Luckas Vander Taelen
‘Moet elke Israëlische kunstenaar die financieel gesteund wordt door de overheid geboycot worden?’
‘Wordt elke kunstenaar waarvan de werking ondersteund wordt door een overheid, één met de politiek van een regering’, vraagt Luckas Vander Taelen zich af naar aanleiding van een internationale boycot-actie tegen Istraël.
Reactie Alain Platel:
Beste Luckas Vander Taelen
Ik waardeer u ontzettend als persoon en ook de meningen die u via uw opniniestukken publiceert, maar ben bijzonder ontgoocheld dat ook ú foutieve informatie verspreidt met betrekking tot mijn standpunt omtrent de situatie in Israël.
Ik heb op geen enkel ogenblik opgeroepen nóch tot een boycot van het Festival Pays de Danse in Luik, nóch van de openingsvoorstelling “Three” door de Batsheva Dance Company op 28 januari. Ik nodig u uit om de directeur van het Théâtre de Liège, Serge Rangoni,te contacteren om dit te bevestigen.
Ik steun de internationale (culturele) boycot van Israël, maar ben geen actief lid van het BDS omdat ik mijn onafhankelijkheid in deze materie wil behouden en daar persoonlijke standpunten tegenover wil plaatsen. De (culturele) boycot van Israël betekent voor ons dat wij geen uitnodigingen aannemen om in Israël te gaan spelen, maar betekent niet dat wij individuele artiesten of voorstellingen die zij in het buitenland presenteren (willen) boycotten.
De standpunten die men ten aanzien van deze materie inneemt liggen altijd zéér gevoelig en zijn zeer delicaat. Ik moet u wellicht niet uitleggen dat het daarom erg belangrijk is dat men juist wordt geciteerd! Ik ben niet bang om mijn standpunt te verdedigen, maar het wordt mij uiteraard erg moeilijk gemaakt wanneer men bewust of onbewust foutieve beweringen in mijn mond legt. Niet alleen is het bijna onmogelijk om zo’n berichten achteraf recht te zetten, de drek die ik daarbij telkens over mij heen krijg is erg kwetsend en denigrerend.
Alain Platel
Choreograaf Alain Platel riep het Festival Pays des Danses in Luik op om de Batsheva Dance Company van de affiche te halen. Omdat die groep afkomstig is uit Israël en Platel overtuigd aanhanger is van de internationale BDS-campagne (Boycot, Desinvestering en Sancties) die dat land op alle manieren wil boycotten.
Platel is ervan overtuigd dat elke Israëlische kunstenaar die financieel gesteund wordt door de overheid niet meer is dan een ambassadeur van dat land is en geboycot moet worden, omdat Israël de rechten van de Palestijnen met de voeten treedt. In Londen kreeg de Batsheva Dance Compagny eerder te maken met protesterende spreekkoren, die het gezelschap ervan beschuldigden “te dansen op de graven van Gaza”.
‘Het is gemakkelijker te strijden tegen een karikatuur dan toe te geven dat niet iedereen in Israël het eens is met Netanyahou’
BDS heeft zich nooit laten kennen door enige genuanceerde standpunten. De bedenker en leider ervan, Omar Barghouti, maakt er geen geheim van dat Israël niet alleen de bezette gebieden moet ontruimen, maar meteen ook als land moet verdwijnen. De joden zouden volgens hem een minderheid moeten worden in een groot Palestina. Wie weet hoe sterk het antisemitisme is in het Midden-Oosten en hoe Joden behandeld zijn in de buurlanden van Israël, weet dat dit ondenkbaar is. Tenzij voor extremistische fanatici die dromen van “een vrij Palestina van de rivier tot de zee.”
Het is merkwaardig dat blijkbaar Platel noch andere anti-Israëlische activisten rekening hielden met de standpunten van de leider van de Batsheva Dance Compagny , Ohad Naharin. Die staat in zijn land bekend als een bijzonder hard criticaster van de nederzettingspolitiek van de huidige regering en heeft zich vaak uitgesproken voor de rechten van de Palestijnen. Hij had het herhaaldelijk aan de stok met de Likoud-minister van Cultuur Miri Regev. Zijn nieuwe voorstelling heet toepasselijk “Laatste Werk”, omdat hij niet overtuigd is om in dit politieke klimaat nog verder te kunnen werken. Hij neemt geen blad voor de mond als hij over de huidige toestand van Israël heeft : “Ik leef in een land waar racisme, brutaliteit, onwetendheid en fanatisme de overhand hebben gekregen…”
Maar voor de aanhangers van BDS is dat niet belangrijk. Zij vertrekken van de stelling dat wie Israëlische subsidies krijgt een instrument wordt van de propagandamachine van dat land.
Dat is een hoogst betwistbare stelling. Want dat zou betekenen dat elke kunstenaar waarvan de werking ondersteund wordt door een overheid één wordt met de politiek van een regering. Of geldt die redenering enkel voor Israël? Ik denk niet dat Alain Platel het zou aanvaarden dat in een buitenland zou opgeroepen worden tot een boycot van zijn dansgroep C de la B, omdat die geld krijgt van de Vlaamse overheid waarvan een nationalistische partij deel uitmaakt. Men moet niet ver zoeken naar standpunten van de N-VA die voor enig onbegrip zouden kunnen zorgen.
Maar daar draagt Alain Platel toch geen verantwoordelijkheid voor? En het zou toch al te gek zijn hem te beschuldigen dat zijn gezelschap een propagandamachine voor de partij van Bart De Wever zou zijn, omdat ze overheidsgeld aanvaard hebben?
Maar wat uiteraard niet geldt voor zijn C de la B, geldt volgens Platel dus wel voor de Batsheva Dance Compagny.
De Israëlische cultuurminister Regev houdt eigenlijk alleen van gezagsgetrouwe kunst. Zij vindt dat dansgroepen als die van Ohad Naharin te ver staan van Joodse traditie. Maar vooralsnog krijgen ook rebelse kunstenaars als Naharin subsidies in Israël. Net daarom worden zij aangevallen door de rechterzijde in Israël : dat ze geld krijgen van de regering, maar zich niet plooien naar de overheidsideologie.
Alain Platel wordt dus door zijn oproep tot boycot een objectieve bondgenoot van de Israëlische extremisten. Misschien is dat wel de verborgen agenda van BDS : de interne oppositie in Israël verzwakken om het beeld van een monolithische staat te versterken. Het is gemakkelijker te strijden tegen een karikatuur dan toe te geven dat niet iedereen in Israël het eens is met Netanyahu…
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier