Motie van vertrouwen of wantrouwen: wie, wat, wanneer?
Verschillende partijen vragen dat premier Charles Michel in de Kamer een regeerverklaring komt voorlezen en het vertrouwen vraagt van het parlement in zijn minderheidsregering. Ze vinden immers dat de regering, na het vertrek van N-VA, een nieuwe bewindsploeg is, met nieuwe ministers en een nieuw programma dat gefocust is op veiligheid, koopkracht en klimaat.
Het Kamerreglement voorziet de mogelijkheid voor een regering om een motie van vertrouwen neer te leggen na een debat over een regeerverklaring na een regeringsvorming, een aanpassing van het programma of een verandering in haar samenstelling, of een debat over een mededeling van de regering waar ze het vertrouwen aan verbindt. Enkel de premier kan de motie indienen.
In dezelfde omstandigheden bestaat ook de mogelijkheid, ditmaal voor de Kamerleden, om een motie van wantrouwen in te dienen, of een constructieve motie van wantrouwen. In beide gevallen wordt gevraagd de regering het vertrouwen niet te geven. De constructieve motie van wantrouwen stelt bovendien de naam voor van een opvolger van de eerste minister. De motie van vertrouwen heeft voorrang op andere moties. Indien ze groen licht krijgt, worden de andere moties “kaduuk”.
Momenteel heeft nog maar een partij – de PP, die één verkozene heeft – aangekondigd een motie van wantrouwen in te dienen. N-VA, sp.a, Groen, DéFI en Vlaams Belang vinden dat een vertrouwensstemming aan de orde is. Voor Ecolo, cdH en PS kan die vraag eveneens aan de orde zijn in functie van de uitleg van premier Charles Michel. Over de moties kan pas minstens 48 uur en hoogstens een week na de indiening worden gestemd.
Indien een volstrekte meerderheid een motie van vertrouwen wegstemt, dan kan de Kamer binnen de drie dagen stemmen over een motie van voordracht, waarbij het parlement aan de koning een opvolger van de premier voordraagt. Ze moet de steun krijgen van een derde van de leden. Indien ze groen licht krijgt, vervallen alle andere hangende moties, net als de verplichting van de regering om haar ontslag aan te bieden bij de koning. Indien ze wordt verworpen, dan kan de koning de Kamer ontbinden.
Om ontvankelijk te zijn, moet een constructieve motie van wantrouwen de steun krijgen van een derde van de leden. Indien ze een volstrekte meerderheid achter zich krijgt, verplicht ze de regering haar ontslag aan te bieden. Ook de goedkeuring van een motie van wantrouwen leidt tot de ontbinding van de Kamers, indien er geen opvolger voor de premier werd voorgesteld.