N-VA en Vlaams Belang hebben meerderheid in commissies Vlaams Parlement
De twee grootste partijen in het Vlaams Parlement, N-VA en Vlaams Belang, komen samen niet aan een meerderheid van 63 zetels. Maar in de afzonderlijke commissies, die meestal uit 15 leden bestaan, zouden ze wél aan meerderheid komen. ‘Dat kan interessant zijn’, zegt Chris Janssens (Vlaams Belang).
De overwinnaar van 26 mei, Vlaams Belang, behaalde in het Vlaams Parlement een score van 18,5 procent. De partij van Tom Van Grieken krijgt er maar liefst 17 zetels bij en mag rekenen op een fractie van 23 parlementsleden sterk.
N-VA bleef de grootste partij. De formatie rond Bart De Wever verloor weliswaar meer dan 7 procentpunten en 8 zetels, maar met een fractie van 35 leden is ze nog steeds de sterkste.
Tijdens de eerste verkennende gesprekken van De Wever bleek dat het Vlaams Belang niet meteen is afgeschreven. N-VA’ers zeggen het ‘signaal van de kiezer’ niet te willen negeren en benadrukken meermaals dat hun partij het cordon sanitaire tegen het toenmalige Vlaams Blok nooit heeft onderschreven. ‘Nog nooit heeft de kiezer zo massaal Vlaams-nationaal gestemd’, zei De Wever op verkiezingsavond.
Toch behalen de partijen geen meerderheid in het Vlaamse halfrond. Met een gezamenlijk aandeel van 58 zetels komen de Vlaams-nationalistische partijen 5 zetels tekort voor een meerderheid van 63 stuks.
In de plenaire vergadering stranden beide dus op een zucht van een meerderheid. Maar in de parlementaire commissies ligt dat anders. Die werkgroepen bestaan meestal uit 15 leden die zich specialiseren in een of andere beleidsmaterie, zoals welzijn, mobiliteit of onderwijs.
De samenstelling van de commissies gebeurt op basis van de verhoudingen in het voltallige parlement. De verdeelsleutel volgt hierbij het systeem-D’Hondt, dat grote partijen bevoordeelt.
Volgens politicoloog Bart Maddens (KU Leuven) heeft N-VA als grootste partij recht op 5 zetels. Dan volgt Vlaams Belang met 3 zetels. CD&V, Open VLD en Groen krijgen er elk 2, SP.A sluit de rangen met 1. In sommige commissies zal ook een van de vier verkozen PVDA’ers moeten aanschuiven.
De verdeling zorgt er wel voor dat N-VA en Vlaams Belang samen 8 zetels behalen – een meerderheid.
Zeker in een regering met N-VA en Vlaams Belang is dit een interessant gegeven.
Navraag bij de partijen leert dat ze hiervan op de hoogte zijn. In welke mate die kennis een rol speelt tijdens de regeringsonderhandelingen is nog onduidelijk. Men is zich er wel van bewust dat absolute meerderheden het parlementaire werk potentieel kunnen beïnvloeden. Zo mogen zij de goedkeuring en bespreking van decreten rekken door onder meer experten of ander advies op te roepen. Ook kunnen ze amendementen op decreten goedkeuren.
‘Maar dat N-VA en VB een absolute meerderheid zouden hebben, betekent niet zo veel, want stemmingen in de commissie hebben juridisch geen enkele waarde’, zegt professor Maddens.
In principe stromen decreten niet meer door naar de plenaire vergadering wanneer ze worden afgekeurd binnen de commissie. Maar die regel staat niet in steen gebeiteld. ‘Een volksvertegenwoordiger kan vragen dat een initiatief dat niet is goedgekeurd in de commissies, toch wordt besproken in de plenaire vergadering’, aldus het reglement van het Vlaams Parlement.
Hoe dan ook vindt fractieleider Chris Janssens (Vlaams Belang) het vooruitzicht van een meerderheid in commissie ‘een interessant gegeven’. ‘Zeker in een mogelijke regering met N-VA en Vlaams Belang’, voegt hij eraan toe. Zo’n constructie is vooralsnog echter onmogelijk, aangezien geen enkele partij de nodige meerderheid wil leveren in de plenaire vergadering.
Het is bovendien belangrijk aan te stippen dat de huidige meerderheidspartijen N-VA, CD&V en Open VLD óók een meerderheid hebben van 9 zetels. De grootte van de commissies kan zelfs aangepast worden door het Uitgebreid Bureau, waarin de erkende fracties de politieke gang van zaken regelen. ‘Al zie ik daar niet meteen redenen voor’, zegt Janssens.
Verkiezingen 2019
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier