Guido Lauwaert
Naar Mars
De Amerikaanse marsrobot Curiosity heeft op Mars een putje van zes centimeter diep gegraven. Voldoende voor wat marsstof voor het labo van de robot. Volgens mijn bescheiden maar niet dwaze mening is dat verspilde energie, tijd en geld.
Wat hebben wij in godsnaam op Mars te zoeken? Of er ooit leven op Mars is geweest is? Natuurlijk is er ooit leven op Mars geweest. Een wonderschoon leven. Met wouden, zeeën, woestijnen, ijsvlakten, bergen, grotten, vulkanen. Om het met Shakespeare te zeggen: Naar het u bevalt. As you like it. Kortom, een Mars Paradijs.
Maar toen! Toen rukten waterplanten zich los. Ze spartelden, leerden zwemmen, kropen aan land en de waterplant met de grootste stengel koos een schone vrouwelijke waterplant uit. Vele maanstanden later schoten er planten uit haar buik, die zich na geruime tijd op hun beurt voortplantten, die zich op hun beurt, en wiens nakomelingen op hun beurt. Binnen de kortste keren was het Mars Paradijs overbevolkt.
Zo simpel als dat ik het hier stel is het natuurlijk niet geweest, maar door geen wetenschapper kan mijn verslag weerlegd worden. Niet op wetenschappelijk gebied, op geen enkel ander gebied, want de geleerde die de juridische dienst van Roularta kent, verhuist op slag, zonder adreswijziging. Enfin, ik bedoel dat de ontwikkeling van waterplant tot marsman een paar miljoen jaar heeft geduurd. Dat een vlot is uitgevonden, een rond wiel en een vliegtuig.
Vanaf toen af was het hek van de dam. Binnen de kortste keren waren de zeeën vervuild, hing de lucht vol satellieten en zorgden de files ervoor dat men niet meer vooruit kwam in de wereld. Mars werd een klucht vol verwarring, of zoals Shakespeare het verwoordde: The Comedy of Errors. De oplossing werd gezocht in revoluties in paleizen of op kouters, oorlogen te land, te lucht en ter zee, en volkerenmoord. Nu eens moest het gele ras eraan geloven, dan het zwarte, het rode, het blauwe, het bruine, het blanke, ja zelfs het kleurloze.
Omdat het geen ene moer hielp werden religies bestreden, maar ook dat bracht geen zoden aan de dijk. Er kwamen almaar meer marsmensen bij. Klap op de vuurpijl: de marsmensen zouden van Mars gevallen zijn was er de zwaartekracht niet geweest. Die was sterker dan alle stellingen. Van Piet Agoras tot en met die van Stein Ein. Daarenboven werd de lucht vergiftigd, de grond verstikt en viel het water niet meer te genezen. Door honger, dorst en stikstof stierven de marsmensen bij bosjes, tot er nauwelijks een bosje marsmensen overbleef. Alle redenen waren goed om het vege vel te redden. Als verontschuldiging voor het doden van zijn naaste werd gezegd dat het, en daar bedoelden zij mee dat het leven nu eenmaal is… Liefdes List en Leed , Love’s Labours lost.
In labo’s en denktanks werd gezocht naar een oplossing, tot een wijs bosmannetje op een tafelberg van Mars klom en zei: ‘Veel drukte om niets! Much ado about nothing!’ Iedereen keek op en hij vervolgde: ‘Daar! Daar is de oplossing!’ Allen volgden zijn uitgestrekte arm en zagen in de lucht een pracht van een hemellichaam. ‘Daar is er… leven eer de dood!’ Een vrij pathetisch type, maar hij was nu eenmaal de wijste van alle overgebleven marsbewoners, en mocht dus zeggen wat hij wilde, schrijven wat hij kon en zelfs vreemd gaan.
