Minister Frank Vandenbroucke na de AstraZeneca-crisis: ‘Rationeel heb ik nooit getwijfeld’
Terwijl nagenoeg heel Europa op de pauzeknop drukte, bleef België het omstreden AstraZeneca-vaccin toedienen. ‘De lidstaten halen het gezag van het Europees Geneesmiddelenagentschap onderuit’, zegt minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke.
Het dorp van Asterix en Obelix, zo werd ons land vorige week vaak genoemd. Terwijl buurlanden een voor een toegaven aan de aanzwellende paniek over de veiligheid van het AstrenaZeneca-vaccin, bleef België een eiland van redelijkheid. De vergelijking is geflatteerd, want behalve Brave Little Belgium hielden nog zeven Europese lidstaten het hoofd koel. Niettemin: de druk op de Belgische beleidsmakers om zoals Frankrijk, Nederland en Duitsland in naam van het voorzorgsprincipe op de pauzeknop te drukken, viel niet te overschatten. Het advies van het Europees Geneesmiddelenagentschap EMA kwam dan ook geen dag te vroeg. De bevestiging op donderdag 18 maart dat het vaccin veilig was, bewees het grote gelijk van de vaderlandse vaccinatiestrategie. Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) moet een diepe zucht van opluchting hebben geslaakt.
Iedere vertraging van de vaccinatiecampagne kost mensenlevens, zeker nu de besmettingscijfers weer oplopen.
Vaccinoloog Pierre Van Damme
De paniek verspreidde zich in schokgolven over Europa. Het begon op 7 maart in Oostenrijk, nadat een 49-jarige verpleegster aan de gevolgen van een diepveneuze trombose was gestorven, luttele dagen na haar inenting. Een jongere vrouwelijke collega raakte tegelijkertijd in kritieke toestand door een bloedklonter in de longen. Reden genoeg voor Oostenrijk om het AstraZeneca-vaccin tijdelijk niet meer in te spuiten, een beslissing die onmiddellijk navolging kreeg in de Baltische staten, Luxemburg en Roemenië. In die eerste fase sloeg de voorzorgsmaatregel uitsluitend op een lot van 1 miljoen vaccins, de intussen beruchte batch ABV5300 die aan 17 Europese landen – maar niet aan België – werd geleverd. Het hek was pas echt van de dam op 11 maart, toen Denemarken na een verdacht overlijden een pauze van twee weken voor alle AstraZeneca-vaccins aankondigde. Bulgarije, Nederland en Ierland volgden snel, maar de klapper kwam op maandag 15 maart, toen Frankrijk, Duitsland, Spanje, Italië en Portugal aankondigden hun doses voorlopig niet meer uit de koelkast te halen. Nog een dag later vervolledigde Zweden het pauzepeloton.
Die maandag 15 maart was de spanning te snijden op het kabinet-Vandenbroucke. Kon België blijven volhouden dat er geen reden tot ongerustheid was? Berichten over bloedklonters en stollingsproblemen hielden Europa in de ban. Er was sprake van 25 ernstige gevallen, waaronder 9 met fatale afloop, op een populatie van 20 miljoen gevaccineerden, inclusief de 11 miljoen Britten die al met AstraZeneca werden geprikt. Dat cijfer ligt ver beneden de epidemiologische prognoses voor de incidentie van trombose en stollingsproblemen in de algemene populatie. Toch deed dat weinig af aan de ongerustheid, ook omdat haast uitsluitend vrouwen onder de 55 werden getroffen. Moest niet eerst worden onderzocht of er een riskante samenhang was met het pilgebruik, een bekende uitlokker van bloedklonters? Het was slechts een van de argumenten om het Brits-Zweedse vaccin tijdelijk aan de kant te schuiven. De Franse president Emmanuel Macron formuleerde een ander veelgehoord argument: het inlassen van een pauze was noodzakelijk om het publieksvertrouwen in het vaccin te vrijwaren.
Ruis op de lijn
In die geladen sfeer legde Vandenbroucke de bal in het kamp van het NITAG, de multidisciplinaire cel vaccinatie van de Hoge Gezondheidsraad. ‘Op twee onthoudingen na was ons advies unaniem’, zegt vaccinoloog en NITAG-lid Pierre Van Damme. ‘Er was geen enkele reden om te stoppen. We zijn consequent geweest en hebben alleen naar wetenschappelijke elementen gekeken. De gerapporteerde complicaties, waarvan op dat moment nog niet was bewezen dat ze door het vaccin worden uitgelokt, zijn uiterst zeldzaam, het aantal gerapporteerde gevallen ligt zelfs beneden de epidemiologische voorspellingen. Met dat standpunt zat België op dezelfde golflengte als de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Natuurlijk beseften we de gevoeligheid van de kwestie. Ik heb zelf doorlopend contact gehouden met buitenlandse collega’s, vooral in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Met of zonder brexit, de Britten hebben nog altijd een schitterende traditie wat epidemiologische surveillance betreft. En ja, ook bij hen werden enkele complicaties vastgesteld. Ze nemen dat heel ernstig, ieder geval wordt in detail onderzocht. Maar no way dat ze daarvoor de vaccinatiecampagne onderbreken. De voordelen wegen veel zwaarder dan de mogelijke nadelen, dat is de boodschap die ook wij steeds hebben benadrukt. Iedere vertraging van de vaccinatiecampagne kost mensenlevens, zeker nu de besmettingscijfers weer oplopen.’
Dat geldt natuurlijk evenzeer voor landen als Duitsland, Nederland en Frankrijk. Waarom hebben die dan toch besloten tot een tijdelijke stop? ‘In België zaten politici en experts op één lijn’, zegt Van Damme. ‘Dat was niet overal het geval. In Frankrijk bijvoorbeeld zit er veel ruis op de lijn tussen beleid en wetenschap.’
De moeilijkste beslissing uit zijn ministerschap, zo blikt Frank Vandenbroucke er een week later op terug. ‘De timing was die maandag heel bijzonder’, zegt hij. ‘We hadden het advies van de Hoge Gezondheidsraad eerst voorgelegd aan de Task Force Vaccinatie en vervolgens aan de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid. Iedereen zat op dezelfde golflengte toen rond halfvier het bericht binnenkwam dat Duitsland er na enkele ernstige trombosegevallen voorlopig mee stopte, even later gevolgd door Frankrijk. Daarmee liep de druk wel erg hoog op.’
Na een extra consultatieronde met topexperts en regionale ministers van Volksgezondheid hakte Vandenbroucke de knoop door. ‘Rationeel heb ik nooit getwijfeld’, zegt hij. ‘De informatie over de complicaties was nog erg vaag, maar het stond wel vast dat het om zeer uitzonderlijke gevallen ging. Dat kon geen reden zijn om de campagne stil te leggen, op een moment dat tienduizenden ouderen waren uitgenodigd voor hun vaccinatie. In deze situatie liet het voorzorgsprincipe geen ruimte voor twijfel: stoppen had tientallen covid-19-doden tot gevolg. Tussen haakjes, we weten intussen uit een Amerikaanse studie dat door een ernstige covid-19-besmetting het risico op trombose met 21 procent toeneemt. Nog een reden om door te zetten met vaccineren. Politiek was het natuurlijk een ander verhaal. Ingaan tegen de houding van Duitsland en Frankrijk, dat roept vragen op. Stel dat er ook in België zware complicaties werden gemeld. De kritiek zou niet mals geweest zijn.’
Wegen de voordelen van vaccineren met AstraZeneca inderdaad zo veel zwaarder dan de eventuele nadelen? De Franse krant Ouest-France heeft aan de hand van officiële besmettings- en vaccinatiecijfers van het agentschap Santé Publique berekend hoeveel het pauzeren van AstraZeneca heeft gekost. 309.000 Fransen liepen tussen 15 en 18 maart hun spuitje mis. Bij een morbiditeit van 1 procent – realistisch voor de risicogroepen die in de betreffende periode in Frankrijk werden gevaccineerd – scheelt dat volgens de krant 754 ziekenhuisopnames en 8 doden.
Het Duitse nieuwsmagazine Der Spiegel maakte vorige week melding van een soortgelijke berekening, uitgevoerd door het Zentralinstitut für die kassenärztliche Versorgung in Berlijn. Het instituut berekende wat het effect zou zijn als Duitsland in de huidige epidemiologische situatie 1,8 miljoen doses van het AstraZeneca-vaccin niet zou hebben toegediend. De oefening vertrok van de aanname dat de zeven in Duitsland vastgestelde gevallen van hersentrombose wel degelijk door de vaccinatie werden uitgelokt. Voor oudere mensen was het beeld helder: in de groep van 60- tot 79-jarigen zou niet-vaccinatie tot 3 hersentromboses en 16 extra sterfgevallen hebben geleid. Bij de 80-plussers zou je zelfs 66 vermijdbare covid-19-sterfgevallen krijgen, tegenover 3 overlijdens vanwege trombose. De cijfers zien er heel anders uit bij de jongere populatie. Daar zouden ze, vanwege het lage aantal jongere mensen dat aan covid sterft, in het nadeel van vaccinatie kunnen uitvallen. Daarbij hoort wel de kanttekening dat het aantal coronabesmettingen in Duitsland op het ogenblik van de berekening relatief laag lag.
Biostatisticus Niel Hens, lid van de corona-adviesraad GEMS, is niet onder de indruk van het rekenwerk. ‘Ze houden weinig of geen rekening met toevalsvariabelen, terwijl die hier een belangrijke rol spelen’, zegt hij. ‘Het is hoe dan ook een aartsmoeilijke opdracht. We proberen zelf te achterhalen wat het ons in België zou kosten mocht AstraZeneca helemaal uit de vaccinatiecampagne worden geschrapt. Een hypothetisch uitgangspunt, maar we willen alle opties openhouden.’
Vertrouwen
Om het nog wat ingewikkelder te maken: aan de vaccinatiepauze zit een moeilijk in te schatten termijneffect vast. Zo is het aannemelijk dat het pauzeren van de AstraZeneca-uitrol een negatieve impact heeft op het vertrouwen in alle coronavaccins. Dat wordt beaamd door Vincent Yzerbyt, sociaal psycholoog aan de UCLouvain en lid van de expertengroep achter de motivatiebarometer. ‘In Denemarken werd al een dip vastgesteld in het algemene vaccinvertrouwen. Afwachten of die zich doorzet, maar we weten uit het verleden dat een campagne afbreken het vertrouwen geen deugd doet. Een historisch voorbeeld is de stopzetting van de vaccinatie van scholieren tegen hepatitis B in Frankrijk door toenmalig gezondheidsminister Bernard Kouchner, eind 1998. Die beslissing kwam er na geruchten over ongewoon veel neurologische aandoeningen na vaccinatie. Het verband met het vaccin werd al snel weerlegd, maar de gevolgen werken nog tot vandaag door. Uit onderzoek weten we dat die stopzetting ongeveer samenvalt met de geboorte van de antivaccinatiebeweging in Frankrijk. Nog altijd zit Frankrijk helemaal achteraan in het peloton als het gaat over vaccinvertrouwen.’
Stel dat er ook in België zware complicaties werden gemeld. De kritiek zou niet mals geweest zijn.
Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke
Opmerkelijk toch: dezelfde vrees voor het vertrouwen was in landen als Frankrijk en Nederland net een doorslaggevend argument om op de pauzeknop te drukken. Zo verklaarde professor Ton de Boer, voorzitter van de Nederlandse geneesmiddelenautoriteit, vorige week in Terzake dat Nederland verwachtte ‘dat je door tijdelijk te stoppen meer vertrouwen houdt dan in een situatie waarin allerlei landen gestopt zijn en men denkt: waarom gaan wij door en wat zijn nu de risico’s?’
Volgens professor Yzerbyt is die redenering niet juist. ‘Door tijdelijk te stoppen betalen die landen een dubbele prijs. Niet alleen zorgt dat voor bijkomende, vermijdbare infecties, je voedt ook het wantrouwen tegenover vaccinatie, een handeling die sowieso gevoelens van angst en twijfel oproept. Vaccineren betekent dat je gezonde mensen vraagt om iets te laten inspuiten dat voor nevenwerkingen kan zorgen. Je vraagt mensen dus om een gezondheidsrisico te lopen, hoe klein het ook mag zijn. Door een stopzetting van je campagne zet je dat risico extra in de verf. Het is geen toeval dat de Franse eerste minister Jean Castex het afgelopen vrijdag nodig vond om zich live voor de camera’s met AstraZeneca te laten vaccineren. De Franse overheden beseffen dat ze vol aan de bak moeten om het vertrouwen te herstellen.’
Abstract
Het lijdt weinig twijfel dat het vertrouwen in het AstraZeneca-vaccin ook in België schade heeft ondervonden. Statistische informatie over een minimaal risico maakt op het menselijke brein nu eenmaal minder indruk dan een zeldzaam, maar tragische individueel geval. ‘De dood van één mens: dat is een catastrofe. Honderdduizend doden: dat is een statistiek’, schreef de Duitse auteur Kurt Tucholsky ooit. Psycholoog Maarten Vansteenkiste (UGent) kan dat citaat alleen maar onderschrijven. ‘Het is niet gemakkelijk om aan mensen duidelijk te maken hoe klein het risico is. Een concreet verhaal over een verpleegster die na vaccinatie gestorven is ten gevolge van een hersentrombose, blijft veel beter hangen dan de abstracte mededeling dat de kans één op een miljoen is.’
Toch heeft Vansteenkiste er een goed oog in. ‘Wellicht zullen we een tijdelijk toegenomen wantrouwen zien tegenover dat ene vaccin. Maar ik geloof ook dat de consequente, rationele houding van onze regering een positief effect kan hebben op het vertrouwen, zeker nu we zien dat de meeste landen die tijdelijk stopten opnieuw zijn gestart. Daarmee geven ze het signaal dat onze experts en ministers gelijk hadden, en dat ze zich niet door emoties hebben laten leiden. Ze hebben zich niet aan paniekvoetbal bezondigd.’
De Europese Unie, al maandenlang zwaar onder vuur voor de trage vaccinbevoorrading, maakte in dit verhaal alweer een slechte beurt. Eensgezindheid was met geen vergrootglas te bespeuren. Typisch is de manier waarop Denemarken eenzijdig een algemene AstraZeneca-pauze van twee weken afkondigde. ‘Zonder de Europese procedures te volgen’, zegt Pierre Van Damme. ‘De Denen hebben het EMA wel op de hoogte gebracht, maar verder geen overleg gepleegd. Zoiets is heel schadelijk voor het imago en gezag van het EMA.’ Toch werd op het EMA-advies van 18 maart gerekend om alle neuzen weer in dezelfde richting te laten wijzen. IJdele hoop, zo bleek algauw. Denemarken en Zweden zagen geen reden om de pauzemaatregel terug te draaien, net zomin als niet-EU-lid Noorwegen. Frankrijk zet het vaccin uitsluitend voor 55-plussers in, dwars tegen het EMA-advies in dat een gebruik zonder beperkingen voorschrijft. Finland, dat net zoals België was blijven vaccineren met AstraZeneca, heeft alsnog een stop afgekondigd als reactie op twee trombosegevallen.
Draagvlak
De Belgische minister van Volksgezondheid heeft er een zwaar hoofd in. ‘Dit is zeer schadelijk voor Europa’, zegt Vandenbroucke. ‘De Europese Commissie heeft al bakken kritiek gekregen omdat ze contracten met leveranciers heeft afgesloten zonder de productiecapaciteit te bewaken. Terechte kritiek, maar deze keer ligt het probleem niet bij de Commissie. Het zijn de lidstaten die het proces kapotmaken. Het EMA is een cruciale instelling, die zowel geneesmiddelen als bijsluiters goedkeurt voor de hele Unie. Als individuele lidstaten daarvan afwijken, halen ze het gezag van het EMA onderuit. Onbegrijpelijk, want deze crisis schreeuwt om een gezamenlijke aanpak. De bijverschijnselen zijn zo zeldzaam dat deugdelijk onderzoek alleen mogelijk is in populaties van miljoenen gevaccineerden; in dit stadium moeten de lidstaten hun gegevens dus samenleggen. Ik heb dat punt vorige dinsdag gemaakt tijdens een informele onlinevergadering met mijn Europese collega’s. Het bleef erg stil, want ze hadden bijna allemaal zelf op de pauzeknop gedrukt.’
Vandenbroucke verwijst naar een studie die hij zelf nog als hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam heeft geleid, vlak voor zijn rentree in de Belgische politiek. In maart 2020, toen corona pas op de radar was verschenen, werden 10.000 respondenten uit vijf lidstaten grondig bevraagd over de wenselijkheid van een gemeenschappelijk beleid inzake goedkeuring en gebruik van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen. ‘Uit die studie bleek een groot draagvlak voor een Europese, supranationale aanpak’, zegt Vandenbroucke. ‘Dat heeft mijn overtuiging nog gesterkt dat we niet alleen moeten streven naar een gemeenschappelijke aankoop van vaccins, maar ook naar een Europese aanpak van de uitrol en de toepassing.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier