Tom De Meester (PVDA)
‘Na het Optima-schandaal: 6 lessen voor de toekomst’
‘De Optima-commissie in Gent is een gemiste kans, een schoolvoorbeeld van oude politieke cultuur’, vindt Tom De Meester (PVDA). ‘In plaats van een externe onderzoekscommissie op te richten, koos de Gentse gemeenteraad voor een partijpolitiek potje afbraakvoetbal, waarbij naar hartelust op de man gespeeld werd, en vooral niet op de bal.’
Veel lessen heeft het Gentse stadsbestuur blijkbaar niet getrokken uit het Optima-schandaal. Terwijl de Optima-commissie vorige donderdag in het Stadhuis haar laatste zitting afwerkte mocht projectontwikkelaar MG Real Estate een luxeus VIP-feestje aanrichten op de Graslei. In een drijvende kathedraaltent met transparante koepel genoot een select gezelschap van 900 bouwpromotoren en genodigden van een exclusief walking dinner.
Je kon er ook politici spotten: Geert Versnick en Christophe Peeters van Open VLD bijvoorbeeld. Gewone Gentenaars waren uiteraard niet toegelaten, en zelfs de pers werd op afstand gehouden. Je kwam het private ponton alleen maar op met een golden pass van MG Real Estate, en een politiecordon hield partycrashers nogal agressief van het vastgoedvlot.
‘Na het Optima-schandaal: 6 lessen voor de toekomst’
Symbolischer kan bijna niet. Tien dagen lang werden Graslei en Korenlei – populaire ontmoetingsplaatsen voor Gentenaars van alle slag – ingepalmd door bouwreus MG Real Estate, tegen het spotprijsje van 1.415 euro. “Per vierkante meter openbare ruimte?” vroeg een vriend ietwat naïef. “Neen, voor 10 dagen Graslei.” Zoveel is erkend Unesco Werelderfgoed blijkbaar waard op de vrije markt.
Achterkamerpolitiek
“Wat ging er door het hoofd van de verantwoordelijken die dat ooit een goed idee vonden?”, schrijft opiniërend hoofdredacteur Bart Eeckhout in De Morgen. “De privatisering en vermarkting van de openbare ruimte is een van de grootste kwalen van het hedendaagse stadsleven. Het staat haaks op elke vorm van vooruitstrevend stadsbeleid. Een beetje progressief bestuur zou meteen en kordaat ‘neen’ moeten roepen bij zo’n voorstel. Maar niet in Gent. Daar ‘verhuren’ ze een stuk lei aan een projectontwikkelaar en noemen ze het een ‘cultureel evenement’.”
‘Het stadsbestuur zal voortaan wel twee keer nadenken voor ze exclusieve vastgoedfeestjes op de Graslei als cultureel evenement vergunt.’
Net als het Optima-schandaal toont het VIP-feestje op de Real-Estate-Lei haarscherp hoe diep onze mooie stad diep dooraderd is met informele netwerken van bouwpromotoren en politici. Als doodgewone restauranthouder moet je er nog niet aan dénken om de Graslei in te palmen. En vraag eens wat een foorkramer voor een standplaats moet betalen. De kaarten liggen blijkbaar anders als je Ignace De Paepe heet en in het schepencollege de juiste mensen kent. Pure achterkamerpolitiek.
“Niet voor herhaling vatbaar”, concludeerden schepen Tom Balthazar en burgemeester Daniël Termont, duidelijk geschrokken van alle commotie. Ik mag het hopen. Maar er is meer nodig dan kurieren am symptom. Ja, het stadsbestuur zal voortaan wel twee keer nadenken voor ze exclusieve vastgoedfeestjes op de Graslei als cultureel evenement vergunt. Net zoals je burgemeester Daniël Termont of schepen Christophe Peeters niet snel nog in de privéjet van bankiers of vastgoedbobo’s zal zien klimmen. Een ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen.
Tijd voor een nieuwe politieke cultuur
De Gentse Optima-commissie dreigt ondertussen een maat voor niets te worden. “Een kluchtenkabinet”, schreven de media, “een slecht stukje stadstheater”. Wat een oefening in democratisch debat en maatschappijkritiek had kunnen worden, verzandde in politiek gekrakeel. De Optima-commissie werd al snel het Grote Proces Termont. Siegfried Bracke (N-VA) en Johan Deckmyn (Vlaams Belang) genoten zichtbaar van de drijfjacht op het aangeschoten wild, ook al leverden hun losse flodders weinig vuurwerk op.
Dat ook Daniël Termont zich keer op keer in die framing liet opsluiten, was een strategische blunder. In plaats van kritisch in de spiegel te kijken en het debat open te trekken naar de structurele verwevenheid van de Gentse politiek en big business, parkeerde Daniël Termont zichzelf keer op keer op het beklaagdenbankje, vastbesloten als hij was om zijn ziel wit te wassen. De agressieve uithalen van Termont – “Ik ben het godverdomme kotsbeu” – en de tirades van Termonts advocaat op de commissiezittingen versterkten alleen maar de perceptie van een kat-in-het-nauw.
‘De essentie van het debat ging verloren in scheldpartijen, leugens en halve waarheden.’
De Optima-commissie is een gemiste kans, een schoolvoorbeeld van oude politieke cultuur. In plaats van een externe onderzoekscommissie op te richten, zoals de PVDA bepleitte, koos de Gentse gemeenteraad voor een partijpolitiek potje afbraakvoetbal, waarbij naar hartelust op de man gespeeld werd, en vooral niet op de bal.
De essentie van het debat ging verloren in scheldpartijen, leugens en halve waarheden. Het bijna vriendschappelijk tegen de macht aanschurken van de Optima’s en de MG Real Estates, de subtiele collusie tussen big business en gemeentepolitiek, de diep doordesemde cultuur van ons-ons-kent-ons en wie-doet-ons-wat: dáár moet het debat over gaan.
Het ziet er voorlopig niet naar uit dat we op de Optima-commissie moeten rekenen om de oude politieke cultuur van Paars te kraken. Daar is meer voor nodig: een kritische burgerbeweging, en een linkse oppositiestem in de Gentse gemeenteraad. Veel voorstellen voor de toekomst hebben we in de Optima-commissie vooralsnog niet gehoord. Niet bij de rechtse oppositie, en al zeker niet bij de meerderheidspartijen, die zich vier zittingen lang vervolmaakten in de kunst van het stilzwijgen.
Ja, er komt wellicht, op voorspraak van het stadsbestuur, een aanscherping van de deontologische gedragscode: een verbod op door bankiers en projectontwikkelaars gesponsorde vliegtuigreisjes. Het zou er nog maar aan mankeren. Maar mag het ook iets meer zijn, alstublieft?
Les 1: Bouw waterdichte schotten
Als er één les is die we moeten trekken uit het Optima-debacle, dan wel dat we beter waterdichte schotten inbouwen tussen de politiek en big business. Dat Geert Versnick, de fixer van Open VLD, jarenlang ongestraft mocht bijklussen als bestuurder bij Optima, tart alle verbeelding. Versnick is hét symbool van de belangenverstrengeling tussen een bepaalde politieke elite en de wereld van het grote geld.
Waarom voeren we geen duidelijke, transparante regel in? Het moet voor gemeenteraadsleden en schepenen verboden zijn om er betaalde mandaten in private of beursgenoteerde bedrijven op na te houden. Schrijf dat in de deontologische code van de Stad Gent.
‘Verkozen politici zijn verantwoording verschuldigd aan de bevolking en horen niet thuis in raden van bestuur van multinationals, beursgenoteerde bedrijven of banken.’
Dat Daniël Termont jaarlijks 26.000 euro bijverdient als bestuurder bij het beursgenoteerde gasbedrijf Fluxys, en Geert Versnick 35.000 euro schnabbelt als ondervoorzitter van Elia, dat is onzindelijk. Verkozen politici zijn verantwoording verschuldigd aan de bevolking en horen niet thuis in raden van bestuur van multinationals, beursgenoteerde bedrijven of banken. Wat is er mis met een consequent engagement voor de samenleving?
En las een ontluizingsperiode in van vijf jaar, vooraleer ex-politici na hun afscheid uit de politiek een mandaat kunnen opnemen bij banken of bedrijven. Niemand gelooft dat multinationals ex-politici aan boord halen voor hun expertise en know-how. Wel voor hun uitgebreide adresboekje en wijdvertakte politieke netwerk. Een afkoelingsperiode van vijf jaar is geen overdreven luxe. Dat het Gentse stadsbestuur daarin het voortouw neemt: zou dat geen mooi signaal zijn?
Les 2: Ga naar Barcelona, niet naar Cannes
Het blijft ook na vier Optima-zittingen onbegrijpelijk dat het stadsbestuur geen graten ziet in de jaarlijkse uitstapjes naar de MIPIM-vastgoedbeurs. Zelfs Groen-schepen Filip Watteeuw werd in Cannes gespot. “Het is mijn wereld niet”, zegt hij, maar “het is logisch dat we gaan, zolang er voor de stad meerwaarde uit komt.” Een opmerkelijke uitspraak. Toen Filip Watteeuw nog oppositieleider was heeft hij zich immers altijd fel gekant tegen de “bizarre praktijk” van het Gentse schepencollege om te gaan lobbyen in Cannes, samen met rechtstreekse belanghebbenden als architect Bontinck, Ghelamco of MG Real Estate.
‘Hoe onafhankelijk ben je nog als stadsbestuur, als je samen met projectontwikkelaars en betonboeren een lobbyclub opricht?’
Die kritiek blijft ook vandaag overeind. Hoe onafhankelijk ben je nog als stadsbestuur, als je samen met projectontwikkelaars en betonboeren een lobbyclub opricht, met zetel op het stadhuis en gecoördineerd door de stadssecretaris? Dat N-VA-boegbeeld Jan Jambon een Diamantclub opricht, daar schrikt niemand van. Maar een progressief stadsbestuur houdt best een armlengte afstand van de Club van Cannes.
“Termont heeft gelijk. Zonder zakenleven gaat er niet veel vooruit”, zei burgemeester Bart De Wever onlangs in de Antwerpse gemeenteraad. Nochtans maken de mensen de stad, niet de projectontwikkelaars en bouwpromotoren. Van een progressief stadsbestuur mag je een tegendraadse visie verwachten. Waarom verspilt het Gentse stadsbestuur kostbare tijd op een pronkerige vastgoedbeurs? Wat valt daar te ontdekken, behalve de macht van het grote geld? Waarom gaat het schepencollege niet op studiereis naar steden die ons écht iets te leren hebben. Naar het Barcelona van Ada Calau bijvoorbeeld, waar burgers de voorbije maanden in een indrukwekkende inspraakoperatie 10.860 voorstellen bezorgden aan het stadsbestuur, waarvan er 7.284 effectief zijn weerhouden. Dáár valt iets te leren.
‘Er is zoveel te leren in het buitenland, maar het minst van al in Cannes.’
Of organiseer een studietrip naar München, waar een stedelijk energiebedrijf alle inwoners voorziet van 100 procent duurzame stroom. Ga naar Wenen, waar betaalbaar wonen de topprioriteit is. Niet de private projectontwikkelaars zetten daar de koers uit, wel een strakke stedelijke regie. Er is zoveel te leren in het buitenland, maar het minst van al in Cannes.
Les 3: Maak het bestuur echt openbaar
Het schepencollege mag in het bestuursakkoord dan wel beloven om “sterk werk te maken van pro-actieve informatieverstrekking”, in werkelijkheid is er van transparantie veel te weinig sprake. Uit de Optima-commissie blijkt hoe weinig transparant de besluitvorming over stadsontwikkeling en grote bouwprojecten wel niet is. Niemand weet waarover al die gesprekken tussen politici en bedrijfsleiders gaan. “Over zaken”, klinkt het keer op keer, maar niemand kan zich herinneren over wélke zaken.
‘Niemand zegt dat het stadsbestuur niet met bedrijfsleiders mag spreken. Maar doe dat transparant, en zorg voor democratische controle.’
Nochtans is dat simpel op te lossen. Hou een verplicht, publiek register bij van alle contacten tussen het stadsbestuur en het bedrijfsleven. Neem een expert van de bevoegde administratie mee, en zorg voor een transparant verslag. Niemand zegt dat het stadsbestuur niet met bedrijfsleiders mag spreken. Maar doe dat transparant, en zorg voor democratische controle.
Strategische beslissingen worden in Gent al te vaak ver van de schijnwerpers genomen in publiek-private constructies, projectvennootschappen waar politici en projectontwikkelaars achter de schermen samen aan hetzelfde zeel trekken. En de deals blijven achter slot en grendel. Het Ghelamco-dossier, meer dan duizend bladzijden, blijft ook na lang aandringen in de Optima-commissie geheim, omwille van ‘geheimhoudingsclausules’. En wie als kritische burger het dossier ‘Oude Dokken’ opvraagt, krijgt een gecensureerde versie waaruit de helft met dikke, zwarte alcoholstift geschrapt is. Om de commerciële belangen van de projectontwikkelaars te beschermen, heet het. En wat met het algemeen belang?
‘Ik zeg het niet graag, maar het progressieve stadsbestuur in Gent kan een voorbeeld nemen aan de Vlaamse regering, die onlangs besliste om alle bestuursdocumenten voor burgers beschikbaar te stellen.’
Transparantie begint bij het openbaar maken van alle bestuursbeslissingen. Ik zeg het niet graag, maar het progressieve stadsbestuur kan een voorbeeld nemen aan de Vlaamse regering, die onlangs besliste om alle bestuursdocumenten voor burgers beschikbaar te stellen: alle regeringsnota’s, mededelingen, ontwerpdecreten… en dat vanaf hun eerste – principiële – behandeling op de ministerraad. Komaan Gent, dat kunnen wij ook, en beter! Geef burgers ook toegang tot alle bestuursdocumenten van SOGent en andere stadsbedrijven en intercommunales, en maak contracten en convenanten met projectontwikkelaars openbaar. Waarom schrik hebben van democratische controle?
Les 4: Benoem een Gentse Stadsbouwmeester
Een Stadsbouwmeester, die boven het schepencollege staat, onafhankelijk van de administratie: het is geen nieuw idee. In 2014 beloofde burgemeester Termont al een Stadsbouwmeester aan te stellen, maar dat wil maar niet lukken. Nochtans blijkt uit de Optima-commissie hoe broodnodig een vastgoedwaakhond is. Om over de architecturale kwaliteit van onze stedebouw te waken. En om te vermijden dat grote stadsprojecten in besloten achterkamers vorm krijgen.
In geen enkel land wordt er een stadion gebouwd zonder internationale architectuurwedstrijd.
Neem nu de Ghelamco-arena. Op de Optima-commissie getuigt Ivan De Witte van AA Gent hoe Bontinck Architecture de Ghelamco-arena mocht bouwen “omdat hij net een loge gekocht had bij AA Gent.” Het is Bontinck die vervolgens de omstreden Optima-bankier Jeroen Piqueur aan boord haalt, en samen trekken ze naar Daniël Termont om het project vlot te trekken.
“In geen enkel land wordt er een stadion gebouwd zonder internationale architectuurwedstrijd”, verklaarde architectuurdocent Marc Dubois (KULeuven) in de Optima-commissie, “behalve in Gent. Hier gebeurt dat onderhands, in een sfeer van ‘ons kent ons’.” Precies om dat te vermijden is een Stadsbouwmeester nodig: een onafhankelijke waakhond die de keuze van publieke bouwprojecten in goede banen leidt. Eerste opdracht: een grondige audit van de toewijzing van grote stadsontwikkelingsprojecten in de afgelopen 15 jaar.
En organiseer meteen ook een volwaardige Kwaliteitskamer, die transparant en onafhankelijk kan waken over de architecturale kwaliteit, maar ook over sociale aspecten en duurzaamheid. Ook de Gecoro-commissie – de gemeentelijke adviescommissie ruimtelijke ordening – moet meer armslag krijgen: betrek de Gecoro in een pril stadium, en maak haar adviezen openbaar.
Les 5: Kies radicaal voor burgerparticipatie
Het Gentse bestuursakkoord staat bol van de beloftes over ‘co-creatie’, ‘participatiepacten’, ‘buurtstuurgroepen’ en andere vormen van ‘innovatie participatie’. “Gentenaars moeten van meet af aan betrokken zijn bij alle grote toekomstplannen voor de stad”, klinkt het. Daar is vooralsnog maar weinig van te merken.
Uit de Optima-commissie blijkt hoe strategische beslissingen over stadsontwikkeling dikwijls in de schaduw genomen worden, ver van het publieke debat, en zonder noemenswaardige inspraak. Klankbordgroepen waar hoogstens over de kleur van de gevelsteen wordt gedebatteerd, terwijl de grote lijnen door projectontwikkelaars worden uitgezet: dat is geen democratie, dat is oude politieke cultuur.
‘Organiseer een stadsbreed debat over betaalbaar, duurzaam wonen.’
Participatieve democratie is een werkwoord. Verzamel voorstellen bij de bevolking, zoals burgemeester Ada Calau in Barcelona doet. Richt een Stedelijke Woonraad op, met geëngageerde burgers, democratisch verkozen, die vorm willen geven aan een betaalbaar, duurzaam woonbeleid. Geef spreekrecht aan actiecomités zoals Buitensporig op de gemeenteraad en op de bevoegde commissies. Noem het een PPS-constructie: een publiek-publieke samenwerking.
En vooral: organiseer een stadsbreed debat over betaalbaar, duurzaam wonen. In het kader van de ‘Ghent Flanders Development Group’ organiseerden de Stad Gent en de projectontwikkelaars een “co-creatietraject” over de vraag “Hoe ziet de Gentse kantorenmarkt in de binnenstad eruit in 2030?” In plaats daarvan zou het stadsbestuur beter een diepgaand democratisch debat opzetten over de vraag “Hoe zorgen we in 2030 voor een betaalbare, duurzame woning voor alle Gentenaars?”
Les 6: Maak van 100% betaalbaar wonen een prestigeproject
Gent heeft zonder twijfel de gezondste kantorenmarkt van Vlaanderen. Nergens groeit de markt sneller en staan er minder kantoren leeg. Maar de huurmarkt is ziek. Het aanbod aan betaalbare huurwoningen is schaars en bijna 10.000 Gentenaars staan op de wachtlijst voor een sociale woning. Zo kan het niet verder.
Wordt het niet stilaan tijd voor een stadsontwikkeling op mensenmaat? Als je private projectontwikkelaars vrij spel geeft bouwen ze Gent vol lofts en luxe-appartementen. Het stedelijke stadsontwikkelingsbedrijf SOGent gedraagt zich al te vaak als een private projectontwikkelaar. Dat er daarbij steeds meer rekening gehouden wordt met duurzaamheid en architecturale kwaliteit verandert weinig aan de grond van de zaak. Hippe eco-woningen voor de rijkere middenklasse, onbetaalbaar voor de Gentenaar, lossen de wooncrisis niet op, maar zorgen alleen voor sociale verdringing. De Stad moet zelf investeren in betaalbare huisvesting op mensenmaat, wil ze greep krijgen op de oververhitte huurmarkt.
Vorm SOGent dus om tot een echte publieke woondienst, transparant en democratisch. En breng partners rond de tafel die samen willen bouwen – letterlijk aan figuurlijk – aan betaalbare, duurzame huisvesting op mensenmaat. Honderd procent betaalbaar wonen, als we daar nu eens een prestigeproject van maakten?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier