Nieuwe topman Philippe Boucké zet ADIV op scherp: ‘Willen ook offensieve cyberoperaties opzetten’
De dure supersoftware waarin onze veiligheidsdiensten investeerden na de terreuraanslagen in Zaventem en Maalbeek voldoet niet aan de verwachtingen, bevestigt Philippe Boucké in zijn allereerste interview als topman van de militaire inlichtingendienst ADIV. Een gesprek over de impact van de coronacrisis, rechts-extremisme in het leger en Russische en Chinese spionage.
De militaire inlichtingendienst ADIV (Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid) heeft woelige jaren achter de rug. Niet alleen formuleerde zijn controleorgaan Comité I een hele waslijst tekortkomingen – van gebrekkige informatiedoorstroming tot gammele IT-infrastructuur – ook intern waren er spanningen tussen en binnen verschillende afdelingen. Inclusief verdachtmakingen, schorsingen en klachten bij het parket. Met de hervorming van de ADIV in januari 2020 bereikten de perikelen een hoogtepunt. Enkele hooggeplaatste inlichtingenofficieren én oudgedienden verzetten zich met hand en tand tegen de nieuwe structuur van de dienst. Ze vreesden dat militairen die over de schreef gaan al te makkelijk ontzien zouden worden als aan het hoofd van de afdeling contra-inlichtingen geen burger zou staan.
Toch lagen de kaarten niet al te ongunstig voor generaal-majoor Philippe Boucké toen hij in september 2020 aantrad als nieuwe chef van de ADIV. De hervorming – het werk van zijn voorganger Claude Van de Voorde – was immers al in gang gezet. En vooral: de regering-De Croo en minister van Defensie Ludivine Dedonder (PS) kondigden investeringen aan in de inlichtingendiensten én in cyberbeveiliging.
De ADIV volgt een dertigtal militairen van zeer nabij op vanwege hun sympathieën voor of duidelijke banden met extreemrechtse groeperingen.
Uw voorganger, Claude Van de Voorde, kreeg bij zijn aantreden een potje honing cadeau: ‘U bent in een wespennest terechtgekomen.’
Philippe Boucké:( lacht) Honing heb ik niet gekregen, maar ik ben dan ook niet in een wespennest beland. De voorbije vijf maanden heb ik gesprekken gevoerd met medewerkers van alle afdelingen. Overal ontmoette ik gemotiveerde en enthousiaste mensen. Wat mij betreft zijn de interne conflicten achter de rug. Ik kijk niet om naar het verleden maar richt mijn blik op de toekomst. Nu al blijkt dat de nieuwe structuur haar vruchten afwerpt. Onze inlichtingenrapporten zijn beter dan vroeger; ze bevatten nu informatie zowel over inlichtingenwerk als over contraspionage. Het zenuwcentrum van onze nieuwe structuur is het Defence Intelligence and Security Command and Control Center (DISCC). Het is het belangrijkste in-en-uitpunt van de dienst en is 24 uur per dag, 7 dagen per week operationeel.
Wat zijn de grootste uitdagingen waar de ADIV voor staat?
Boucké: We hebben een personeelstekort van iets minder dan 20 procent, maar we zijn dat gat stilaan aan het dichtrijden. Daarnaast is een cultuuromslag nodig. De voorbije jaren hebben we véél jongeren gerekruteerd. Dat is een andere generatie, en dus is het aan ons – de mensen met meer ervaring – om ons aan te passen. Ook de digitalisering is een uitdaging. Eind 2020 hebben we beslist om ons in te schakelen in het digitaliseringsproject van de Staatsveiligheid (dat geleid wordt door de vzw Smals van de omnipresente topambtenaar Frank Robben, nvdr). En daarnaast heeft de ADIV een betere infrastructuur nodig. Een correcte werkomgeving is toch het minste wat we ons personeel moeten kunnen aanbieden.
Samen met de politie en de Staatsveiligheid kocht de ADIV in 2017 een dure zoekmachine om het internet af te speuren. De eerste resultaten vielen dik tegen. Hoe gaat het nu?
Boucké:Midden februari zijn de drie diensten en hun bevoegde kabinetten samen overeengekomen om het contract met de Nederlandse softwareontwikkelaar Bavak stop te zetten. De zoekrobot die het bedrijf had ontwikkeld voldeed niet aan onze verwachtingen.
Het spul kostte miljoenen euro. Weggegooid geld?
Boucké:Gezien we aan het einde van de rit niet het product kregen dat we wensten, is dit zeker géén goede investering geweest. Dat klopt. We hebben 11 miljoen euro betaald in investeringen en ongeveer 5 miljoen euro in werkingskosten. Het gaat dus om een bedrag van 16 miljoen euro voor de drie diensten samen, waarvan 5 miljoen euro kan gerecupereerd worden via de hardware.
Uw Nederlandse tegenhanger, de MIVD, waarschuwde vorige week voor een acute bedreiging van de Nederlandse economie door Chinese en Russische hackers.
Boucké:Alle Europese landen stellen die bedreiging vast. Ook de ADIV merkt dat China en Rusland hier actief zijn via cyberspionage. China is vooral gefocust op onze hoogtechnologische bedrijven, bedrijven actief in onderzoek en ontwikkeling, en bedrijven met technologie die zowel voor burgerlijke als voor militaire doeleinden kan worden ingezet. Rusland focust op de defensie-industrie maar kijkt ook naar onze ministeries en overheidsinstellingen. Rusland wil opnieuw erkend worden als wereldmacht. Verder weten we dat ook een land als Iran heel goede cybercapaciteiten heeft.
Zijn er nog intrusiepogingen geweest tegen de ADIV zelf? In 2013 moest de ADIV zelfs de hulp van de Amerikaanse NSA inroepen.
Boucké:Vandaag kunnen wij die aanvallen zelf afslaan. Onze beschermingssystemen zijn véél beter geworden. In 2015 is onze directie Cyber opgericht, die sindsdien alleen maar is gegroeid. Het is ook een prioriteit voor minister van Defensie Ludivine Dedonder om die directie serieus te versterken. Op termijn gaan we misschien zelfs groeien naar een heuse cybercomponent (naast de lucht-, land-, marine- en medische component, nvdr).
Wat extreemlinks betreft, staat momenteel geen enkele Belgische militair op onze radar.
Voert de ADIV ook offensieve cyberoperaties uit?
Boucké:Nog niet, we werken enkel defensief. Maar het is geen geheim dat het onze ambitie is om op termijn ook offensief in actie te treden.
Kan uw personeel telewerken in deze coronatijden?
Boucké:Dat is heel moeilijk, aangezien veel medewerkers moeten werken op een beveiligd systeem dat van thuis uit niet toegankelijk is. In het begin van de coronacrisis heeft dat geleid tot een daling in de productiviteit. Maar intussen hebben we ons zo georganiseerd dat we die achterstand hebben ingehaald. We werken onder meer met een toerbeurtsysteem. En het plan is om op termijn ook van thuis uit op beveiligde netwerken te kunnen werken. Al kan dat nog jaren duren.
Maakt corona het voor buitenlandse inlichtingendiensten moeilijker om hier te spioneren?
Boucké:China en Rusland zijn het meest actief op ons grondgebied. Niet alleen via cyberspionage maar ook via het klassieke inlichtingenwerk: links en rechts contacten leggen en proberen te infiltreren. We stelden tijdens de coronapieken inderdaad een verminderde activiteit van beide diensten vast. Al zijn de Russen nog altijd vrij actief gebleven. En nee, meer details kan ik daarover niet kwijt.
Merkte de ADIV ook een toegenomen activiteit van Iran in de periode dat de Iraanse diplomaat Assadollah Assadi voor de Antwerpse rechtbank terechtstond voor terrorisme?
Boucké:Wij weten van onze collega’s van de Staatsveiligheid dat er een toegenomen activiteit is geweest. Zelf werken wij vooral rond strategische inlichtingen over Iran zelf: hoe is het land aan het evolueren?
De Staatsveiligheid waarschuwt in zijn recente jaarrapporten voor de dreiging uit extreemrechtse hoek. Stelt u die ook vast?
Boucké:Ja, ons platform over niet-religieus extremisme werkt heel nauw samen met de Staatsveiligheid. Zelf focussen we ons voornamelijk op extremisme binnen Defensie. Wat extreemlinks betreft, staat momenteel geen enkele Belgische militair op onze radar. Maar in verband met extreemrechts volgt de ADIV een dertigtal militairen van zeer nabij op, vanwege hun sympathieën voor of duidelijke banden met extreemrechtse groeperingen. Binnen het leger is het fenomeen wel vrij stabiel. We monitoren het nauwgezet, met diverse middelen, overal in België. Doordat we in het begin van de jaren 2000 het netwerk van Bloed, Bodem, Eer en Trouw (BBET) binnen het Belgische leger mee hebben ontmanteld, weet iedereen ook dat we dat fenomeen goed opvolgen. De militairen beseffen waarschijnlijk dat ze in de gaten worden gehouden.
Volgt de ADIV ook QAnon op, de beweging van complotdenkers die in het kielzog van Donald Trump opgang maakte?
Boucké:Ja, QAnon volgen we op. Momenteel is die beweging zéér zwak binnen Defensie. Het gaat om niet meer dan enkelingen die bepaalde sympathieën hebben voor QAnon.
Hoe verloopt de screening van nieuwe rekruten voor Defensie?
Boucké:Daarbij stoten we voornamelijk op de problematiek van verslavende middelen. Nogal wat kandidaten hebben een drugsprobleem. Zij komen het leger niet binnen, want tegen drugs voeren we een nultolerantiebeleid.
Hoe groot is de terreurdreiging in België anno 2021?
Boucké:Het Orgaan voor de Coördinatie en Analyse van de Dreiging (OCAD) heeft het algemene dreigingsniveau op twee gezet (de dreiging is afgenomen en een aanslag is minder waarschijnlijk, nvdr). Op basis van de info die wij aan het OCAD hebben doorgegeven, vind ik dat een correcte inschatting. Er is op dit ogenblik géén dreiging meer van een grootschalige terroristische aanval, zoals we die in maart 2016 gekend hebben. Er is veeleer een dreiging van lone wolves: die vormen nog altijd een potentieel gevaar. En dan heb ik het niet alleen over eenzame wolven uit radicale religieuze milieus, maar ook uit extreemrechtse kringen.
Nogal wat kandidaten hebben een drugsprobleem. Zij komen het leger niet binnen, want tegen drugs voeren we een nultolerantiebeleid.
Merkt u binnen extreemrechts een internationalisering op van contacten?
Boucké:Ja, zeker in de grensstreken met Frankrijk zijn er internationale contacten en connecties met groeperingen die extreemrechts gedachtegoed aanhangen.
Moet België zijn Syriëstrijders terughalen uit kampen in Syrië om ze hier te berechten?
Boucké:Dat is een politieke beslissing. Onze rol als inlichtingendienst is politici informeren over de situatie in de kampen. Op dit moment is de situatie daar stabiel. Maar we beseffen goed dat ze plots kan ontvlammen.
Belgische kinderen groeiden op in het Kalifaat en zitten nu in mensonterende omstandigheden in de kampen in Syrië. Zijn zij tikkende tijdbommen?
Boucké:Het kunnen inderdaad tikkende tijdbommen worden. Als we nog een paar jaar wachten, dan bereiken zij de leeftijd waarop ze terroristen kunnen worden. Zeker als we hen achterlaten in die kampen waar radicale ideeën nog heel sterk leven.
In een nog niet zo ver verleden waren de ADIV en de Staatsveiligheid concurrenten – tot in de straten van Schaarbeek speelde dat. Hoe is de relatie vandaag?
Boucké:We werken zeer goed samen, onder meer in het gezamenlijke platform tegen terrorisme. Zelfs de schaduwteams van beide diensten – die stiekem doelwitten achtervolgen – zijn sinds ruim een jaar samengevloeid tot één volledig geïntegreerde ploeg. In 2018 hebben we een eerste samenwerkingsakkoord afgesloten, met daarin dertien projecten. Die houden we regelmatig tegen het licht; één keer per maand zit ik samen met Jaak Raes, de administrateur-generaal van de Staatsveiligheid, en zijn adjunct, Pascal Petry. Nu zijn we een nieuw samenwerkingsakkoord aan het voorbereiden, versie 2.0. Misschien zijn er nog wel nieuwe terreinen waarop we intensief kunnen samenwerken. We evolueren ook naar één gezamenlijk beveiligd communicatiesysteem en één databank. Die Kruispuntbank Veiligheid staat trouwens aangekondigd in het regeerakkoord.
Gaan we zo niet in de richting van één Belgische inlichtingendienst?
Boucké:Nee, daar is geen behoefte aan. Kijk naar de landen rondom ons, de grotere landen in Europa, en naar de overkant van de plas: er is geen enkel land dat maar één inlichtingendienst heeft. Als militaire inlichtingendienst hebben we ook specifieke deskundigheden en andere opdrachten dan de Staatsveiligheid.
Het regeerakkoord belooft ook een eengemaakt personeelsstatuut voor de Staatsveiligheid, de ADIV en het OCAD, én een beter gezamenlijk opleidingsaanbod.
Boucké:Voordeel van zo’n eengemaakt statuut is dat de mobiliteit tussen de drie diensten veel makkelijker zal gaan. Bedoeling is om dat statuut in de loop van volgend jaar rond te hebben. En verder bekijken we hoe we ook de gezamenlijke vorming kunnen opdrijven. Vandaag krijgen alvast de analisten van de drie diensten dezelfde opleiding. Trouwens, er is ook interesse vanuit de academische wereld om samen te werken met de inlichtingendiensten. Momenteel hebben we daarover contact met de Universiteit van Luik. Het idee is dat wij onze expertise zouden inbrengen om studenten te helpen opleiden.
Met hoeveel buitenlandse inlichtingendiensten werkt de ADIV samen?
Boucké:We onderhouden contacten met 120 partnerdiensten. Dat gaat van korte, onregelmatige contacten tot zeer nauwe en bijna permanente contacten. Met zowat de helft hebben we akkoorden afgesloten. Op verzoek van het kabinet-Defensie en het Comité I zijn we die lijst met akkoorden aan het evalueren, om na te gaan of we ze wel allemaal moeten aanhouden. Momenteel zijn er nog geen samenwerkingen stopgezet.
De samenwerking tussen de ADIV en de Rwandese inlichtingendienst lag al gevoelig. Daar komt nu nog bij dat de Belg Paul Rusesabagina – de held van Hotel Rwanda – zegt door de Rwandese inlichtingendiensten te zijn ontvoerd.
Boucké:Dat is veeleer een diplomatiek probleem voor de relaties tussen België en Rwanda dan een probleem voor de inlichtingendiensten. Als wij akkoorden sluiten met buitenlandse diensten, is dat net om de veiligheid van onze burgers in het buitenland te garanderen. Voor de regio van de Grote Meren is Rwanda een zeer belangrijke partner voor ons. Daarom hebben wij een akkoord met de Rwandese diensten.
Uitgerekend op uw eerste werkdag citeerde The New York Times generaal Nzabamwita, hoofd van de Rwandese inlichtingendienst, die zei dat België had geholpen bij zijn onderzoek naar Rusesabagina.
Boucké:Samen met mijn voorganger Claude Van de Voorde hebben we dat toen officieel ontkend, ook in The New York Times. De ADIV heeft Rwanda daar zeker niet bij geholpen, en we hebben er ook geen contact over gehad.
Heeft de ADIV op zijn minst de Rwandese dienst op het matje geroepen over Rusesabagina?
Boucké:Nogmaals, wij zijn niet bezig met diplomatieke betrekkingen tussen landen. Wij hebben de Rwandese partnerdienst nodig om de juiste inlichtingen te krijgen om de veiligheid van onze onderdanen in die regio te garanderen.
De ADIV was lang gereputeerd om zijn kennis over Congo en Rwanda. Dat hielp zelfs als ruilmiddel om van buitenlandse partnerdiensten andere info te krijgen.
Boucké:Ook vandaag hebben we nog altijd een aantal mooie troefkaarten in de hand, die we op tafel kunnen leggen om inlichtingen terug te krijgen van onze partnerdiensten. Die goede informatiepositie in de regio van de Grote Meren hebben we nog altijd. Toen ik de voorbije vijf maanden contact had met grote buitenlandse inlichtingendiensten, was ik aangenaam verrast: ze vinden ons nog altijd een zeer betrouwbare partner en we worden zeker niet als het kleine broertje ontvangen. Onze meerwaarde wordt internationaal erkend.
De ADIV wordt ook steeds transparanter, een evolutie die al door een van uw voorgangers, luitenant-generaal Eddy Testelmans, was ingezet.
Boucké:ADIV-medewerkers hebben de voorbije weken publiek toelichting gegeven bij onze strijd tegen desinformatie over corona en bij de nieuwe spionagesatelliet die we in januari in gebruik namen. Sinds 1 januari heeft de ADIV een eigen Twitteraccount, @SgrsAdiv. En vandaag lanceren we voor het eerst ook een eigen website, www.sgrs.be. Dus ja, we leggen meer transparantie aan de dag. Al zullen we nooit al onze geheimen kunnen prijsgeven.
Militaire inlichtingendienst wil offensieve cyberoperaties opzetten
– 1963: geboren in Menen
– 1981: master in sociale en militaire wetenschappen (Koninklijke Militaire School)
– 1986: verschillende functies bij het Belgische leger in Duitsland
– 1996: verschillende functies in Leopoldsburg
– 2009: militair adviseur, Permanente Vertegenwoordiging van België bij de NAVO
– 2012-2015: commandant Medium Brigade, Force Commander EU Battle Group 2014-2
– 2017: onderstafchef Strategie
– 2020: chef ADIV
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier