Elvira Haezendonck (VUB)
‘Waar blijven de ecocentrische proffen?’
De regering heeft een grote troef in handen tegen de klimaatverandering: via het onderwijs kan ze waarschijnlijk wel een omslagpunt realiseren: het vormen van ecocentrische leiders, zo schrijft professor Elvira Haezendonck van de VUB.
Om de klimaatverandering alsnog binnen de perken te houden zullen deze weken weer alle mogelijke strategieën ter tafel komen om uiteindelijk ons gedrag te beïnvloeden. Het bedrijfsleven en steeds meer managers lijken nu al voortrekkers, waarbij de overheid in hun kielzog vaart. Ze hebben dit niet op de schoolbanken geleerd maar uit hun vele jaren economische praktijk, want het onderwijs is vandaag helaas nog geen kweekvijver voor die broodnodige ecocentrische managers.
Copernicaanse revolutie in de klimaatdiscussie
Waar blijven de ecocentrische proffen?
Dat de voorbije weken een groep leidende bedrijfsmanagers vanuit hun functie de overheid heeft aangevuurd om strengere en meer doortastende maatregelen te nemen is een copernicaanse revolutie in de klimaatdiscussie. Ze hadden het in een brief over hun “zware ontgoocheling over het gebrek aan ambitie”. Het is ooit anders geweest.
Het bedrijfsleven is duidelijk op een kantelpunt gekomen waarop het vanuit zijn winst- en innovatiegedreven dynamiek de motor van de verandering duidelijk heeft doen aanslaan. Nieuwe producten en processen die de oude en vervuilende verdringen, zijn de sleutel tot een drastische milieuverbetering. Die technologische innovatie wordt vandaag vertaald naar een concurrentieel voordeel eerder dan naar de extra kost waarop klimaatinspanningen vroeger aangekeken werden. Veel bedrijven beseffen nu dat de kosten van niets doen hoger zijn dan die om zich proactief op te stellen.
Wat doet een overheid? Ze kan de vervuiler laten betalen (de ‘green stick’ – ons afvalbeleid) of de goede leerling belonen (de ‘green carrot’ – de zonnepanelen). De ervaring leert echter dat de overheid slechts in beperkte mate een beleid kan opleggen en slechts tijdelijk ons gedrag kan beïnvloeden. Maar ze heeft nog een troef in handen: via het onderwijs kan ze waarschijnlijk wel een omslagpunt realiseren: het vormen van ecocentrische leiders.
Constante duurzame reflex
Het woord u0022duurzaamu0022 zou in elk leerdoel vervat moeten zitten
En dit soort leiders, die duurzaamheid integraal in hun organisatiemissie en -visie opnemen, is wat we nog meer nodig hebben. Geen CSR-manager met marginale budgetten, of een duurzaamheidscoördinator in bijberoep, maar een CEO die het directiecomité en de hele staf een constante duurzame reflex aanleert. Een CEO, die in zijn management- en economieopleiding alle opleidingsonderdelen en leerobjectieven door een groene bril bestudeerde: “eco-accounting”, “sustainable finance”, “social entrepreneurship”, “strategy for a sustainable growth”, “green logistics”, “sustainable supply chains”, enz.
Het woord “duurzaam” zou in elk leerdoel vervat moeten zitten. Aan zichzelf groen wanende onderwijsinstellingen geen gebrek, maar laat die ecocentrische programmadirecteurs en ecocentrische proffen nu maar eens hun werk doen.
Ons onderwijs moet die leiders van morgen afleveren, want hen moeten we zelfs geen “green carrot” of wortel voorhouden, zij begrijpen de zin en kracht van de innovatie, ook voor het milieu, maar al te goed.
Klimaatconferentie Parijs
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier