Na het PFOS-schandaal: saneren is in Vlaanderen een rekkelijk begrip
Het chemisch bedrijf 3M hoefde zijn vervuilde terreinen niet grondig te saneren, vond de overheid in 2008. De reden? Te duur.
Saneren is gezond maken of zuiveren. Dat leert althans het woordenboek. Maar in het geval van de chemische fabriek 3M in Zwijndrecht blijkt het een andere betekenis te hebben.
In 2006 wees bodemonderzoek uit dat er op het terrein van 3M een grote vervuiling was met de gevaarlijke stof PFOS. Er bestonden toen nog geen normen voor PFOS in de bodem. Een team met experts van onder meer de Universiteit Antwerpen leidde daarom toetsingswaarden af. Op dat moment – later zijn de normen honderden tot duizenden keren verstrengd – was de conclusie dat er met de grond geen probleem was. Maar met het grondwater wel. Op het fabrieksterrein waren gehaltes gevonden die tienduizenden malen hoger lager dan de toenmalige richtwaarde van 1 microgram per liter.
Na de sanering blijft er een verontreinigingvlek met gehaltes honderdduizend keer boven de drinkwaternorm. Is dat saneren in Vlaanderen?
Isabelle Larmuseau, milieujuriste
3M kreeg daarom van de Vlaamse afvalstoffenmaatschappij OVAM de opdracht een saneringsplan te maken. Het bedrijf huurde daarvoor erkend bodemsaneringsdeskundige Arcadis in.
In oktober 2008 presenteerde Arcadis het plan. Daarin besprak het een aantal saneringsopties voor de verschillende vervuilde zones. Neem de productiezone van de fabriek. Variant één had als doel de concentratie voor de som van PFOS, PFOA en PFHS – drie chemicaliën in een familie van biologisch niet afbreekbare, zeer gevaarlijke stoffen – terug te dringen tot 5000 microgram per liter. Dat zou ruim zes miljoen euro kosten. Variant twee legde de lat minder hoog. Doel was ‘verdere verspreiding van de verontreinigingszone met concentraties boven 10.000 microgram per liter voor de som van PFOS, PFOA en PFHS, tegen te gaan’. In dat geval zouden de kosten ongeveer de helft bedragen.
De ambitieuze optie scoorde vier keer beter als het ging om de hoeveelheid vuiligheid die opgepompt en daarna uit het grondwater gefilterd zou worden. Toch kwam de variant die genoegen nam met het voorkomen van verdere verspreiding nipt beter uit de bus. Hoe dat kon? In de berekening telden de kosten veel zwaarder mee dan de hoeveelheid verwijderd gif. Ook voor een andere zwaar vervuilde zone ter hoogte van voormalige slibbekkens was de status quo-optie de winnaar. Arcadis besprak de mogelijkheid de gronden volledig in te kapselen. Maar dat was veel duurder dan te zorgen dat de verontreinigingsvlek zich door het oppompen en zuiveren van het grondwater niet verder uitbreidde.
‘De evaluatie van de varianten is uitgevoerd conform de standaardprocedure en de daarin beschreven methodiek’, zegt Arcadis in een reactie. ‘Arcadis heeft als onafhankelijk erkend bodemsaneringsdeskundige zelf geen gewichten voor de verschillende criteria toegekend, en al zeker niet naar eigen goeddunken.’
Nazorg: geen uitbreiding
Geen groei van de vlek met hoge concentraties PFOS was het uitverkoren doel. Dat staat ook met zoveel woorden onder het kopje ‘Nazorg’. Nog na af- ronding van de sanering zou er een monitoring plaatsvinden om in de gaten te houden of ‘de verontreinigingspluim constant blijft qua omvang (geen uitbreiding van de 10.000 microgram per liter-contour voor de som van PFOS, PFOA en PFHS).’
Het is een formulering om even goed bij stil te staan. De contour is de omtrek van de vlek waar de concentratie hoger ligt dan 10.000 microgram per liter. In 2003 had 3M de productie van PFOS stilgelegd. Het ging dus om een historische vervuiling, er kwam in principe niets meer bij. Als een verontreiniging uitdijt, verdunt ze. Haal je het doel dat de omtrek van de vlek met concentraties boven 10.000 microgram per liter niet groeit dan niet vanzelf?
‘Zodra verontreiniging in de grond aanwezig is, blijft ze zich verder verspreiden. Er komt geen nieuwe verontreiniging bij, maar de hoeveelheid verspreidt zich wel verder in steeds lagere concentraties. Vandaar dat dit een volledig aanvaardbare optie was’, stelt de woordvoerder van Arcadis, die daarmee eigenlijk bevestigt dat de beheersing van de contour geen tour de force is. Ook benadrukt het ingenieurs- en adviesbureau dat het maar om een eerste stap ging. ‘Deze doelstelling is opgenomen in een gefaseerd BSP (bodemsaneringsproject, nvdr), dat wil zeggen dat er dus ook nog een tweede gefaseerd BSP nodig is.’
Intussen is 2008 veertien jaar geleden, maar op dat eerste bodemsaneringsplan is nog geen tweede gevolgd. De doelen van toen zijn dus voorlopig nog steeds van kracht.
Geen overmatige kosten
Arcadis bedacht in oktober 2008 het plan, OVAM keurde het in februari 2009 goed na een adviesronde bij andere overheden. Waarom vond de overheid het afdoende dat 3M niet meer deed dan voorkomen dat de vervuilingsvlek groter werd?
‘Bij expanding verontreinigingspluimen wordt het evenwicht tussen verspreiding en verdunning pas bereikt nádat de verontreiniging zich over een bepaalde afstand heeft verspreid’, stelt de woordvoerder van OVAM. ‘In het beschrijvend bodemonderzoek van 30 juni 2006 besluit de deskundige dat de verontreinigingen met PFAS in het grondwater een risico inhielden op verdere verspreiding, zowel in horizontale als in verticale richting. Door de lage doorlaatbaarheid van de bodem en de hoge mate van doorspoeling die nodig is om PFAS-componenten uit te spoelen, is een volledige verwijdering van de verontreiniging door grondwateronttrekking en -zuivering niet mogelijk. De sanering bestaat daarom uit een beheersing van de verontreiniging.’
Volledige verwijdering mag niet mogelijk zijn, feit blijft dat de strengere varianten op grond van de kosten het aflegden tegen de slappere. ‘Het saneringscriterium wordt bepaald op basis van het zogenaamde BATNEEC-principe (best available technologies not entailing excessive costs)‘, legt OVAM uit. ‘In het Bodemdecreet uit 2008 staat dat de bodemsanering erop gericht is om te vermijden dat de bodemkwaliteit een risico oplevert of kan op- leveren tot nadelige beïnvloeding van mens of milieu door gebruik te maken van de beste beschikbare technieken die geen overmatig hoge kosten met zich meebrengen.’
Blijkbaar leidt de gehanteerde methodiek ertoe dat 6,3 miljoen euro inclusief btw voor het saneren van de productiezone van multinational 3M, een van de sterkst met PFOS vervuilde locaties ter wereld, als ‘overmatig’ geldt.
Filip Tack, hoogleraar biochemie in Gent, is niet verbaasd. ‘In de bodemsanering is het een gangbare praktijk te gaan naar beheersing’, zegt hij. De variant die de vervuiling terugbrengt naar 5000 microgram per liter is in zijn ogen niet veel beter. ‘Dat blijft ridicuul hoog. Het is heel moeilijk om het nog veel lager te krijgen. Dan lopen de kosten sterk op.’ De moraal van het verhaal is in zijn ogen dat je bodemverontreiniging moet zien te voorkomen. ‘We blijven maar chemicaliën produceren waarvan we niet goed weten of ze schadelijk zijn. En als ze eenmaal in het milieu zitten, zijn ze nauwelijks nog weg te krijgen.’
‘Is het gangbaar? Het gebeurt’, antwoordt Lars Van Passel van milieutechnisch bureau RSK op de vraag of het gebruikelijk is dat het beheersen van een verontreiniging het doel van een sanering is. ‘Ik heb ook wel dossiers af- geleverd waarin dat het geval was omdat het simpelweg niet realistisch was om een verwijdering voor te stellen. Het is het minimum dat je naar een beheersing gaat.’ Meer is soms niet mogelijk omdat er niet altijd volledige toegang is tot het gebied waar de sanering moet plaatsvinden, legt Van Passel uit. ‘Als we over saneren spreken, moet ik er altijd bij zeggen “in de betekenis van het Bodemdecreet” en dat kan een andere zijn dan die in het woordenboek.’
Uitgesprokener is milieujuriste Isabelle Larmuseau, die de wetenschappelijk coördinator is van een post-academische opleiding voor bodemsanerings-deskundigen. ‘Het bewaken van een concentratiecontour, terwijl de PFOS-productie twintig jaar geleden is gestopt en elke verspreiding leidt tot een lagere in plaats van een hogere concentratie? Met zo’n “saneringsdoel” kun je alleen maar succes hebben. Na de sanering blijft er een verontreinigingvlek met gehaltes honderdduizend keer boven de drinkwaternorm. Is dat saneren in Vlaanderen?’
Dit artikel is een vervolg op de in Knack gepubliceerde reconstructie van de PFOS-affaire ‘De kunst van het wegkijken‘ door het collectief van gespecialiseerde onderzoeksjournalisten The Investigative Desk. Het onderzoek werd gerealiseerd met de steun van het Fonds Pascal Decroos voor bijzondere journalistiek en het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier