Manu Pintelon
‘Nieuw penitentiair beleid? Noodzakelijke hervormingen lijken nu wel sisyfusarbeid’
‘Het penitentiaire landschap hertekenen doe je niet alleen, en al zeker niet wanneer anderen je schets blameren’, schrijft Manu Pintelon.
Veel werk op de plank. De afgelopen maanden bleef het niet stil rond het gevangenisbeleid in België. Artikels en opiniestukken sluipen via de kranten het publieke debat telkens opnieuw binnen. De vele stakingen, ex-gedetineerden die opnieuw zware feiten plegen, de vele plannen van de Minister van Justitie zoals de detentiehuizen, maar de overbevolking wint toch wel de hoofdprijs. In zowat elk artikel wordt er verwezen naar die fameuze overbevolking. Dit fenomeen is al decennia lang de vijand van elke Minister van Justitie. Tal van plannen bleken nadien nooit een oplossing te bieden. Hoe geraken we van deze steeds aanhoudende overbevolking af? En als er dan een goede strategie is, hoe krijgen we die klaargespeeld?
Het bijbouwreflex
Over strategieën gesproken, de Minister van Justitie Van Quickenborne heeft er één duidelijke klaarliggen. Het mag gezegd zijn, deze Minister van Justitie blijft echter niet bij de pakken zitten. Van Quickenborne investeert met grote getallen in Justitie, hij plande onder andere de bouw van zes nieuwe gevangenissen, vijftien detentiehuizen en vier nieuwe transitiehuizen. De capaciteit van de gevangenissen zal de komende jaren in grote mate toenemen. Men zou toch denken dat het creëren van meer capaciteit een oplossing is voor de overbevolking? Helaas trekken we andere lessen uit de afgelopen decennia. Dat bijna automatische bijbouwreflex in het beleid, zorgt klaarblijkelijk voor een alsmaar groter wordende nood aan capaciteit. Het is een ware paradox.
Het creëren van extra capaciteit is bovendien een strategie op kort termijn en zorgt er voor dat we geesteloos achter de feiten moeten blijven aanhollen, iedere nieuwe legislatuur met een grotere achterstand. Daarbovenop toont het moeten bijbouwen van gevangenissen aan dat het beleid sterk gefaald heeft. Het wil zeggen dat al dat opsluiten in al die andere gevangenissen niet gewerkt heeft, dat het tot meer recidive leidt, langere straffen en toenemende criminaliteit. We zouden deze dus met minder trots moeten verkondigen aan het brede publiek.
Langetermijnbeleid?
Een nieuw concept duikt op in de strategie van de Minister van Justitie, namelijk de detentiehuizen (concept vzw De Huizen). Op 1 september 2022 gaat het eerste detentiehuis in België open te Kortrijk. Tegen 2025 wil Minister Van Quickenborne vijftien detentiehuizen hebben in België. Dit nieuwe model van vrijheidsberoving zou zorgen voor zinvolle detentie met minder recidive, en dus ook met minder criminaliteit, tot gevolg. Van Quickenborne breekt hiermee de lans voor kleinschalige detentie en bouwt daarmee verder op de plannen van onze vorige Minister van Justitie Koen Geens. Twee pioniers die het eindelijk mogelijk maken om de vrijheidsberoving in een andere context vorm te geven, met één gemeenschappelijk doelstelling: een humaner en efficiënter detentiebeleid.
Dit onderdeel van Van Quickenborne zijn strategie is een opportuniteit om op lange termijn de overbevolking aan te pakken nl. inzetten op kwaliteit en niet op kwantiteit. Misschien doorbreekt dit wel de paradox van meer capaciteit vraagt meer capaciteit, door kwalitatieve capaciteit te creëren ter vervanging van niet-kwalitatieve capaciteit (nl. de gevangenissen). Minister Van Quickenborne lijkt ook die afslag genomen te hebben want hij wil dat tegen 2050 80% van de gedetineerden in kleinschalige detentiehuizen opgesloten zijn. Een duidelijke lange termijn visie.
Maar het penitentiaire landschap hertekenen doe je niet alleen, en al zeker niet wanneer anderen je schets blameren. Minister Van Quickenborne krijgt sterke tegenwind bij het realiseren van de eerste stappen van dat lange termijn plan, en niet zozeer federaal want daar is draagvlak, maar voornamelijk lokaal. Bij het realiseren van een klein detentiehuis moet men uiteraard naar een concrete locatie kijken, en daar botsen we tegen het welgekende en sterke NIMBY-syndroom. Dat Not In My Backyard-syndroom wil zeggen dat mensen in het algemeen wel voorstander zijn, maar datgene niet in hun eigen achtertuin of buurt willen. Een obstakel voor vele voorzieningen, en al zeker als die voorziening gedetineerden wil huisvesten.
