Minister van Staat Philippe Maystadt is overleden
Minister van Staat Philippe Maystadt is overleden.
Minister van staat Philippe Maystadt is op 69-jarige leeftijd overleden als gevolg van een longziekte, zo is donderdag vernomen. Maystadt, die onder meer minister, vicepremier, partijvoorzitter en voorzitter van de Europese Investeringsbank was, geldt als één van de boegbeelden van de christendemocratie. In de jaren 1980 en 1990 drukte hij zijn stempel op de Belgische politiek. In 1998 werd hij benoemd tot minister van staat.
Philippe Maystadt werd op 14 maart 1948 geboren in Petit-Rechain bij Verviers. Na het behalen van zijn doctoraat in de rechten, was hij van 1970 tot ’77 assistent aan de UCL. Ondertussen schoolde hij zich als beursstudent bij in de VS, waar hij aan de Claremont Graduate School in Los Angeles een ‘Master of Arts in Public Administration’ behaalde. Sedert 1989 is hij lector aan de UCL.
In 1974 werd Maystadt adviseur op het kabinet van minister van Waalse aangelegenheden Alfred Califice (PSC), die zijn mentor zou worden. In die periode sloot hij zich aan bij de Démocratie Chrétienne, de linkervleugel van de PSC.
In 1977 werd hij voor die partij verkozen in de kamer, waarin hij bleef zetelen tot hij in 1991 overstapte naar de Senaat. In januari ’79 werd hij samen met zijn generatiegenoot Melchior Wathelet politiek secretaris van de PSC.
Op 16 oktober 1979 werd Maystadt staatssecretaris voor het Waalse Gewest in de regering-Martens I. Het was het begin van een bijna negentien jaar lange onafgebroken loopbaan als regeringslid. Onder Martens II en III kreeg hij dezelfde bevoegdheid. In het kabinet-Martens IV kreeg hij de portefeuilles van Openbaar Ambt en Wetenschapsbeleid en werd hij ook belast met de coördinatie van het Milieubeleid. Hij bleef op post onder Eyskens I.
Op 17 december ’81 werd Maystadt in de regering-Martens V minister van Begroting, Wetenschapsbeleid en van het Plan. Hij speelt een actieve rol in het herstelbeleid, dat mede via een reeks bijzondere machten vanaf februari 1982 werd doorgevoerd.
In maart 1984 stelde Maystadt mee het Spaarplan op dat een besparing van 230 miljard over drie jaar inhield. Daarvoor werkte de regering volmachtbesluiten uit. Andere maatregelen werden opgenomen in de Herstelwet van juli 84. Maystadt was ook nauw betrokken bij de problemen in de Waalse staalsector, waarvoor hij samen met de andere leden van het sociaaleconomisch kernkabinet een oplossing uitdokterde door de aanstelling in 1983 van de Franse manager Jean Gandois. Die wilde nog twee staalfabrieken behouden en 8.000 personeelsleden laten afvloeien.
In de roomsblauwe regeringen-Martens VI en VII nam Maystadt de portefeuille van Economische Zaken waar. Vanaf 18 november 1986 werd hij ook vice-premier na het ontslag van Charles-Ferdinand Nothomb wegens het Heizeldrama. In de regering-Martens VIII was Maystadt sinds 9 mei 1988 minister van Financiën. Hij behield die functie in de regering Dehaene I, die op 7 maart 1992 de eed aflegde, en in Dehaene II.
Op 3 september ’95 werd hij bovendien vice-premier nadat Melchior Wathelet de regering verlaten had. In 1990 riep het financiële vakblad Euromoney hem uit tot ‘minister van Financiën van het jaar.’ Bij de bevolking is hij vooral bekend door de naar hem genoemde staatsleningen. Onder Maystadt werd de wetgeving op de kredietinstellingen en de financiële markten hervormd, trad België toe tot de Europese economische en monetaire unie en werd de Belgische frank verbonden aan de Duitse mark. Hij moderniseerde het beheer van de schuld en trachtte concurrentie tussen banken te gebruiken om de de kostprijs van de financiering van de publieke schuld te verlagen. Jarenlang zat Maystadt het interimcomité van het Internationaal Monetair Fonds voor.
In april 1997 werd hij voor een jaar benoemd tot voorzitter van de raad van gouverneurs van de Europese Bank voor Economische Wederopbouw en Ontwikkeling (BERD). Begin 1998 werd hij zelfs een tijdlang genoemd als voorzitter van deze BERD. Toch kreeg Maystadt ook kritiek, onder meer omwille van betwiste Swap-operaties door de Schatkist bij het beheer van de staatsschuld en omwille van een vermeende tussenkomst bij een fiscaal dossier van een bank. Hij overleefde de parlementaire kritiek en behield het vertrouwen.
Desondanks verliet hij in mei 1998 de regering, om voorzitter te worden van de op de dool geraakte PSC. Maystadt werd aanzien als de enige die de Franstalige christendemocraten van de ondergang kon redden. Maar ook onder zijn leiding ging de partij er verder op achteruit: de PSC verdween in 1999 voor het eerst in veertig jaar in de oppositie. Hierdoor verloor Maystadt, die in 1998 benoemd werd tot minister van Staat, de kans om Karel Van Miert op te volgen als Belgische EU-commissaris, een positie waarvoor hij vaak genoemd werd. Uiteindelijk ging die plaats naar PS’er Philippe Busquin.
Maar kort daarna verwierf Maystadt een andere Europese functie. Hij werd op 1 januari 2000 voorzitter van de Europese Investeringsbank (EIB), een functie die hij tot in 2011 uitoefende.
Reacties: ‘Land verliest een staatsman’
Tijdens de institutionele crisis als gevolg van de verkiezingen van 2007 maakte hij een kort wederoptreden als lid van een comité van wijzen dat hij evenwel snel verlaat. In 2015 stond hij mee aan wieg van de stichting ‘Ceci n’est pas une crise‘, die zich verzet tegen het populisme. In augustus van dit jaar trad Philippe Maystadt om gezondheidsredenen terug als voorzitter van de Academie voor Onderzoek en Hoger Onderwijs (ARES) van de Franse gemeenschap. Hij werd er in 2014 benoemd.
Het cdH, de opvolger van de PSC, reageert droef en geëmotioneerd op het overlijden van Philippe Maystadt. ‘Onze partij en ons land verliezen een staatsman, een uitzonderlijk man met waarden, en een internationaal gerespecteerde persoonlijkheid’, schrijft de partij op Twitter.
Voor cdH-voorzitter Benôit Lutgen is Philippe Maystadt ‘een man die het politieke engagement alle eer aandeed. Een man die zijn talenten ten dienste stelde van rechtvaardige zaken.’ Joëlle Milquet, die Maystadt opvolgde aan het hoofd van de PSC, vindt geen woorden om haar ‘emotie, respect, affectie en diepe erkenning’ uit te drukken bij het vernemen van zijn overlijden.
Premier Charles Michel (MR) eert een ‘geëngageerd Europeaan, die dicht bij de burger stond en hem een luisterend oor bood. ‘Een groot man heeft ons verlaten’, zei hij. Voor MR-voorzitter Olivier Chastel was Maystadt ‘een wijs man naar wie geluisterd werd’. ‘Zijn expertise op Financiën liet hem toe een internationale status te bereiken. Hij zal erg gemist worden’, voegt hij eraan toe.
‘De christendemocratische familie heeft één van haar grote figuren en één van de vaders van de euro verloren’, reageert CD&V-vicepremier Kris Peeters. Hij was een ‘belangrijke compagnon de route van Martens, Dehaene en Van Rompuy in de gezondmaking van de Belgische financiën’, vult CD&V-voorzzitter Wouter Beke op Twitter aan.
‘Philippe Maystadt was een uitstekende collega in de regering Martens VI. We vormden als ministers van Economische Zaken en Begroting een echte hervormingstandem. Maar we zullen hem uiteraard herinneren als minister van Financiën onder Jean-Luc Dehaene die ervoor gezorgd heeft dat België vlot de eurozone is binnengeraakt. Als premier van de nieuwe regering heb ik dan ook geen ogenblik getwijfeld om hem voor te dragen als voorzitter van de Europese Investeringsbank’, stelt oud-premier Guy Verhofstadt (Open Vld). Voor PS-voorzitter Elio Di Rupo was Philippe Maystadt een ‘progressief democraat en staatsman’.
Ook oud-Ecolovoorzitter Jean-Michel Javaux herinnert zich Maystadt als een ‘geëngageerd, progressief en zeer inspirerend man, die gehecht was aan mooie waarden’. De Kamer hield donderdagnamiddag bij de start van de plenaire zitting een kort moment van stilte ter nagedachtenis van Philippe Maystadt.
Minister van Staat
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier