Dirk Van Duppen
‘Minister De Block laat audit wijkgezondheidscentra uitvoeren door lobbyisten voor privatisering gezondheidszorg’
Minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) wil wijkgezondsheidscentra laten doorlichten door een auditbureau dat lobbyt voor privatisering van de gezondszorg. ‘De wereld op zijn kop’, schrijft Dirk Van Duppen. ‘Het zou de toegankelijkheid van zorg nog meer bemoeilijken.’
Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) heeft sinds twee jaar de wijkgezondheidscentra in het vizier. In tegenstelling tot de klassieke huisartsen, die betaald worden per prestatie, krijgen wijkgezondheidscentra een forfaitair bedrag per maand per ingeschreven patiënt.
Deze sector groeit jaar na jaar. Momenteel zijn er in België 165 zulke centra, waar 350.000 patiënten zonder geld naar de huisarts of verpleegkundige kunnen. Deze groei is ook broodnodig want volgens een studie van de Europese commissie zijn er in ons land jaarlijks 900.000 patiënten die een bezoek aan de huisarts om financiële redenen uitstellen. Bovendien dreigt vooral in de volkswijken van de grote steden een schrijnend tekort aan huisartsen.
‘Minister De Block laat audit wijkgezondheidscentra uitvoeren door lobbyisten voor privatisering gezondheidszorg.’
Toch zet deze liberale minister, die zelf huisarts is, de aanval in tegen deze bij uitstek sociale manier van gezondheidszorg. Vorig jaar kondigde ze reeds besparingen aan van 7 miljoen euro, ofwel 4 procent van het totale budget voor de sector voor 2017. Dat betekende, bijvoorbeeld, dat de geplande aanwerving van een halftijdse psycholoog in onze groepspraktijk in Hoboken niet kon doorgaan.
In juni liet de minister weten daarbovenop nog bijkomend 5,8 miljoen euro te besparen. Samen zo’n 7 procent van het budget! De minister installeerde een moratorium waardoor, ondanks de talrijke aanvragen, geen enkel nieuw wijkgezondheidscentrum kan geopend worden. Nu wil De Block de wijkgezondheidscentra laten ‘doorlichten om te zien of elke euro wel goed gebruikt wordt.’ Ze heeft hiervoor het commerciële internationale auditbureau KPMG onder de arm genomen. In de stuurgroep van de audit weigert De Block een vertegenwoordiging van de wijkgezondheidscentra zelf.
‘KPMG: promotor van privatisering van de zorg’
Onlangs bracht het Corporate Europe Observatory, een ngo die het lobbywerk binnen Europa bestudeert,een rapport uit over de lobbygroepen die ijveren voor privatisering van de gezondheidszorg. KPMG behoort tot de drie belangrijkste spelers.
In Engeland is KPMG bijzonder actief bij het inpikken van de rendabele delen van de Britse nationale gezondheidsdienst door grote multinationals. KPMG was een van de sponsors van de ‘Healthcare Business International’s 2017 conference’ en is er ook actief in het privatiseren van de budgetten voor huisartsgeneeskunde. In een analyse die The Guardian hierover maakte, werden KPMG en andere ‘auditbureaus’ beschreven als ‘Dracula die verantwoordelijke is gemaakt voor de bloedbank.’
‘KPMG en andere ‘auditbureaus’ worden beschreven als u0022Dracula’s die verantwoordelijk worden gemaakt voor de bloedbank.u0022′
KPMG heeft zijn hoofdzetel in Amsterdam. Op de Wikipediapagina staat dat toplui van KPMG in Nederland betrokken waren en zijn in zomaar eventjes negen ‘affaires’ van graaien, fraude en corruptie.
Deze voorbeelden tonen dat het auditbureau KPMG bij de grote lobbyisten hoort die bij de Europese Commissie aandringen op privatisering van de gezondheidszorg. Een strategie die haaks staat op de missie van de wijkgezondheidscentra en forfaitaire praktijken.
Professor Jan De Maeseneer, voorzitter van vakgroep Huisartsgeneeskunde en Eerstelijnsgezondheidszorg van de UGent, zegt daarover: ‘Wie vandaag of morgen zorgbehoevend is – en dat zijn in principe wij allemaal – moet weten dat er geen enkel wetenschappelijk bewijs is voor de stelling dat privatisering leidt tot meer toegankelijkheid, betere kwaliteit, meer duurzaamheid en kosteneffectiviteit. Nog nergens ter wereld is er een geslaagd experiment bekend, waarbij privatisering in de zorg succesvol werd doorgevoerd.’ (Apache, 20/06/2017)
De strategie van De Block komt in elk geval niet uit de lucht gevallen. In alle stilte benoemde de minister in november 2016 immers Bart Vermeulen, voormalig topman van Pharma.be, de lobbymachine van de farmaceutische industrie, tot adjunct-kabinetschef, verantwoordelijk voor de gehele gezondheidszorg.
‘De Block verkiest lobby-auditgroep boven onafhankelijk instituut’
De vier federaties die de wijkgezondheidscentra vertegenwoordigen zijn vragende partij voor een objectief onderzoek om de werking te verbeteren. Ze hebben niks te verbergen. Ze hebben vorig jaar zelfs voorgesteld om de studie van het federaal kenniscentrum (KCE) uit 2008 te hernemen. Het KCE heeft als grootste voordeel dat het een onafhankelijk instituut is, gefinancierd door de overheid.
Bovendien zou het logisch zijn dat bij dit onderzoek ook een gelijkaardige audit gebeurt bij het systeem van betaling per prestatie. Dan kunnen beide systemen met elkaar vergeleken worden. Temeer omdat in 2008 het KCE al dergelijk onderzoek had uitgevoerd.
Daaruit bleek dat het forfaitaire systeem niet meer kostte dan het systeem van betaling per prestatie. Het forfaitaire systeem bleek bovendien veel toegankelijker, door het wegwerken van de financiële drempels voor de patiënt, samen met een beter voorschrijfgedrag, in het bijzonder van antibiotica – het stokpaardje van de minister – en een vermindering van doorverwijzing en dus kosten in de tweede lijn. Het zou logisch zijn om als audit een opvolging van deze studie te maken.
Ket kabinet-De Block wil volledige controle over het Federaal Kenniscentrum KCE en wil zo beslissen wat wel en vooral wat niet onderzocht wordt.
De Block verkiest dus een commerciële auditgroep boven het onafhankelijk onderzoeksinstituut. Meer nog: de minister wil het KCE afschaffen als onafhankelijk onderzoekscentrum door het te fusuren met andere kennisinstellingen. De vertegenwoordigers van de patiënten- en middenveldorganisaties zoals de mutualiteiten worden uit de Raad van Bestuur geweerd en zo neemt het kabinet de volledige controle over dit kenniscentrum in handen. Zij beslissen dan wat wel en vooral wat niet onderzocht zal worden.
‘De wereld op zijn kop’
Van de mensen op het kabinet van De Block is al langer gekend dat zij de forfaitaire manier van financiering niet gunstig gezind zijn. De minister wil de sociale geneeskunde amputeren. Ze heeft liever de liberale of ‘vrije’ prestatiegeneeskunde waarbij de geneesheer of zorgverlener wordt vergoed per prestatie of consult. Dat terwijl het KCE al in meerdere studies heeft aangetoond dat deze betaling per prestatie een belangrijke oorzaak is voor overconsumptie, verspilling en verkeerd gebruik van geneesmiddelen en zorg. Hoe meer prestaties, onderzoeken en behandelingen, hoe meer immers de kassa rinkelt.
In 2012 nam het KCE contact op met 77 ziekenhuizen met de vraag om deel te nemen aan een geanonimiseerd onderzoek over de inkomens van specialisten. Vele ziekenhuizen weigerden aan het onderzoek deel te nemen. Uiteindelijk waren er toch voldoende deelnemers (13 ziekenhuizen met een totaal van 1.511 artsen) om een betrouwbare schatting te kunnen maken.
Daaruit blijkt dat een ziekenhuisarts gemiddeld 212.781 euro per jaar mee naar huis neemt, na de bijdragen aan het ziekenhuis. Verder ontvangt hij nog gemiddeld 40.000 euro aan supplementen. En ten slotte heeft hij nog een privépraktijk waarover geen informatie beschikbaar is. Het KCE pleitte toen voor een transparante doorlichting van die inkomsten.
Dat de minister geen audit bestelt naar de exorbitante verloning van specialisten maar wel naar de financiering van wijkgezondheidscentra met een jaarbudget van 157 miljoen is de wereld op zijn kop.
Vorig jaar klaagde Luc Van Gorp, de nieuwe voorzitter van de Christelijke Mutualiteiten, nog de exorbitante inkomsten van sommige specialisten aan. Die kunnen makkelijk oplopen tot 50.000 euro per maand, naargelang de specialiteit. De CM eiste daarover ook meer transparantie. Dat de minister geen audit bestelt naar de verloning van specialisten met een jaarbudget van 6,7 miljard euro, maar wel naar de financiering van wijkgezondheidscentra met een jaarbudget van 157 miljoen is de wereld op zijn kop.
‘Rampweek voor de Block’
‘De rampweek van De Block’, kopte De Tijd op 8 juli. De minister had eerder aangekondigd te besparen op kinderpsychiatrie. Bepaalde ziekenhuizen met kinderpsychiatrie zouden tot de helft van de financiering terugvallen. En dat terwijl de nood aan psychologische zorg voor kinderen en jongeren nog nooit zo hoog was.
De Block kreeg een hele mediastorm over zich. Prominenten, talrijke hulpverleners en patiënten uit de sector protesteerden luid en krachtig. De Block plooide. Ze haastte zich te zeggen dat ze nog bijkomend advies zou vragen aan de Federale Raad voor de Ziekenhuisvoorziening. De Tijd schrijft: ‘Voor de goede verstaanders: de verlaging van de bezetting op de kinderpsychiatrie komt er niet, want de Federale Raad zal daar nooit mee instemmen.’
Ook de sector van sociaal werk toont dat het mogelijk is door druk en mobilisatie van zorgverleners en verzorgden het tij te keren. Het symbooldossier in Antwerpen waarbij bewakingsmultinational G4S zijn zinnen had gezet op een daklozencentrum is intussen gekend. Het Antwerpse stadsbestuur (N-VA, CD&V en Open VLD) wilde dit centrum commercialiseren. Maar door een grote beweging van sociaal werkers moest het stadsbestuur bakzeil halen.
Dat zijn inspirerende voorbeelden. Minister De Block eist dat de wijkgezondheidscentra meedoen aan een audit die als uitgangspunt heeft de groei van diezelfde wijkgezondheidscentra te stoppen. Nochtans heeft de maatschappij nood aan laagdrempelige en kwaliteitsvolle eerstelijnszorg.
De sector wil terecht een onafhankelijk onderzoek dat uitgaat van deze waarden en die de zorgverstrekker participatief betrekt. De patiënten hebben geen baat bij een auditbureau dat lobbyt in de EU voor meer privatisering en hierdoor de toegankelijkheid tot zorg nog meer bemoeilijkt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier