Natuurbeheer: de patrijs dreigt in het wild kapotgejaagd te worden
De jacht op de met uitsterven bedreigde patrijs zorgt voor verhitte discussies tussen jagers en natuurbeheerders, en tussen politici. Kunnen ze nog tot een consensus komen? ‘Natuurbeheer is meer dan het beheren van één eetbare wildsoort.’
Op 3 oktober vonden natuurinspecteurs van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) gekweekte uitgezette patrijzen in een jachtgebied bij Veurne in West-Vlaanderen. De overtreding illustreerde wat natuurliefhebbers al jaren aankaarten en jagers al jaren ontkennen: dat er in de jagerswereld aan faunavervalsing wordt gedaan. Bevoegd minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) reageerde tot ontzetting van de jagers met een maatregel uit de jachtwetgeving die iedereen vergeten was, omdat hij zo goed als nooit wordt ingezet: ze verbood meteen alle jacht op kleinwild (patrijs, fazant en haas) in het betrokken gebied voor de rest van het jachtseizoen.
De jagerswereld reageerde bij monde van haar voornaamste lobbygroep, de Hubertus Vereniging Vlaanderen (HVV), ‘geschokt’ op zowel de maatregel van de minister als de overtreding. De HVV bazuinde uit dat ze zich burgerlijke partij zou stellen tegen de betrapte jagers, die ze naar goede gewoonte als ‘rotte appels’ omschreef. Maar ze zweeg toen natuurinspecteurs enkele dagen later bij jagers uit het Antwerpse Rumst verboden wapens en levensgevaarlijke ‘boobytraps’ aantroffen: automatische wapens die vanzelf afgaan als er tegen een over de grond gespannen draad wordt gelopen. De illegale wapens worden geplaatst om vossen te bestrijden, maar zouden een wandelaar die de draad raakt niet sparen.
Vlaams Parlementslid Mieke Schauvliege krijgt een bombardement van haatberichten van jagers over zich heen, omdat ze de jacht op de patrijs wil afschaffen.
De HVV reageerde evenmin toen natuurinspecteurs op 14 oktober in het Oost-Vlaamse Lierde een bestelwagen aanhielden met daarin 110 gekweekte fazanten en 25 gekweekte patrijzen die zouden worden uitgezet. Uitgezette patrijzen blijken dan toch niet de grote uitzondering te zijn. Demir trad opnieuw op met een jachtverbod. ‘Veel jagers klagen over de cowboys in hun geledingen, maar wat doen ze er zelf aan?’ liet ze weten. ‘Ik roep hen met deze maatregelen op om de rotte appels er zelf uit te halen, in het belang van hun eigen sector.’
Vergiftigde roofvogels
Minister Demir heeft de natuurinspectie versterkt, maar het blijft dweilen met de kraan open. Sommigen beweren dat de recente vaststellingen rond jachtincidenten niet betekenen dat de natuurinspectie nu efficiënter werkt, wel dat haar acties publiek worden gemaakt. Onder Demirs voorganger, Joke Schauvliege (CD&V), werden ze stilgehouden, zodat de publieke opinie zelden iets te horen kreeg over jachtexcessen. Als jachtovertredingen openbaar werden, was dat meestal een gevolg van acties van natuurverenigingen als Vogelbescherming Vlaanderen.
Sommige vonnissen illustreren het perfide karakter van de jagerslobby in het optreden tegen de ‘rotte appels’ in haar sector. Uit een vonnis van 14 oktober 2020 blijkt dat een jager die recidiveerde in het vergiftigen van roofvogels verdedigd werd door een raadsman die jachtrecht doceert aan kandidaat-jagers en bestuurslid was van een federale jagersvereniging. Je kunt je de vraag stellen hoe je als jagersvereniging de belangen van de natuur, en zelfs van je sector, kunt vrijwaren als je manifeste overtreders van de jachtwetgeving met juridische hand-en-spandiensten bijstaat.
‘We hebben het er steeds lastiger mee dat de HVV optreedt als belangenvereniging voor jagers, maar niet voor de wildsoorten waarop ze jagen’, stelt akkervogelexpert Freek Verdonckt (Natuurpunt). ‘Dat mondt uit in moeilijke en soms zelfs steriele discussies over soorten die in de problemen zitten, zoals de patrijs. Dat akkervogeltje is een symboolsoort: het is een diertje dat in Vlaanderen dreigt uit te sterven, maar er mag toch nog op gejaagd worden. Als de patrijs echt een passie is voor jagers, zoals ze zelf beweren, waarom houden ze dan obstinaat vast aan jacht op de soort? Waarom blijven ze in hun jachtgebieden kleinschalige maatregelen nemen die geen enkel effect op een patrijzenpopulatie hebben, in plaats van samen te werken met landbouwers en natuurbeschermers om een landbouwlandschap opnieuw op grote schaal interessant te maken voor vogels als de patrijs?’
De patrijs beroert ook de politieke gemoederen. Vlaams Parlementslid Mieke Schauvliege (Groen) diende een decreet in om de soort uit de jachtwetgeving te laten schrappen, zodat er niet meer op gejaagd mag worden. Sindsdien krijgt ze een bombardement van scheld- en haatberichten uit de jagerswereld over zich heen. ‘Als we niet dringend ingrijpen, is de patrijs verdwenen voor er maatregelen voor haar bescherming genomen zijn’, zegt ze. ‘Een jachtverbod is de enige logische oplossing.’ Ze werkt ook aan een resolutie om minister Demir en haar voor landbouw bevoegde collega Hilde Crevits (CD&V) aan te manen werk te maken van initiatieven om het landbouwlandschap opnieuw aantrekkelijk te maken voor akkervogels. Niet alleen de patrijs trouwens, ook soorten als de kievit, de leeuwerik en de kiekendief.
Landschap uitkleden
Op 13 oktober was er een hoorzitting over de jacht op de patrijs in de Commissie Leefmilieu van het Vlaams Parlement. De cijfers zijn helder. Bioloog Thomas Scheppers van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) toonde aan dat het patrijzenbestand in Vlaanderen tussen 2007 en 2019 met bijna de helft afnam. De soort neemt al in aantal af sinds de jaren 1960. De belangrijkste oorzaak is de vermindering van de kwaliteit van haar leefgebied door het ‘biologisch uitkleden’ van het landbouwlandschap. Er is in moderne landbouwgebieden geen ruimte voor patrijzen om zich te verschuilen, en er is weinig eten voor vooral de kuikens, die insecten nodig hebben.
‘De sterfte door jacht komt boven op die precaire situatie’, stelde Scheppers. ‘Ze kan een negatieve impact hebben, zeker als meer dan 20 procent van het najaarsbestand van de patrijs wordt afgeschoten. De huidige jachtwetgeving voorziet in niets om overbejaging tegen te gaan. Het ANB beschikt niet over de middelen om te controleren of jagers aan patrijsvriendelijk beheer doen. We weten uit wetenschappelijke gegevens ook dat landschapsbeheer alleen efficiënt is in het handhaven van het patrijzenbestand als het op minstens 7 procent van een gebied betrekking heeft. Dat gebeurt op veel te weinig plaatsen, zodat het bestand blijft dalen, ondanks de maatregelen die her en der genomen worden.’
Veel jagers klagen over de cowboys in hun geledingen, maar wat doen ze er zelf aan?
Minister Zuhal Demir (N-VA)
De verenigingen Natuurpunt en Vogelbescherming Vlaanderen pleitten op de hoorzitting voor een op z’n minst tijdelijk opschorten van de jacht op de patrijs, onder meer omdat er in het najaar te weinig patrijzen overblijven om de populatie gezond door de winter te laten komen. In de meeste gebieden waar nog wilde patrijzen voorkomen, vooral in Oost- en West-Vlaanderen, zou de populatie in het begin van het broedseizoen te klein zijn voor een aanvaardbare jacht. Bovendien hebben de maatregelen die jagers nemen om hun patrijzenbestand op te krikken zelden een effect op het landschap, waardoor ze de soort niet ten goede komen – ze verhogen uitsluitend het te schieten potentieel.
‘Er is een groot verschil in impact tussen maatregelen om één soort bejaagbaar te houden en maatregelen om een landschap voor veel soorten te verbeteren’, stelt Freek Verdonckt. ‘Natuurbeheer is meer dan het beheren van één eetbare wildsoort.’ Natuurpunt reikte in de hoorzitting de HVV de hand met de vraag om samen de Belgische staat in gebreke te stellen voor de slechte toestand waarin de patrijs verkeert, met als onderliggende gedachte dat die vooral een gevolg is van natuuronvriendelijk beheer van het landbouwlandschap. Duitse natuurorganisaties dienden begin oktober zo’n klacht in bij Europa om de Duitse nalatigheid aan te kaarten.
Mensen met passie
De HVV reageerde niet op de uitgestoken hand. Historicus Dieter De Mets van haar studiedienst, vroeger parlementair medewerker van Open VLD, trok op de hoorzitting een blik met klassieke jagersingrediënten open. Zijn basisstelling was: ‘De patrijs heeft jagers nodig.’ Hij poneerde dat ‘jagers heel voorzichtig omgaan met de patrijs’. Hij stelde dat jagers meer zicht hebben op het bestand van patrijzen dan de biologen van het INBO, wier cijfers hij in twijfel trok, want ‘jagers zijn mensen met passie die veel meer in het veld komen’. De cijfers over patrijzenbestanden van jagers liggen inderdaad steevast significant hoger dan die van wetenschappers, dikwijls net hoog genoeg om jacht te kunnen verantwoorden. Dat het uitzetten van gekweekte patrijzen het jachtbestand artificieel de hoogte in kan jagen, lijkt niet tot de jagers door te dringen.
De Mets stelde ook dat ‘een jachtverbod contraproductief kan werken voor de patrijs door het wegvallen van de wortel voor de neus van de jager’. Wat dat concreet betekent, wordt geïllustreerd door een quote op Facebook van een jager (K.P.): ‘Een door mezelf gefinancierde vogelakker van 2 hectare wordt per direct omgeploegd als de jacht op de patrijs wordt stopgezet.’ De man maakte zich ook sterk dat hij zich ’twee jaar lang zou dubbelplooien om het gebrekkige vroegere predatorbeheer recht te trekken, zodat er dan wellicht weer voldoende patrijzen zullen zitten’. Predatorbeheer impliceert in deze context het liquideren van vossen en kraaiachtigen.
Ook de HVV schermt met studies die het ‘onomstotelijke nut’ zouden aantonen van het ‘predatiebestendig maken van het landschap’. Die komen vooral uit een uit het Engels vertaald boekje van een Britse jagersorganisatie, dat gemaakt werd in het kader van een ruim gesubsidieerd Europees ‘Boeren Met Natuur’-project rond de patrijs. In de meeste van de vermelde studies werden jachtmaatregelen echter gemengd met landschapsverbeteringen, zodat het moeilijk is de twee van elkaar te scheiden. Studies waarin onomstotelijk werd aangetoond dat predatorcontrole niet werkt, niet voor vossen en niet voor kraaiachtigen, werden gemakshalve over het hoofd gezien – ze werden recent nog samengevat in het vakblad Biological Conservation.
Als er nog lang getalmd wordt met de afschaffing van de jacht op de patrijs, dreigen er binnenkort uitsluitend gekweekte patrijzen in ons landschap rond te lopen.
Het ‘Boeren Met Natuur’-project wordt ook in Vlaanderen uitgerold, onder meer met medewerking van het INBO. Critici stellen nu al dat het met haken en ogen aan elkaar hangt. Zo zijn de criteria voor het werken in de ‘voorbeeldgebieden’, waar pogingen ondernomen worden om het patrijzenbestand te verhogen, onvoldoende verschillend van die van de ‘controlegebieden’ zonder patrijzenbeheer, zodat vergelijken moeilijk wordt. In een Oost-Vlaams controlegebied is in juni jongstleden bovendien een broedend mannetje van de beschermde bruine kiekendief geschoten, wat pijnlijk illustreert dat alvast daar een loopje met de wet wordt genomen. Ook elders werden er recent kiekendieven uit akkervogelbeschermingsprojecten gedood. ‘Sommige jagers blijven het moeilijk hebben met de bescherming van predatoren’, zegt een bevoorrecht waarnemer. ‘Er zijn jachtgebieden waarin men mordicus tegendraads blijft doen rond de bescherming van kiekendieven. Die zijn nochtans nuttig, want ze vangen vooral muizen – net als onze vossen, trouwens.’
Dure landbouwgrond
De vos is al lang de gebeten hond in jagerskringen. Voor veel jagers is hij verantwoordelijk voor veel van wat er misloopt in onze natuur. Dat de mens de hoofdschuldige zou kunnen zijn, met zijn drastische ingrepen op de kwaliteit van zijn leefmilieu, sijpelt maar moeizaam door in jagerskringen. De rol van jagers in het nemen van maatregelen ten gunste van de patrijs en andere akkervogels wordt vaak overschat, vooral door de jagers zelf. Een emmer met voedsel plaatsen voor patrijzen en een kooi om kraaien te vangen, haalt niet veel uit. Als je kraaien vangt, komen er snel andere in de plaats. Jagers lijken maar niet in te zien dat dieren zelden geïsoleerde populaties vormen die ze afzonderlijk kunnen ‘beheren’.
Bio-ingenieur Rollin Verlinde (Inverde) illustreert het contrast tussen het effect van predatorcontrole (vossen verdelgen) versus dat van efficiënt landschapsbeheer: ‘Als je een landbouwlandschap zo beheert dat er brede akkerranden overblijven, met kruiden en overjaars gras waarin patrijzen zich kunnen verschuilen, geef je de dieren een reële kans in een context met vossen en andere predatoren. Maar als je slechts een smal randje overlaat, kan een vos dat gewoon afwandelen en er alles uit wegplukken wat erin zit.’
Verlinde stelt dat een akkerrand minstens 12 meter breed moet zijn om efficiënt te zijn, en liefst 24 meter als je er maaibeheer met het oog op de overleving van de vogels aan wilt koppelen. Hoe de jagers tegen zo’n voorstel aankijken, bleek uit een botte reactie van de HVV in het Vlaams Parlement: landbouwgrond is te duur om ‘op te offeren’ aan brede akkerranden voor natuur. Nochtans zijn er middelen, zoals beheerovereenkomsten van de Vlaamse Landmaatschappij, om boeren te vergoeden als ze natuurvriendelijke maatregelen nemen.
De weinig verheffende discussie tussen de parlementsleden na het horen van de experts in het Vlaams Parlement belooft niet veel goeds voor het decreet van Mieke Schauvliege. Het zal worden weggestemd. Een CD&V-politica ging naar goede gewoonte klakkeloos mee in het predatorbestrijdingsverhaal van de jagers. Een Vlaams Belanger snapte niet waarom er zoveel heisa is over ‘één vogeltje’. Een Open VLD’er wilde wachten op ‘goede cijfers’ – de partij is doorgaans pro jacht.
N-VA’er Piet De Bruyn wil met de andere Vlaamse regeringspartijen (CD&V en Open VLD) komen tot een resolutie waarin een wetenschappelijk onderbouwd telsysteem voor de patrijs wordt gevraagd, zodat op basis daarvan een beslissing kan worden genomen. ‘Dat hoeft geen maanden te duren, maar het moet wel de landbouwbelangen (CD&V), grondrechtbelangen (Open VLD) en natuurbelangen (N-VA) verzoenen’, stelt De Bruyn. ‘De jacht op de patrijs is gesloten tot 15 september 2021, dus we hebben tijd om weg te gaan van de emoties en een consensus te vinden over wat we van de regering verwachten.’
Het is natuurlijk mogelijk, en misschien zelfs wenselijk, dat minister Demir zelf een initiatief neemt om de knoop door te hakken in dit pathetische getouwtrek rond een bedreigd vogeltje. Als er nog lang getalmd wordt, dreigen er op korte termijn uitsluitend gekweekte patrijzen in ons landschap rond te lopen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier