Ngo’s roepen regering op om asielbeleid bij te sturen: ‘Veel transmigranten kraken pas híér in België’
Zes ngo’s die in gespreide slagorde hulp verleenden aan transmigranten in het Maximiliaanpark bieden sinds een jaar samen hun diensten aan in een ‘humanitaire hub’ bij het Brusselse Noordstation. In een nog ongepubliceerd rapport, dat Knack kon inkijken, komen de ngo’s tot harde vaststellingen. ‘Het zijn de ervaringen in België die de emmer doen overlopen.’
Het stinkt nog altijd naar urine aan de halte van De Lijn onder het Brusselse Noordstation. In de tunnel troepen iedere weekdag mensen samen voor een onopvallende metalen deur, die ’s middags klokslag om één uur openzwaait. Sinds begin vorig jaar is hier de ‘humanitaire hub’ gevestigd van zes ngo’s die voorheen elk afzonderlijk hulp boden aan transmigranten in het nabijgelegen Maximiliaanpark: Artsen Zonder Grenzen, Dokters van de Wereld, Vluchtelingenwerk Vlaanderen en zijn Franstalige tegenhanger CIRÉ, Croix Rouge en het Burgerplatform voor Steun aan Vluchtelingen.
In de hub – of Centrum voor Opvang en Oriëntatie – kunnen transmigranten deskundige uitleg krijgen over hun kansen op bescherming onder de Europese migratieregels en Belgische asielprocedures. Artsen, psychiaters en psychologen zijn aanwezig om fysiek en psychisch leed te lenigen. Bezoekers kunnen er ook hun gsm opladen, een greep doen in een stapel tweedehandskledij en met een beetje geluk een slaapplaats bij een solidaire burger versieren. De wachtzaal is volgelopen, alle stekkerdozen worden maximaal benut. Niet iedereen heeft een afspraak: de hub is ook gewoon een rustpunt waar transmigranten de stress van een nomadisch bestaan even kunnen vergeten. De meeste bezoekers komen uit Eritrea, Ethiopië en Sudan. Ook Syriërs, Afghanen, Irakezen en Libiërs zijn vaste klanten. Uit de huisstatistieken blijkt voorts dat vrouwen amper vier procent van de clientèle uitmaken.
Harde politiecontroles, ontbering en racisme: bij velen is de ontgoocheling in Europa immens.
AZG-psychologe Hélène Duvivier is met drie Libië-missies in de kleren een ervaren rot. Nieuwkomers, vertelt ze, krijgen een briefing over de werking van de hub. Psychologische bijstand is voor velen een onbekend of beladen concept. ‘Het gaat typisch om posttraumatische stresssymptomen zoals slapeloosheid, nachtmerries, paniekaanvallen en dwanggedachten. In eerste instantie werken we op die symptomen, zonder druk om hun hele migratieverhaal met de onderliggende trauma’s te vertellen. Soms komt het er toch in één gulp uit, bij anderen zijn er meerdere sessies nodig. En voor velen blijft het te pijnlijk om erover te praten.’
België als springplank
De verhalen van transmigranten zijn genoegzaam bekend. Gruwelen in het thuisland, verkrachting, kidnapping, foltering in Libië, schipbreuken en doodsangsten op de Middellandse Zee. Het zijn meestal géén verzinsels om een asielaanvraag te stofferen. De opvang in aankomstlanden zoals Griekenland en Italië is nagenoeg onbestaand. Wie kan, blijft onder de radar en reist verder. Groot- Brittannië is het beloofde land waar veel transmigranten over een netwerk beschikken en kunnen onderduiken. Sinds de illegale transitkampen in de buurt van het Noord-Franse Calais zijn opgedoekt, fungeert België als springplank. Brussel, meer bepaald de buurt van het Noordstation, is de verplichte halte waar met behulp van mensensmokkelaars de oversteek wordt gepland. Meestal via Zeebrugge, de gateway naar het VK.
In een nog ongepubliceerd AZG-rapport – dat Knack mocht inkijken – over het eerste werkingsjaar van de humanitaire hub wordt dat beeld fors bijgesteld. Het rapport is onder meer gebaseerd op 1718 dossiers voor juridische assistentie en 47 diepte-interviews. (zie kader) Zo verklaarden in die gesprekken slechts 4 van de 47 geïnterviewden de reis naar Europa te hebben aangevat met Groot-Brittannië als vooropgestelde eindbestemming. Bij de meesten groeide de optie Engeland gaandeweg, door de vele negatieve ervaringen tijdens hun omzwervingen. Afgewezen of vastgelopen procedures, harde politiecontroles, ontbering en racisme: bij velen is de ontgoocheling in Europa immens. België, laatste etappe op de weg naar het ingebeelde paradijs, vormt daarop geen uitzondering.
Een derde van de hubbezoekers vertoont symptomen van depressie. Psychoses en zelfmoordgedachten komen geregeld voor, één zelfmoordpoging van een hubbezoeker eindigde met een fatale sprong in het Kanaal in Brussel. ‘Het gaat nochtans om mensen met een uitzonderlijke mentale en fysieke veerkracht’, zegt Duvivier. ‘Anders begin je niet aan zo’n reis, laat staan dat je de beproevingen onderweg doorstaat. Toch stellen we vast dat velen híér kraken, het zijn vaak ervaringen in België die de emmer doen overlopen. Een Afghaanse jongen zag hoe zijn buurman tijdens een politiecontrole in het park werd neergeschoten. Een jammerlijk misverstand, die buurman had instinctief naar een mes gegrepen toen hij ’s ochtends brutaal werd gewekt. De jongen zelf bleef ongedeerd, maar sinds dat voorval herbeleeft hij voortdurend de moordpartijen waarvoor hij Afghanistan is ontvlucht.’
De harde aanpak door de ordediensten past in het overheidsbeleid ten aanzien van transmigranten. Het tienpuntenplan, vorig najaar uitgewerkt door toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) en staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA), draait helemaal rond detentie, uitwijzing en ontrading. ‘Transmigrant is een dehumaniserende term’, verklaart psychologe Duvivier. ‘Het impliceert dat deze mensen hier niet echt aanwezig zijn. Daarmee ontslaat de Belgisch overheid zichzelf van de plicht om in te staan voor de basiszorgen waarop ze recht hebben. Ngo’s vullen het gat dat de overheid bewust laat vallen.’
Het vaak gehekelde aanzuigeffect van de humanitaire hub noemt Duvivier fel overdreven. ‘Sommigen suggereren dat België onder de voet wordt gelopen. Onzin, in Brussel schommelt het aantal transmigranten doorgaans tussen de 700 en 1000. Perfect beheersbaar.’
Humanitaire achterpoortjes
Met de verkiezingen in aantocht hebben de zes ngo’s een reeks beleidsadviezen voor de politiek klaar. Voornaamste eis: de overheid moet zelf geld vrijmaken voor minstens één goed uitgerust en makkelijk toegankelijk Centrum voor Opvang en Oriëntatie in Brussel, met kleinere antennes op plaatsen zoals Bredene of Zeebrugge. En behalve op medische en psychische zorg moet nog meer op informatieverstrekking worden ingezet. Want vaak zijn het misverstanden over de Europese Dublin-verordening die migranten nodeloos de illegaliteit injagen.
Enkele opvallende cijfers uit het rapport Vlucht zonder einde van Artsen Zonder Grenzen over transmigranten in Brussel:
– voornaamste herkomstlanden: Sudan (24%), Eritrea (19%), Ethiopië (10%)
– pathologiën: post-traumatisch stresssyndroom (58 %), depressie (33%), psychose (6%)
– trauma’s opgelopen in herkomstland en tijdens reistraject: kidnapping (28%), foltering (19,7%), fysiek geweld (19,1%)
– minder dan 10% van de transmigranten vertrok met het Verenigd Koninkrijk als doelbestemming
– 96% van de bezoekers zijn mannen
– 10% niet-begeleide minderjarigen
– dakloos in Brussel: 71%
Dat probleem staat centraal in een tweede rapport over de humanitaire hub, opgesteld door Vluchtelingenwerk Vlaanderen en CIRÉ, die het voorbije jaar aan meer dan 2000 passanten in de hub juridisch advies verstrekten. ‘Voor migranten betekent Dublin dat ze alleen bescherming kunnen krijgen in het land waar ze Europa zijn binnengekomen’, zegt Charlotte Vandycke, directeur Vluchtelingenwerk Vlaanderen. ‘Een vreselijke gedachte, want de leefomstandigheden in landen zoals Italië en Griekenland zijn onmenselijk. Precies daarom zijn ze trouwens doorgereisd en in België aanbeland. Hier durven ze evenwel geen asiel aan te vragen, omdat ze dan vrezen naar Italië of Griekenland te worden teruggestuurd. Begrijpelijk, want zo werkt het Dublin-principe.’
Maar wat ze niet weten, vervolgt Vandycke, is dat lidstaten de vrijheid hebben om Dublin niet toe te passen, de zogenaamde discretionaire uitzondering. ‘Humanitaire overwegingen, gezinshereniging, er zijn verschillende gronden om migranten niet terug te sturen naar het land van aankomst en hen toe te laten tot de asielprocedure. Dublin hoeft dus niet de doodssteek te betekenen voor hun kans op bescherming. Transmigranten wordt verweten dat ze bewust voor de illegaliteit kiezen, wat meteen het beleid legitimeert om ze op te jagen en alle rechten te ontzeggen. Maar zij maken helemaal niet die keuze, ze blijven onder de radar door radeloosheid en onwetendheid.’
Asielinstanties zoals de Dienst Vreemdelingenzaken doen evenwel geen enkele moeite om de discretionaire uitzonderingen in de verf te zetten. Meer nog: net zoals andere lidstaten maakt België zo weinig mogelijk gebruik van de humanitaire achterpoorten in de Dublin-verordening. ‘We roepen de regering op om dat beleid bij te sturen’, zegt Vandycke namens alle hub-ngo’s. ‘Behalve detentie en uitwijzing moet er ruimte komen voor een derde, humanitaire laag. Creëer centra zoals deze hub, waar migranten zich veilig voelen en een geïnformeerde keuze over hun toekomst kunnen maken. Houd meer rekening met de redenen waarom zij de landen van aankomst verlieten, met hun familiebanden en met hun kwetsbaarheid. Misschien zullen sommigen toch naar hun aankomstland of zelfs naar hun herkomstland terugkeren. Anderen zullen volharden in hun poging om het Verenigd Koninkrijk te bereiken. Heel wat van die transmigranten zullen besluiten om toch bescherming aan te vragen in België. Of ze daar ook recht op hebben, is hier niet het punt. Belangrijk is dat ze boven water komen. Met het huidige beleid duw je hen alleen maar in de armen van mensensmokkelaars.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier