‘Veel boeren en boerinnen stevenen af op een burn-out’
‘Boeren zijn geen vieze vervuilers. We verdienen meer respect.’ Een gesprek over landbouw die weer van het platteland moet worden, en niet van fabrieken. Op kleinere schaal, vriendelijk voor milieu én voor consument.
Je kunt niet zeggen dat 2022 het jaar van de boer was. Dankzij de Vlaamse minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) wordt er gewerkt aan maatregelen die de impact van landbouw op onze leefomgeving – eindelijk – moeten beperken. Maar de voorstellen voor een mestactieplan of een efficiënte aanpak van de stikstofoverlast stoten op weerstand van boeren en hun organisaties. Niet alleen bij ons overigens, ook in Nederland.
De boeren en de boerenprotesten kunnen niet op veel steun van de bevolking rekenen. Die haalt haar voedsel in de supermarkt en ziet weinig van de inspanningen die boeren leveren. Boeren zijn vooral de kop van Jut. Het was dan ook treffend dat dit gesprek plaatsvond in de Zwartschaapstraat in Gooik. Op de boerderij Dubbel Doel van Hilde Nechelput en haar man Seppe Holemans verzamelden vier geëngageerde boerinnen en boeren om met Knack te praten over een betere landbouw.
Boerderij Dubbel Doel kan model staan voor hoe een landbouwbedrijf zou moeten werken: aandacht voor dierenwelzijn, minimale impact op de omgeving en productie van hoogwaardige voeding. Nechelput en Holemans hebben een zestigtal koeien met roots in een oud Vlaams ras, die zowel melk als vlees leveren, zogenaamde dubbeldoeldieren. De kalfjes drinken overdag bij de moederkoe, terwijl ze elders meteen na de geboorte weggehaald worden zodat alle melk voor menselijke consumptie verzameld kan worden. In Dubbel Doel slapen de kalfjes alleen ’s nachts apart, zodat er ’s ochtends wel ruimte is om te melken.
Het voer voor hun vee produceert het koppel zelf of haalt het bij bevriende boeren in ruil voor mest. Ze ruilen vlees- en zuivelpakketten van eigen fabricaat voor groenten en fruit. Dankzij hun eigen gras blijven ze onafhankelijk van voederfabrikanten. Bovendien is dat gras rijk aan klavers en dus beter dan het krachtvoer dat koeien elders krijgen. Op de weilanden groeien zeldzame grassen, ook al krijgen ze stalmest te verwerken. Hagen en hoogstamboomgaarden geven een prachtig kader met mooie natuurwaarden.
Geen syndicaat
Een open stal vormt het decor voor een gesprek met Hilde Nechelput en drie collega’s van Boerenforum. Die organisatie bestaat nu bijna tien jaar, maar haar manifesten zorgen weleens voor verwarring. Enerzijds lijkt Boerenforum te streven naar kleinschalige boerenlandbouw die aanleunt bij ‘bio’, anderzijds zet ze zich af tegen alle regeringsplannen om de boerenstiel milieuvriendelijker te maken.
‘Boerenforum wil meer dan receptjes aanreiken om bedrijven een beetje duurzamer te maken’, zegt Tijs Boelens van de Groentelaar, een biogroenteproducent in Pepingen. ‘Boerenforum is geen syndicaat, maar een methodiek om tot een betere landbouw te komen. Kijk naar de energieproblemen, of naar het gedoe rond crèches. We zien steeds opnieuw hoe onze samenleving naar de afgrond loopt, en toch blijven we inzetten op neoliberale programma’s. Die hebben de laatste vijftig jaar van de landbouw iets gemaakt waarvoor de meeste boeren zelf niet zouden kiezen. In die achterhaalde realiteit willen wij niet langer zoeken naar manieren om nipt te overleven. We willen een paradigma- shift waardoor het werk van de landbouwer beter vergoed wordt en waardoor er meer voedselproducten van hogere kwaliteit op de markt komen.’
Het stikstofakkoord en het mestactieplan van de Vlaamse regering ziet het Boerenforum als een band plakken of een dakpan vervangen. Het zijn maatregelen die weinig veranderen. Ze bestendigen vooral de dominante positie van de belangrijkste speler in de markt. ‘Ze versterken de rol van de agro-industrie en haar banken en toeleveranciers als trekpaard van onze landbouw’, zegt kippenkweker Wim Moyaert van De Groene Cirkel. ‘Het is voor velen lucratiever om te blijven dweilen met de kraan open dan om de kraan dicht te draaien.’
‘Boeren zouden nu ook zo veel mogelijk koolstof in hun bodems moeten opslaan’, gaat Moyaert voort. ‘Op zich is dat niet slecht om de klimaatopwarming te bestrijden. Maar wij hebben het vervelende gevoel dat het systeem van koolstofkredieten toch vooral moet dienen om industriële koolstofvervuilers uit de wind te zetten. Zo wordt iets wat onderdeel zou kunnen zijn van een ecologische landbouw een instrument voor greenwashing van grote spelers op de markt.’
Hoe ziet Boerenforum de transitie van de landbouw dan wél gebeuren? ‘Er moet meer worden ingezet op kleine en middelgrote landbouwbedrijven’, stelt Boelens. ‘Maak binnen dit en tien jaar een einde aan de fabrieksboerderijen. Verdubbel het aantal landbouwers tegen 2040, maar laat ze een kleinere oppervlakte bewerken. Pas de omvang van de veestapel aan de draagkracht van de gronden aan. Dan krijg je een landbouw die samenwerkt met de natuur en die verrijkend is voor landbouwer én consument. En dan heb je geen mestactieplannen en stikstofakkoorden meer nodig.’
Methaanreducerende pillen
Boerenforum heeft zich aangesloten bij La Via Campesina, een organisatie die wereldwijd boeren vertegenwoordigt die hetzelfde kleinschalige landbouwmodel nastreven. Hun oplossingen moeten niet alleen de Vlaamse landbouw verduurzamen, maar ook het leven van landbouwers elders minder precair maken. Een Senegalese boer verliest bijvoorbeeld marktmogelijkheden doordat Europese landbouwoverschotten in zijn land gedumpt worden. Roemeense boeren krijgen nu regelmatig bezoek van de consulenten die de landbouw bij ons richting grootschaligheid gedreven hebben.
‘Het zou een grote stap vooruit zijn als we komaf kunnen maken met de import van producten als soja’, zegt Birgit Haepers van zelfplukboerderij Land van Duwijck in Lier. ‘Zonder soja als veevoer wordt zowel vlees als mest bij ons waardevoller en dus minder problematisch. Soja-export veroorzaakt ook een ravage onder de boeren in het Amazonegebied. Of kijk naar de import van goedkope tomaten uit het Spaanse Almeria. Die tomaten zijn het product van arbeid die je slavernij kunt noemen. Schaf ook de landbouwsubsidies af die schaalvergroting in de hand werken en beperk de monoculturen die onze bodems uitputten. En stop met technologische ingrepen zoals luchtwassers in stallen en methaanreducerende pillen in de voeding van koeien om de uitstoot van stikstof en broeikasgassen te beperken. Dat zijn lapmiddelen.’
Het klinkt allemaal erg als ‘terug naar vroeger’, naar de tijd van voor de vrije markt en de globalisering. ‘En het kapitalisme’, voegt Boelens er zonder aarzelen aan toe. Hij vertelt hoe hij dit jaar in Bretagne als lifter werd meegenomen door een man in een blitse sportwagen, een speculant in fossiele brandstoffen, zo bleek. ‘Maar toen de oorlog in Oekraïne begon, was hij geswitcht naar speculeren met graan. Met die winsten gaat hij nu geregeld fuiven in China.’
‘Ons voedsel wordt gebruikt om dat soort mensen rijk te maken’, zegt Boelens. ‘En ondertussen ziet 70 procent van de boeren zwarte sneeuw omdat ze te weinig betaald worden voor hun producten. Veel boeren en boerinnen stevenen af op een burn-out door die uitzichtloosheid. Een ander deel worstelt met economische cijfers waardoor ze vergeten waarom ze ooit aan deze mooie stiel begonnen zijn. De overheid heeft zichzelf jarenlang buitenspel gezet en gezegd dat de markt moet kunnen spelen. Maar het is net die markt die het voor de boer en boerin verknald heeft.’
Een minderheid van de Vlaamse boeren doet het wel goed. ‘Dat zijn’, aldus Moyaert, ‘ondernemers met grote bedrijven die werken met robots en monoculturen, en die problemen hebben met hun buren en met natuurliefhebbers. Veel boeren die met een pistool tegen het hoofd voortploeteren, verdedigen het huidige landbouwmodel in het publiek. Maar thuis vragen ze zich af wat ze in godsnaam aan het doen zijn. De meeste boeren kunnen niet stoppen of veranderen, want ze hangen vast aan leningen en contracten. En dus moet je geld vrijmaken voor een landbouwtransitie. In plaats van de bestaande landbouw te blijven subsidiëren, moet de overheid inzetten op een transitie richting een duurzamer model.’
Ascetisch leven
Steeds minder boerenkinderen willen in het familiebedrijf stappen. Ze hebben hun ouders te hard zien wroeten voor een weinig comfortabel bestaan. ‘De meeste nieuwkomers in de stiel, zoals ikzelf, zijn mensen met een neiging tot harakiri’, zegt Haepers schamper. ‘Ze leunen op het inkomen van hun partner of op spaargeld. En waarom? Omdat het echt een schone stiel is. Maar voor die schoonheid betalen we een hoge prijs. Dat je kunt werken in een mooi landschap impliceert bijna automatisch dat je amper rondkomt. En boeren zijn niet per definitie mensen die ascetisch willen leven.’
En dan is er nog de prijszetting van onze landbouwproducten. ‘Ik verkoop het vlees van mijn kippen voor 15 euro per kilo’, zegt Moyaert. ‘Daarmee moet ik opboksen tegen plofkippen uit fabrieksstallen, die 5 euro kosten. Maar waarom mogen we in de prijszetting geen rekening houden met de verborgen kosten van milieueffecten en gezondheidsproblemen als gevolg van slechte voeding? Waarom mogen niet meer mensen genieten van onze producten, die veel lekkerder zijn? Zijn bioproducten niet meer dan een schaamlapje voor de rijkere consumenten uit een stadsrand die zich wat schuldig voelen?’
Klassieke lobby’s als de Boerenbond antwoorden dan dat er in Vlaanderen geen plaats meer is om met kleinschalige landbouw voedselzekerheid te garanderen. ‘Voedselzekerheid is net de hoofdbetrachting van Boerenforum en La Via Campesina’, stelt Boelens. ‘Als de Vlaamse consument minder vlees eet, is er genoeg grond om onze landbouw zelfvoorzienend te houden. Zeker als we ook een einde zouden maken aan de marktverstorende export. Mensen bang maken door te claimen dat er onvoldoende ruimte is voor grondgebonden landbouw, is een zoveelste mechanisme van de agro-industrie om een transitie tegen te houden.’
Vieze vervuiler
Terwijl gastvrouw Hilde Nechelput overheerlijke kaas en zuiveldessertjes van eigen makelij laat aanrukken, hamert ze op nog een onderschat element van kwaliteitsverlies in de boerenstiel: er is geen contact meer met de consument. ‘Vroeger zag je op de meeste markten boeren met hun producten, nu zie je er bijna uitsluitend handelaars die hun producten op de veiling halen. Wij gaan zelf met een deel van onze producten naar de markt. Mensen appreciëren dat. Wie contact met boeren heeft, kijkt anders tegen onze stiel aan dan de supermarktconsument. Kinderen die de boerin of boer zien die hun groenten produceert, hebben minder moeite met groenten eten. Dat kan bijdragen tot een betere relatie tussen de consument, zijn voeding en de producent van die voeding.’
Boerenforum werkt niet voor een niche in de landbouwsector, besluit Birgit Haepers. ‘Onze belangenbehartiging komt alle boeren ten goede, want weinig boeren zijn blij met de steeds groter wordende landbouwbedrijven. Die zorgen voor dalende prijzen voor de boer, stijgende kosten en afhankelijkheid. Boeren raken niet meer weg uit de hoek waarin ze geduwd zijn door de bank, adviseur, boekhouder of subsidiërende organisatie. Als de politiek die situatie bestendigt, wordt het uitzichtloos. De boer wordt dan door de maatschappij met de vinger gewezen als vieze vervuiler, als arm en dom. De vervreemding ten aanzien van de landbouwersziel is totaal. Dat is bijzonder oneerlijk. Wij willen dat doorbreken. Boerinnen en boeren verdienen weer meer respect.’