De Minister en zijn kabinet konden nochtans in verschillende gemeenten de gesprekken met een gunstig lokaal politiek draagvlak starten, maar na de communicatie loopt het mis. Lokale partijen bieden plots weerstand, samen met de vele buurtbewoners. Ik geef die buurtbewoners geen ongelijk, zij hebben het recht om mee te beslissen over wat al dan niet in hun buurt komt, maar ik verzet me wel tegen die reacties van lokale partijen, in bijzonder tegen degene die olie op het vuur werpen in het kader van een politiek spel.
De Minister van Justitie en iedereen achter hem proberen met man en macht de problematiek van het gevangeniswezen aan te pakken. Die eerste detentiehuizen zijn hierin een cruciaal onderdeel en zetten hier eindelijk de penitentiaire revolutie in naar een humaner detentiebeleid, in België en in Europa. Zonder lokaal draagvlak en daadkracht zouden we deze belangrijke opportuniteit wel eens kunnen missen.
Deze uiterst noodzakelijk hervormingen lijken nu wel een sisyfusarbeid voor de Minister van Justitie. Hij en zijn team trachten dit loodzware dossier het penitentiaire beleid binnen te duwen, maar zonder lokaal draagvlak valt deze helemaal terug naar start en mogen we weer van voor af aan beginnen. Dit is dan ook een oproep aan lokale partijen om mee hun schouders te zetten onder dit project zodanig we dit zware en onmogelijk dossier toch mogelijk maken in het belang van onszelf, de gedetineerden, slachtoffers en de maatschappij.
Gemeenteraadsverkiezingen 2024
Uiteraard is het lokaal bestuur overtuigen niet enkel een vakje op een blad dat aangekruist moet worden. Integendeel, het lokaal bestuur is het vertrekpunt. Zij moeten zich bewust zijn van de vele voordelen die zo’n detentiehuis kan bieden. Allereerst biedt het de opportuniteit om hun eigen burgers die de wet overtreden zelf op te volgen, in plaats van hen te moeten lossen aan een gevangenispoort in een willekeurige stad en hen jaren later terug te zien met een alsmaar groeiend strafblad. Bovendien zijn die eerste detentiehuizen voor kortgestraften, dus mensen in het begin van het detentietraject, er is dus nog voldoende ruimte om die zoekende burger te begeleiden richting een niet-crimineel leven. Ten derde kan een lokaal detentiehuis een antwoord zijn op een specifieke problematiek in de buurt en een methode zijn om dat te bestrijden. Ten vierde kan zo’n detentiehuis een absolute meerwaarde betekenen voor de buurt door verschillende goederen of diensten aan te bieden. Denk maar aan fietsherstelplaats, een sociaal restaurant of lokaal vrijwilligerswerk. Wanneer burgers de wet overtreden berokkenen ze schade aan een buurt, het is belangrijk dat die schade kan hersteld worden door tijdens de vrijheidsstraf iets terug te doen voor die buurt. Als laatste levert een lokaal detentiehuis ook lokale jobs op en een samenwerking met lokale organisaties.
Begrijp me dus niet verkeerd, ik denk zeker niet dat een lokaal bestuur zomaar opzij kan geduwd worden voor een federaal plan. Ik vind gewoon dat criminaliteit in de samenleving onze verantwoordelijkheid is, en zeker ook de manier waarop we daarmee omgaan. Die noodzakelijke penitentiaire revolutie is dus de verantwoordelijkheid van iedereen, ook die van buurtbewoners, maar hen kan je uiteraard niets verwijten omdat zij ver van deze problematiek staan en daardoor soms een gebrek aan kennis hebben.
Daarentegen kan je van politici wel verwachten dat ze beschikken over voldoende kennis en dus weloverwogen beleid kunnen bepalen. Daarom vragen wij lokale politieke partijen duidelijke standpunten in te nemen omtrent detentiehuizen voor de gemeenteraadsverkiezingen in 2024. Detentiehuizen aangepast aan hun noden, gemeente en bewoners, en gebaseerd op hun eigen visie en concept, waar vervolgens de federale regering gehoor aan moet geven. Niet omgekeerd. Op die manier kan de uitrol van de detentiehuizen over de grenzen van de legislatuur en partijen heen getild worden en blijft het oplossen van de problematiek van het gevangeniswezen misschien niet langer een sisyfusarbeid.
Manu Pintelon is criminoloog. Hij is Belgisch coördinator bij vzw De Huizen/RESCALED.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier