Niet hernieuwbare maar fossiele energie slokt meeste subsidies op
Waarom verzwijgt Eurocommissaris Oettinger dat overheidssteun aan fossiele brandstoffen drie keer hoger ligt dan die aan hernieuwbare energie, vraagt Europarlementslid Kathleen Van Brempt (SP.A) zich af.
Europees Commissaris voor energie Günther Oettinger zou normaal gezien morgen communiceren over de “ontplooiing van de interne elektriciteitsmarkt” en het “optimaal benutten van publieke interventies”. Dat is een wat ingewikkelde omschrijving voor een officiële communicatie over ondermeer een betere besteding van de subsidies voor hernieuwbare energie. Oettinger vertrekt voor zijn boodschap vanuit één van zijn favoriete stokpaardjes: hernieuwbare energie wordt overgesubsidieerd. Dat verstoort volgens de commissaris de marktprijzen en daarom moet de vrije markt dringend de problemen oplossen. Maar er zit een haar in de boter, als gevolg van een voor Oettinger vervelend lek dat het omgekeerde bewijst van wat de Europese commissaris graag wilde aantonen. De kans dat Oettinger zijn communicatie halsoverkop uitstelt, is reëel.
Wat de Duitse christendemocraat Oettinger immers noch verwacht, noch voorzien had, is dat vorige dinsdag documenten vanuit zijn eigen directoraat-generaal naar de buitenwereld lekten. Die voorbereidende teksten toonden precies het omgekeerde aan van wat Oettinger beweert: het zijn niet de hernieuwbare maar wel de fossiele en nucleaire energiebronnen die het leeuwendeel van de subsidies opslokken. Zo stond het alvast te lezen in de zogenaamde ‘staff working papers’, de basisdocumenten die als argumentatie en achtergrond dienen voor de politieke boodschappen in de officiële communicatie. Deze documenten met achtergrondinformatie bevatten vaak de interessante informatie: het cijfermateriaal en de onderzoeksresultaten waarop het kabinet van Oettinger maandenlang naarstig gewroet heeft. De gelekte documenten stonden nog in een ontwerpversie; met aantekeningen, opmerkingen en zelfs volledig doorstreepte passages. Net de doorstreepte passages bevatten de cruciale informatie. Wat Oettinger uit de teksten liet schrappen, was dus interessanter dan wat hij liet staan.
Waarom verzwijgt Eurocommissaris Oettinger dat overheidssteun aan fossiele brandstoffen drie keer hoger ligt dan die aan hernieuwbare energie?
De geschrapte passages becijferden dat er véél meer subsidies naar fossiele en nucleaire energie gaan dan naar hernieuwbare energie. Naar de totale energiesector gaat er volgens de documenten jaarlijks 130 miljard euro overheidssteun. Daarvan is 30 miljard euro bestemd voor de hernieuwbare sector. De standaard fossiele productie (kolen en gas) mag rekenen op 26 miljard, de nucleaire sector slokt 35 miljard op. Daarbij komen nog de indirecte kosten verbonden aan klassieke energieproductie, zoals sociale- en gezondheidskosten waarvoor jaarlijks nog eens 40 miljard euro moet neergeteld worden. Dertig miljard voor hernieuwbare energie en 101 miljard voor oude brandstoffen. De conventionele fossiele energiebronnen krijgen dus méér dan drie keer de overheidssteun die aan hernieuwbare bronnen wordt gegeven.
Dat zijn ronduit schokkende cijfers op het ogenblik dat alle studies aantonen dat fossiele brandstoffen moeten afgebouwd worden en hernieuwbare bronnen moeten gestimuleerd worden. Dat de verantwoordelijke commissaris ons al een tijdlang het tegenovergestelde wil laten geloven is hemeltergend, want Oettinger speelt zo letterlijk met de toekomst van de Europese burgers. Dat kadert in de strategie die hij al jaren toepast, namelijk hernieuwbare energie voorstellen als een problematische sector: onvoldoende ontwikkeld, ontoereikend om de hele vraag te dekken, fluctuerend en dus moeilijk te controleren, maar vooral te duur. Ronduit onbetaalbaar, vindt Oettinger, en dat niet in het minst door de “buitensporige subsidies” die de sector van de hernieuwbare energie mag opstrijken.
Over de publieke kostprijs van hernieuwbare energie moeten we niet flauw doen; die is hoog. Dat heeft ook z’n redenen. Innovatieve technologieën hebben bijna altijd nood aan een doorgedreven overheidssteun om ze van de onderzoeks- en ontwikkelingsfase naar de markt te krijgen. Dat was destijds zo voor de nucleaire sector; dat was eveneens het geval voor bijvoorbeeld het internet, dat jarenlang ondersteund moest worden door de Amerikaanse overheid, alvorens het als een mainstream product op de markt kon komen. Dat geldt evenzeer voor de technologie om hernieuwbare energie op te wekken. Maar waar de overheidssteun voor het internet inmiddels is afgebouwd, blijft de overheidssteun voor nucleaire energie vandaag groter dan voor hernieuwbare energie. Terwijl we verdraaid goed weten dat nucleaire energie al decennia lang ‘common practice’ is geworden en we er van mogen uitgaan dat die sector makkelijk moet kunnen overleven in de vrije markt. Maar volgens de uitgelekte documenten is dat niet het geval. Olie-, gas en nucleaire energie worden behandeld alsof ze zich nog in het prille stadium van hun ontwikkeling bevinden, terwijl hernieuwbare energie behandeld wordt als een sector die nu maar op eigen benen moet staan. De wereld op z’n kop.
Dat spel van waarheid en verdichting over de aard van energiesubsidies wordt al langer gespeeld. De vragen die ik stelde aan de Europese Commissie en de Europese Investeringsbank over hun investeringspolitiek die veel te sterk gericht is op de ondersteuning van fossiele brandstoffen, worden systematisch en vakkundig ontweken met het argument dat het allemaal “onmogelijk te becijferen” valt. Dat is ook nu weer het geval toen de woordvoerster van Oettinger geconfronteerd werd met de geschrapte passages. “Er zijn nooit betrouwbare cijfers geweest, en er werden nooit dergelijke cijfers in om het even welk document neergeschreven” klonk het. Oettingers ontkent dus zelfs het licht van de zon, want de gelekte documenten zijn niet enkel consulteerbaar op het internet, ze werden ook uitgebreid geciteerd in de Duitse pers. Naar de buitenwereld toe is er geen vuiltje aan de lucht; intern stormt het echter op het kabinet van Oettinger en doen geruchten de ronde dat er “koppen moeten rollen”. De Europese burger mag vooral de waarheid over het subsidiebeleid niet kennen.
Waarom mogen cijfers en feiten niet gekend zijn?
Dat laatste is uiterst zorgwekkend. Waarom mogen de feiten en cijfers niet gekend zijn? Welke plannen zouden gedwarsboomd kunnen worden als de waarheid het licht ziet? Plannen om te blijven investeren in de vervuilende en ronduit gevaarlijke energiebronnen uit het verleden? Of erger, plannen om te investeren in nieuwe varianten van die vervuilende fossiele bronnen, zoals schaliegas?
Het moet duidelijk worden wat de beweegredenen zijn achter de geheimdoenerij van commissaris Oettinger, achter de manipulatie van cijfers, het verdraaien van feiten én de politieke agenda die daarachter schuil gaat. Ik zal Oettinger daar alvast over aan de tand voelen. We doen er ook goed aan de geschrapte passages uit de teksten van Oettinger bij de hand te houden, voor wanneer er nog eens luidkeels geroepen wordt dat hernieuwbare energie onbetaalbaar is.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier