Pascal Debruyne
‘Muren en hekken zijn niet nieuw: waar liggen de grenzen van een grensbeleid?’
‘De tragedie vandaag is dat beleidsmakers niet duurzaam bezig zijn met asiel en migratiebeleid. Toch niet met maatregelen die kunnen werken, gestut door een mensenrechtenkader’, schrijven Pascal Debruyne, Ellen Desmet en Robin Vandevoort over de recente bijeenkomst van de Europese leiders op een top over asiel en migratie.
“Hoe hoger de hekken, hoe gekker de gekken. Maar aan welke kant van het hek?”, zingt Stijn Meuris van Noordkaap. Toepasselijk voor de recente discussie van Europese leiders die samen kwamen in het kader van een Europese top over asiel en migratie. Het oordeel van experten klinkt logischerwijs vernietigend.
Hanne Beirens, directeur van het Migration Policy Institute Europe noemt het symptoombestrijding: “Hekken of muren zorgen ervoor dat migranten gewoon gevaarlijkere wegen zoeken om een land binnen te raken, waardoor er meer doden vallen. Bovendien heeft een afscheiding pas nut als de grens over de hele lengte wordt afgezet. Anders krijg je gewoon een verschuiving van de migratiestromen, van het ene land naar het andere.” Zelfs bijgestaan door Gerald Knaus, bedenker van de Turkijedeal. “Migratiestromen stop je niet met hekken, geweld en pushbacks, maar met diplomatie en akkoorden die gaan over reguliere migratiewegen en hervestiging in ruil voor het terugdringen van irreguliere migratie.”
In 2021 vroegen twaalf landen al eens Europees geld om hun grenshekken te bekostigen, maar de Europese Commissie weigerde in te gaan op hun verzoek. De bocht is dus opvallend. En zegt iets over de politieke conditie vandaag over asiel en migratie. Dat Belgische centrumpartijen schuiven in de Trumpiaanse roep om “build that wall” is opvallend. De argumentatie van zelfs het sociaaldemocratische Vooruit dat het gaat om “de bescherming en ondersteuning van onze welvaartstaat” spreekt boekdelen over de flinkse koers die de partij/beweging maakt.
Hekken en muren zijn niet nieuw. Tussen 2000 en 2022 werd ruim 2.000 kilometer hekwerk opgetrokken, waarvan driekwart langs de buitengrenzen. Daarmee is al 13% van de Europese Unie is omheind. Maar de Europese Unie volledig afschermen met hekken en muren is onhaalbaar, door de quasi 9.000 kilometer-lange landsgrens en de kustlijn van 42.000 kilometer. Een kustlijn waar de meeste irreguliere migratie aan en-voorbijkomt.
Die gaten in de muur van ‘Fort Europa’ worden opgevuld door de steeds meer genormaliseerde praktijk van ‘pushbacks’: mensen die een grens oversteken om bescherming te zoeken, worden opgepakt en teruggedreven aan de andere kant van de grens. Dat gaat vaak gepaard met buitensporig geweld, waarin ‘natuurlijke’ grenzen een cruciale rol spelen. Mensen worden opgepakt en bij vriestemperaturen gedropt in bossen en rivieren aan grensgebieden in landen als Kroatië, Hongarije en Litouwen. In de regio van Calais wagen steeds meer mensen, opgejaagd door het Franse ‘zéro point de fixation’ beleid, de oversteek van Het Kanaal in gammele bootjes. En terwijl de Italiaanse en Griekse regering NGOs die reddingsoperaties uitvoeren criminaliseren, raakten sinds 2014 naar schatting 25,821 migranten vermist in de Middellandse Zee.
(Lees verder onder het artikel.)
Die flagrante schendingen van het recht om bescherming aan te vragen, zijn uitvoerig gedocumenteerd. Toch blijkt dat de richting waarin Europese staten stappen, gestut door de Europese commissie. En door agentschappen als Frontex, het EU-agentschap dat lidstaten helpt bij controles van de buitengrenzen dat haar budget zag stijgen naar 754 miljoen euro. De enige duidelijke cijfers die dat beleidsregime duidelijk produceert, zijn volgens Reece Jones een stijgend aantal doden, omdat mensen op de vlucht meer gevaarlijke routes zoeken. Dat roept tal van vragen op: wat is de financiële, menselijke en morele kost van een ‘harde’ grens rond Europa? Wat rest nog van het politieke, naoorlogse Europese project, als we mensen in nood aan bescherming doelbewust buiten het recht plaatsen?
Het Europees migratiepact
De aandacht gaat echter vooral naar “spectaculaire” voorstellen zoals bijkomende muren en hekken, omdat ze de harde grenspolitiek belichamen. Wat ontbreekt is aandacht voor het beleid zélf, dat nieuwe juridische concepten van “ontgrenzing” introduceert. Tijdens een interview op de Ochtend van Radio 1 stelde premier De Croo het volgende: “Aan de deur van Europa moet het duidelijk zijn of ze asiel krijgen of niet. Zodat ze het continent niet kunnen binnenkomen.” Daarmee zegt hij iets belangrijks over het Europees migratiepact.
Europees migratiepact? Na enkele jaren regeerwerk horen we weinig tot niks uit de krochten van Vivaldi over het Europees migratiepact. Toch niet op een ernstige manier die iets vertelt over het denkkader en de positionering van Vivaldi in dit proces. De voormalige en huidige staatssecretaris, de laatste keer geflankeerd door de premier, stapt kritiekloos mee in het voorliggende voorstel en dito proces van het Europees migratiepact.
Nochtans ligt het Europees migratiepact sterk onder vuur van Europese NGO’s, zoals ECRE en JRS Europe maar ook Caritas en Belgische NGO’s. Ze hebben bedenkingen over een nog complexer Dublinsysteem dat niet werkt vandaag, detentie aan de buitengrenzen (verplichte 12 weken voor triage op basis van de erkenningsgraad) en daaraan gekoppeld ondermaatse asielprocedures als “het nieuwe normaal”. Ze hebben ook bedenkingen bij vrijwillige solidariteitsmechanismen tussen Europese lidstaten, waarbij deze à la carte kunnen kiezen tussen het opnemen van mensen, een financiële bijdrage of steun aan terugkeer.
“Non-entry fiction”
Vooral het concept “Non-entry fiction” -de fictie dat je niet op het grondgebied van een staat bent- roept vragen op. Zoals ECRE stelt is de “non-entry fiction” een juridisch betwiste vordering van staten waarin een onderdaan van een derde land fysiek op het grondgebied van een land kan aankomen, maar pas legaal aankomt nadat zij toegang heeft gekregen van een gemachtigde grensbeambte. Onderdanen van derde landen die aan een buitengrens aankomen zonder aan de reguliere inreisvoorwaarden te voldoen, zouden zo onderworpen worden aan een uniforme screening, bestaand uit een gezondheids- en kwetsbaarheidscontrole, een identiteitscontrole, registratie van biometrische gegevens en een beveiligingscontrole.
(Lees verder onder het artikel.)
Zoals Caterina Molinari beschrijft in een recente academische publicatie streeft men ernaar door middel van non-entry ficties, het juridische begrip “grens” los te koppelen van de fysieke realiteit, voor de toepassing van het migratierecht (alleen daarvoor). Mensen worden daardoor de facto vastgehouden in een faciliteit die juridisch als ‘buiten de grenzen´ wordt bestempeld. Als dat al een deur openzet, is het de deur naar systematische grensdetentie. Dat gebeurt trouwens al min of meer voor wie aan de luchthaven een beschermingsverzoek indient, omdat aanvragers zich in een “transitzone” bevinden.
De fictie van niet-binnenkomst creëert een liminale juridische ruimte waar staten controle uitoefenen door de toegang tot rechten voor onderdanen van derde landen te beperken. In de context van asiel belemmert de fictie van niet-binnenkomst de mobiliteit van asielzoekers, de toegang tot rechten en asielprocedures en riskeert men pushbacks verder te normaliseren.
Veel academici stellen zich vragen bij diverse problemen die de kop opsteken, zelfs bij terugkeer. Hoe gebruik je de Terugkeerrichtlijn als iemand niet eens op je grondgebied aanwezig is? Linden-Retek beschrijft het ontstaan van een wetslandschap dat wordt gekenmerkt door naakte en willekeurige macht, een “territorium zonder publiek; staatssoevereiniteit losgemaakt van zijn populaire fundament.” Een normalisering van “abnormale zones, volgens Molinari. In dit kafkaëske spiegelhuis is een mens volgens Linden-Retek “tegelijk aanwezig en afwezig voor de wet; tegelijk binnen en buiten het staatsbestel.”
Geprangd tussen de pest en de cholera
De tragedie vandaag is dat beleidsmakers niet duurzaam bezig zijn met asiel en migratiebeleid. Toch niet met maatregelen die kunnen werken, gestut door een mensenrechtenkader. Vandaag zit de discussie in politieke middens grotendeels geprangd tussen het voorliggende Europese migratiepact waar detentie, juridische ficties en meer muren de regel zijn, en pleidooien voor het Australische model dat nog verder gaat en ook de asielprocedure zelf externaliseert. Het interview in De Morgen (11 februari 2023) met Nicole De Moor en Theo Francken spreekt boekdelen. Kortom, mensen op de vlucht kunnen kiezen tussen de pest en de cholera. Terwijl er een ander asiel en-migratiebeleid mogelijk is.
Zoals het praten over hervestiging op Europees niveau. De Belgische regering haalde dit jaar 71 hervestigingen: 6% van het beloofde aantal in België. Maar ook andere veilige en legale wegen openen via diplomatisch overleg tussen landen, of tussen de Europese Unie en landen. Waar men hervestiging via humanitaire visa kan bespreken, maar ook opties voor arbeidsmigratie die vandaag (quasi) onbestaand zijn, samen met soepelere regels rond gezinshereniging (nog zo’n hangend zwaard waar Vivaldi moet over beslissen, en dat weinig goeds belooft). Als men legale en veilige wegen sluit, -men praat graag over “een deur” maar die staat hoogstens op een kier- dan wordt irreguliere migratie de enige overlevingsoptie.
De beste manier om mensensmokkel en mensenrechtenschendingen op de migratieroutes te bestrijden is door te voorzien in legale migratieroutes (zoals hervestiging, arbeids- en studiemigratie, gezinshereniging…), stellen Belgische NGO’s. Grenzen moeten opnieuw doorwaadbaar worden. Het Europees migratiepact zou moeten zorgen voor een permanente verdeling van de inspanningen inzake opvang en niet enkel in voege treden in crisissituaties van ‘verhoogde druk op’ de buitengrenzen. Het is belangrijk dat alle lidstaten kwaliteitsvolle opvangsystemen ontwikkelen en dat de EU evolueert naar een meer eengemaakte beschermingsprocedure. Er zijn grenzen aan eenzijdige grenzenpolitiek. Vluchtelingenwerk Vlaanderen hamert terecht dat je met Trumpisme het migratiebeleid niet op orde krijgt. Om gedegen oplossingen te vinden moeten beleidsmakers dringend over het eigen muurtje kijken.
Pascal Debruyne werk als docent en onderzoeker asiel en migratie aan het Kenniscentrum Gezinswetenschappen bij Odisee Hogeschool. Hij is voorzitter van de RVB van Uit De Marge VZW en SAAMO Gent VZW, en bestuurslid van Vlaams Huurdersplatform VZW en Woongift Gent VZW (deel van het Gents Solidariteitsfonds).
Ellen Desmet is hoofddocent migratierecht aan de UGent (CESSMIR) en auteur van Migratierecht. Tussen mens en staat.
Robin Vandevoordt is docent migratiestudies aan de UGent, bij het Centre for the Social Study of Migration and Refugees (CESSMIR).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier