dus in de buurt blijven rondhangen, liefst op een plek met goeie wifi. Het haalt de asielcijfers een beetje omlaag, maar als je transmigranten uit het park wil houden is dat niet de beste techniek.
Het is natuurlijk niet omdat de rechtse recepten niet werken dat de linkse dat wel doen. Maar er is me wel iets opgevallen aan de verkiezingen, dat een ander licht kan werpen op de zaak. Wie per ongeluk in de debatten terechtkwam bij het zappen, moet de indruk gehad hebben dat er verkiezingen gehouden werden voor de regering, op basis van hun beleidsbeloftes. Nochtans staat er ergens in de Grondwet dat we daar helemaal niet over kunnen stemmen.
Eigenlijk verkiezen we een parlement, en dat voert geen beleid, maar stelt vast welke regels van algemeen belang zijn. In die ideale wereld zouden ex-ministers in een verkiezingsdebat dus helemaal niet aan het woord komen met hun ideeën voor een beter beleid. Zij zijn tijdens de verkiezingen eigenlijk even niet aan de beurt. Het gaat om het kiezen van volksvertegenwoordigers, mensen die jouw visie delen en je zo kunnen vertegenwoordigen. Die functie heeft het parlement wettelijk nog, maar ze voert ze niet uit. Ze moet het volledige volk vertegenwoordigen, en het volk moet dat kunnen zien.
Een kwart van de kiezers heeft tegen het politieke establishment gestemd. En dan zijn er nog 12% blanco stemmers, die eigenlijk stemmen tegen het stemmen zelf. Een derde van de burgers herkent zich dus niet in zijn eigen vertegenwoordiging. Dat los je niet op met een extra maatregel of een nieuw ballonnetje.
Terug naar het migratiebeleid. Wat migratie betreft, zou het parlement eigenlijk moeten vaststellen welk migratiebeleid het algemeen belang dient. Daarvoor moet het eerst zicht hebben op de feiten, en uitzoeken welke vormen van migratie noodzakelijk zijn of verzoenbaar zijn met het algemeen belang. Dat betekent dus per definitie het belang van zowel de samenleving als de migrant. En het gaat over de volledige impact van migratie, positief en negatief.
Wat die feiten betreft, is het bijvoorbeeld nuttig om te weten waarom de nadruk ligt op de instroom van 60.000 vluchtelingen op vier jaar, en er tegelijkertijd gezwegen wordt over de 200.000 gedetacheerden die alleen al vorig jaar over de vloer kwamen. Ofwel verzwijgt men daarmee een andere ramp, ofwel negeert men dat er ook blijkbaar een succesvolle massamigratie mogelijk is. In beide gevallen helpt het ons inzicht niet veel verder.
Nu de partijbonzen toch even bezig zijn met de postjes, zou het parlement die feiten allemaal eens op een rij kunnen zetten, en voor zichzelf, zonder invloed van partijprogramma’s, uitmaken wat voor hen allemaal samen op lange termijn de definitie zou zijn van migratie in het algemeen belang.
Zonder die stap kan het parlement niet ernstig aan zijn grondwettelijke taak beginnen. En dat werk kan nu perfect gebeuren. Nu onbeholpen zitten wachten op de regeringsvorming is eigenlijk het stomste dat je als verkozene kan doen.
Een kwart van onze burgers ging maandagochtend naar school of werk met het gevoel dat ze niet gewenst zijn. Vanwege hun kleur, hun afkomst, hun accent. Het is de taak van het nieuwe parlement om iedereen duidelijk te maken dat dat gevoel onterecht is.
Onze vertegenwoordigers zijn die tekst niet alleen verschuldigd aan de onzekere blanke burger, maar aan iedereen. Een kwart van onze burgers ging maandagochtend naar school of werk met het gevoel dat ze niet gewenst zijn. Vanwege hun kleur, hun afkomst, hun accent. Het is de taak van het nieuwe parlement om iedereen duidelijk te maken dat dat gevoel onterecht is. Dat noch onze economie noch onze Vlaamse cultuur er bij gebaat zijn dat je hier als mens niet jezelf mag zijn. Een verkozene die dat niet aankan, moet zelf maar eerst even langs de inburgering. Voor de vertegenwoordigers die vinden dat onze minderheden niet vies mogen zijn van handen schudden, reik ze verdomme dan ook zelf eens de hand.
Veel meer dan een paar maatregelen aan te kondigen die het verschil niet gaan maken, zou zo’n visie in ieder geval aan de burgers de kans geven om te zien of hij zich vertegenwoordigd weet. Dat lijkt in deze toch al een stapje vooruit.
‘Was ik wetgever, dan zou ik mijn tijd niet verliezen met te zeggen wat gedaan moet worden, ik zou het doen, of ik zou mijn mond houden.’ Advies uit 1762 is dat, van de filosoof Jean Jacques Rousseau, in een zeldzame lollige bui. Er is nog steeds geen tijd te verliezen.
Bert Gabriëls brengt eind juni een conférence over de regeringsvorming. Alle info is te vinden op http://www.bertgabriels.be p>
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier