Marc Cosyns
‘Moeten we ook 28 jaar wachten voor euthanasie een patiëntenrecht wordt?’
Marc Cosyns over het recente verslag van de euthanasiecommissie. ‘Het levenseinde is al moeilijk genoeg dat men haar liefst niet bezwaart met verwarrende wetgeving en een strafrechtelijk zwaard van Damocles.’
In 2017 zijn de geregistreerde euthanasiecijfers gestegen met 13%. Verschillende media spreken van een opmars. De teller staat op 2.309 waarvan 1.792 Nederlandstaligen, bijna 5 per dag en 517 Franstaligen, bijna 10 per week.
Bij de cijfers over de aandoeningen die als voorwaarde voor een euthanasietoepassing gelden valt ‘polypathologie’ op. Polypathologie betekent in mensen- en mediataal: ‘Ouderdomskwalen’.
Moeten we ook 28 jaar wachten voor euthanasie een patiëntenrecht wordt?
Diz zijn in de laatste vier jaar bijna verdubbeld in de Nederlandstalige aangiftes, en bijna verdrievoudigd in de Franstalige, en komen op de tweede plaats in de statistieken. Hierbij is het belangrijk om te weten dat die reden oorspronkelijk niet voorzien was in de rubriek aandoeningen, comform de voorwaarden van de euthanasiewetgeving. ‘Verschillende aandoeningen’ werd de eerste maal vermeld in het commissieverslag van 2006 en vormde 3% van de aandoeningen. Het grootste aantal euthanasietoepassingen vond toen plaats tussen 40 en 79 jaar (tot 80%). In 2017 was polypathologie goed voor 19,1%. Het staat op de eerste plaats voor de groep in de leeftijdscategorie boven de 90 jaar. Volgens de commissie zou dit te wijten zijn aan de veroudering van de bevolking, maar de gemiddelde levensverwachting is de laatst 10 jaar maar gestegen met 20 maanden…
Wie is verantwoordelijk voor deze exponentiële toename? Het verzoek om rekening te houden met de combinatie van verschillende aandoeningen kwam van de patiënten zelf. In combinatie met ‘levensmoeheid’ en ‘voltooid leven’, omschreven als ‘ouderdomskwalen’ en vertaald als: ‘Het is goed geweest, al wat er nu nog bijkomt is ballast, dus laat mij maar gaan in vrede en waardigheid’.
Dit werd in het begin slechts gehonoreerd door enkele artsen en palliatieve teams die luisterbereid waren. Verhalen in de media gaven er de nodige ruchtbaarheid aan (Roger Verdonck, Amelie Van Esbeen), en een rechterlijke uitspraak van niet-vervolging (Madame J) gaf rechtszekerheid.
Tot en met het verslag van 2014 meldde de commissie dat gevorderde leeftijd op zich geen factor was die aanzette tot het uitvoeren van euthanasie’. Sinds 2014 moet de commissie vaststellen dat de grootste groep zich bevindt tussen 80-89. ‘Dit betekent helemaal niet dat de commissie hoge leeftijd als een ziekte beschouwt. Hoge leeftijd en levensmoeheid rechtvaardigen geen euthanasie in afwezigheid van een ernstige en ongeneeslijke aandoening’, voegt de commissie er meteen aan toe. Twee leden van de commissie maakten zelfs een analyse, tegen de wet en hun bevoegdheid in, om te bewijzen dat polypathologie niets te maken heeft met levensmoeheid en voltooid leven. Zij deden dit nog voor het jaarverslag 2018 verscheen.
‘Polypathologie’ laat veel mogelijkheden van interpretatie toe. In Nederland, gidsland voor euthanasie, zorgt dit al langer voor controverse. Senator Edward Brongersma koos principieel voor de reden ‘voltooid leven en levensmoeheid’ in plaats van zijn ‘verschillende aandoeningen’ om het debat op scherp te stellen. Zijn behandelende arts werd in 2002 schuldig bevonden maar kreeg geen straf. In de Franstalige EOL-opleiding voor ‘euthanasie-artsen’ bespreekt men dit voorbeeld als volgt: ‘Hij had beter voor zijn ouderdomskwalen gekozen dan was de arts niet veroordeeld’.
In België kiest men meestal niet voor proefprocessen om gerechtelijke uitspraken af te dwingen maar vindt men ‘elegantere’ oplossingen, zoals… polypathologie (verdrievoudigd in de Franstalige aangiftes, zoals reeds gemeld.).
De commissie vraagt in haar aanbevelingen meer overheidssteun voor nog meer informatie over de euthanasiewet en haar toepassingen, ook inverband met polypathologie. Blijkbaar zijn meer dan een miljoen LEIF-brochures en de gratis verspreiding van de zogenaamde ‘correcte wilsverklaringen’ in alle apotheken onvoldoende. Minister Maggie De Block is hierover ‘not amused’ omdat zij hierin heel veel investeerde. Niet de informatie ontbreekt maar de (straf)wet zelf is onduidelijk, te gecompliceerd en verwarrend. Wanneer durft men dit toe te geven? Moeten we ook 28 jaar wachten voor euthanasie een patiëntenrecht wordt? Zoals waarover nu gepraat wordt voor abortus?
(De zorg voor) het levenseinde is al moeilijk genoeg dat men haar liefst niet bezwaart met verwarrende wetgeving en een strafrechtelijk zwaard van Damocles. Tijd en ruimte geven en krijgen voor het goede sterven als een ‘ars moriendi’ van de 21ste eeuw is de uitdaging van levensbelang.
Inzetten op transparantie en openheid in een stervensbegeleiding waar alle levenseindemogelijkheden, ook bij voltooid leven, wettelijk evenwaardig en duidelijk zijn. Comform het (maakbare) leven van diegene die sterft en zijn/ haar betrokkenen. Met een palliatieve begeleiding die maakbaar sterven tilt over procedureel handelen. Een begeleiding die stervenskunst beoefent en open transparant onderzoek toelaat met correcte cijfers die de lading dekken en niet polypathologisch zijn.
Om de woorden ‘Het niet onderzochte leven is niet waard om te leven’ van Socrates te parafraseren: ‘Het niet onderzochte sterven is niet waard te sterven.’ Liefst zelfs samen met kunstenaars die de kunst van en bij het sterven durven onderzoeken zoals ‘les ballets cdelab’ in ‘Requiem pour L’ en curator Barbara Raes binnenkort op TAZ #2018.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier