Ontharding: 6 stappen om zelf aan de slag te gaan

Ontharde stukken stad in Groningen. ‘In Nederland is er naar schatting drie keer minder verharding per inwoner dan bij ons.’ © Getty
Elisa Hulstaert

Terwijl Vlaanderen moet ontharden, verdwijnt er elke dag een oppervlakte van tien voetbalvelden onder het beton. Dat blijkt uit de cijfers van het Betonrapport 2024 van Breekijzer en Natuurpunt. ‘Ook als burger kun je helpen om het tij te keren.’

‘Tussen 2013 en 2021 verdween er jaarlijks een oppervlakte van een stad als Mechelen onder het beton’, zegt Anton Christiaens, coördinator van Breekijzer, het kenniscentrum voor ontharding en initiatiefnemer van het Vlaams Kampioenschap Tegenwippen. ‘Dat is extreem veel en bovendien veel meer dan in onze buurlanden. In Nederland is er naar schatting drie keer minder verharding per inwoner dan bij ons. Er is geen reden om aan te nemen dat dat bij ons niet kan.’ Om de doelstellingen van de bouwshift of ‘de betonstop’ te halen, zullen we tot 2050 jaarlijks 1 m² per Vlaming moeten ontharden.

Zeker in dorpen en steden is ontharding belangrijk om er op een aangename manier te kunnen blijven wonen en werken. ‘Groen tempert de weersextremen, iets waar we door de klimaatverandering steeds vaker mee te maken zullen krijgen’, zegt Christiaens. ‘Verharding veroorzaakt meer hitte, wateroverlast en droogte. Ontharding en vergroening zorgen voor een tegenovergesteld effect.’

Daarom is het een goede zaak om met zijn allen aan het ontharden te gaan. Maar is het wel eerlijk om de burger te vragen om zijn verantwoordelijkheid op te nemen? ‘Hoewel burgers absoluut een verschil kunnen maken, ligt die verantwoordelijkheid natuurlijk niet uitsluitend op hun schouders’, zegt Christiaens beslist. ‘Ontharding is een gedeelde verantwoordelijkheid waar vooral de steden en gemeenten én de Vlaamse overheid hun stempel moeten drukken. Maar ook als burger kun je wel degelijk helpen om het tij te keren. In feite moeten alle Vlamingen samen met dit probleem aan de slag.’

Ontharden kan eenvoudig volgens zes stappen. Vraag op voorhand na of jouw gemeente ondersteuning biedt. In sommige gemeenten krijg je bijvoorbeeld een financieel duwtje in de rug in de vorm van klimaatpremies of een plantenbon. Leg je een geveltuin aan, hou je dan aan de spelregels van jouw gemeente: check de maximale afmetingen en ga na of er een meldings- of vergunningsplicht geldt.

  1. Bepaal om te beginnen waar je de tegels gaat wippen. Valt er veel zon op? Of ligt die plek net in de schaduw? Blijft er vaak regenwater liggen? Op basis daarvan kun je planten kiezen die passen bij de plek in je tuin of aan je gevel. Zo hebben ze minder onderhoud nodig en blijven ze gezonder.
  2. Zorg voor het juiste gereedschap. Voorzie zeker een schop, schroevendraaier en koevoet. Heb je dat materiaal niet zelf in huis, dan kunnen buren misschien helpen. Je kunt ook altijd eens een kijkje nemen op websites van deelinitiatieven zoals Peerby. Doe-het-zelfzaken hebben tegenwoordig ook vaak een verhuurdienst voor materiaal. Goede aarde en compost zijn ten slotte ook handig voor het aanlengen van het zand onder de tegels.
  3. Heb je al het nodige materiaal verzameld, dan kun je aan het tegelwippen beginnen. De eerste tegel verwijderen is vaak het lastigst. Zoek naar een gewillig slachtoffer: een tegel met wat meer ruimte rondom. Wrik die tegel los met een spade of schep en wip hem er dan uit. Lukt dat niet, gebruik dan de drilboor om de voegen kapot te boren. Je kunt de tegel vervolgens loswrikken met een breekijzer.
  4. Als alle tegels gewipt zijn en de bodem vrijgemaakt is, onderzoek dan de ondergrond. Ligt er stabilisé, betonpuin of andere verharding onder de tegels? Graaf die dan uit. Planten hebben nood aan een gezonde voedingsbodem en voldoende wortelruimte. De wortels van planten hebben 30 tot 40 cm ruimte nodig, die van bomen minimaal 1 meter.
  5. Maak de kluit van de planten nat en graaf ze in. Geef je nieuwe planten een goede start met wat compost of tuinaarde. Zorg dat de wortels allemaal net onder de grond zitten – niet te diep en niet in de zon – en duw de aarde rondom nog eens aan. Geef ze een goede scheut water en verzorg de planten de eerste weken extra goed.
  6. Bedenk wat je met het overgebleven materiaal gaat doen. Hergebruik de tegels, het steenpuin en het zand zo veel mogelijk. Verwerk het materiaal op een creatieve manier opnieuw in je tuin of maak iemand anders er blij mee. Of bel de tegeltaxi, die momenteel al in 30 steden en gemeenten rondrijdt en gratis uitgebroken tegels en steenpuin aan huis ophaalt.

‘Maak het vooral mooi en leuk voor jezelf door te kiezen voor bloemen’, benadrukt Christiaens nog. ‘Bloemen doen het goed op arme, schrale grond, wat als bijkomend voordeel met zich meebrengt dat je maar één keer per jaar hoeft te maaien. En als je buitenruimte het toelaat, plant dan minstens één boom. De bomen die we vandaag planten, zullen ons over tien jaar veel profijt opleveren.’

Steden en gemeenten kunnen zich tot 21 maart aanmelden voor het Vlaams Kampioenschap Tegelwippen via deze link.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content