Ewald Pironet

‘Niet de val van de regering-Michel, maar haar beleid zorgde voor de financiële put’

Ewald Pironet Senior writer

De vorming van een federale regering draait eindeloos rondjes en daarbij wordt één onderwerp angstvallig gemeden: geld.

‘Wee de slordige burger die zijn belastingbrief onzorgvuldig en te laat invult’, schrijft Open VLD-Kamerlid Christian Leysen in een opiniestuk op Knack.be. ‘De fiscus zal onverbiddelijk zijn en het zal geld kosten.’ Alleen de overheid zélf mag slordig omspringen met het belastinggeld en haar boekhouding, merkt Leysen op, en hij brengt in herinnering dat ‘het Rekenhof vorige maand voor het zoveelste jaar op rij bevestigde dat de boekhouding van tal van overheden een complete puinhoop is’.

Niet de val van de regering-Michel, maar haar beleid zorgde voor de financiële put.

De overheid maakt er vaak een potje van. Als voorbeeld bij uitstek noemt Leysen het dossier van de sale-and-leaseback van de Financiëntoren in Brussel. Om de begroting op te smukken, verkocht de federale overheid het gebouw in 2001 voor 311 miljoen euro met een langlopende huurovereenkomst. Nu ging het opnieuw van de hand voor… 1,2 miljard. Dat ’tart alle verbeelding’, aldus Leysen. Hij vermeldt niet dat dit toppunt van creatief boekhouden, zoals hij het noemt, werd gepleegd door de paarse regering onder leiding van zijn partijgenoot Guy Verhofstadt.

‘De overheidsfinanciën worden onvermijdelijk een zwaar dossier in de komende federale formatie’, zo schrijft Leysen nog. Zijn partijgenoot en minister van Financiën Alexander De Croo is het daarmee eens, zeker nu bekend werd dat de Belgische begroting vorig jaar afsloot met een tekort van bijna 9 miljard euro. Dat is dubbel zo groot als verwacht, en nog maar eens een illustratie van hoe nonchalant onze overheid met geldzaken omspringt.

Al snel volgde het gespin dat dit begrotingstekort het gevolg was van de val van de regering-Michel, maar dat is niet zo: de Nationale Bank had er al veel eerder op gewezen dat het tekort zou oplopen als gevolg van de verlaging van de vennootschapsbelasting, samen met de hogere voorafbetalingen, en een niet gefinancierde taxshift. Niet de val van de regering-Michel, maar het beleid van de regering-Michel zorgde voor de financiële put.

‘Het is tijd om over de centen te praten’, zo citeert politiek journalist Jan De Meulemeester De Croo op de Knack-website. Dat is duidelijke kritiek op de informateurs en preformateurs die al de revue zijn gepasseerd. De Croo kreeg de afgelopen tijd veel nota’s onder zijn neus maar steeds ontbrak het budgettaire plaatje, zo zegt hij: ‘De zeer lange discussie die we tot nu toe gehad hebben is nog nooit over geld gegaan, is nog nooit over financiën gegaan, is nog nooit over de begroting gegaan. Het wordt wel eens tijd dat we het ook daarover hebben. Het is absoluut tijd om over de centen te praten.’

De politieke partijen komen vandaag niet verder dan trompetten dat het minimumpensioen moet worden opgetrokken tot 1500 euro.

Zo maakte de Hoge Raad van Financiën een lijvig rapport voor een grote fiscale hervorming, die moet zorgen voor een verlaging van de belasting op arbeid en het afschaffen van de koterijen. Daarvoor worden achttien scenario’s gepresenteerd, gaande van een vlaktaks waarbij één tarief wordt gehanteerd tot een progressief belastingsysteem waarbij het belastingtarief stijgt met het inkomen. Daarnaast worden 200 fiscale maatregelen becijferd, die kunnen worden genomen om de verlaging van de lasten op arbeid te bekostigen. Dat gaat van het afschaffen van de salariswagen tot het verhogen van de btw. Daaruit kunnen de politici kiezen. Maar hebt u de onderhandelaars of partijvoorzitters daar de voorbije maanden, weken of dagen over gehoord?

Ondertussen neemt het tekort in de sociale zekerheid toe, van bijna 1,5 miljard euro naar 4 miljard in 2021 en bij ongewijzigd beleid zelfs 6,3 miljard tegen 2024. Laten we de sociale zekerheid verdrinken in de rode cijfers? Of hoe gaan we dit oplossen? Dit vergt een ernstige discussie, maar de politieke partijen komen vandaag niet verder dan trompetten dat het minimumpensioen moet worden opgetrokken tot 1500 euro. Wie de rekening zal betalen, blijft onduidelijk.

Vóór de verkiezingen van 26 mei waren de overheidsfinanciën, fiscaliteit en de financiering van onze sociale zekerheid geen onderwerp van debat. Meer dan acht maanden later nog steeds niet. Hoe zal de overheid haar financiële put dempen? Hoe zullen we de toekomstige facturen betalen? Hoe kunnen we onze belastingen hervormen? Hoe houden we de sociale zekerheid overeind? Misschien dat over twintig jaar een politicus zal schrijven dat het ‘alle verbeelding tart’ dat de verantwoordelijke politici zich dat in 2020 niet hebben aangetrokken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content