Binnen de kortste keren hadden de restanten een raket gebouwd en eenmaal die klaar was en men er naar opkeek beseften ze plots dat ze er niet met zijn allen in konden. ‘Eind goed al goed, ‘ zei het wijze bosmannetje met opgestoken wijsvinger , en iedereen geloofde hem omdat hij het ook zei in een taal die we nu als oud-Engels bestempelen, ‘All’s well that ends wel’. Waarop hij het uitgestrekte vingertje introk. Het bleek een teken te zijn voor de sterkeren. Een omwenteling later waren de zwakkeren geslacht, gebraden en opgepeuzeld. Maar nog waren ze met teveel. Er konden maar tien poten in de raket, even rekenen, vijf marsmensen. Waarop een feest werd georganiseerd en er gedronken werd, gedronken, wijn, dachten ze, maar het was allemaal vergif, chemiek, meneer, mevrouw.
De afspraak was dat de stevigste drinkers de reis naar die bloeiende planeet mochten maken. Wie bleef er over? Een koopman, twee heren en twee vrolijke vrouwtjes, wat onze vriend uit Stratford, al even wijs als uw nomenclator, inspireerde tot ‘The merchant of Venice’, ‘The two gentleman of Verona’ en ‘The merry wives of Windsor’. Druk op de knop en daar gingen ze. Alle berekeningen klopten, op één na. In plaats van op een open plek in het bos kwamen ze in een wijde zee terecht. Met moeite konden ze zich uit het ruimtetuig bevrijden, zwommen naar land, kropen op het strand en stichtten de Nieuwe Wereld. Jaren ging het goed, eeuwen. Tot de geschiedenis zich herhaalde. De aarde, zoals ze de planeet hadden gedoopt, verloor zijn Aards Paradijs en de Nieuwe Wereld werd een kadaver. De voormalige marsmensen, zich nu plechtig aardbewoners noemende, wisten zich geen raad tot een geleerd natuurproduct naar de hemel wees en riep: Daar! Daar is de oplossing!’ Allen keken omhoog en zagen… Mars.
Een koppel half-idioten zei: ‘O la! We stortten ons geen tweede keer in een wild avontuur.’ Dus werd er een raket gebouwd, een robot ingezet, want zo idioot waren ze nu ook weer niet om mee te gaan. Bovendien, twee, drie jaar van huis! Wat vind je terug bij je thuiskomst? Een verwilderde hof, een schone interimaire op je kruk, die er niet meer af te krijgen is, wegens protectie van haar baas, en je vrouw met een andere man in bed, die, wanneer je de deur van je slaapkamer opent, wijst op de kerel naast haar en zegt: Schat, het spijt me dat, maar ik heb promotie gemaakt. Mag ik jou voorstellen aan… Richard the III.’
De mens heeft al één planeet kapot gemaakt, een tweede staat op het punt in gruizelementen uiteen te vallen, en toch zijn er kwart-idioten die op knopjes drukken, zodat robot Curiosity putjes graaft. Waarom? Wel houd je vast aan de takken van het gras: niet omdat we willen weten of er ooit leven op Mars was, of mogelijk is. Nee! Ben je gek! Het hele gedoe wordt gesponsord door… Omega, het uurwerk van de Olympische Spelen en… de maanreizen. Ik sla geen onzin uit. Ik lieg niet. Elke maanlander had een Omegahorloge om de pols. Dacht je dat hij die zomaar gekregen heeft? O nee! Om het met Shakespeare te zeggen: ‘Measure for measure.’ Maat voor maat. Want niets is gratis. Alles heeft zijn prijs. Zelfs een putje in de grond, niet dieper dan zes centimeter. Het graafwerk heeft 14 minuten, 6 seconden en 2 tienden van een seconde geduurd, wist Curiosity te vertellen, na een blik op zijn Omega, Speedmaster. De eerste advertenties krijgen beeld op een laptop, Made in Swiss. Binnenkort in krant en weekblad, worldwide.
Guido Lauwaert
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier