Hendrik Schoukens

‘Wolvenjacht is in Vlaanderen (en Europa) nog niet voor morgen’

Hendrik Schoukens Milieujurist verbonden aan de UGent, schepen voor Groen in Lennik

De versoepeling van de beschermingsstatus van de wolf in Europa lijkt onomkeerbaar nu de permanente commissie onder het Verdrag van Bern vorige week heeft ingestemd met het verlaagd beschermingsniveau. Toch is wolvenjacht in onze regio’s nog niet voor morgen, beargumenteert Hendrik Schoukens. De Europese Commissie lijkt de wolf op te offeren in zijn strijd om de ziel van het platteland terug te winnen. Maar het zou van een kale reis terug kunnen komen in deze hopeloos achterhaalde symbolenstrijd.

Sinds de dood van Ursula von der Leyen’s pony eind 2022 – na DNA onderzoek bleek de dader een wolf – is de wolvenoorlog in Europa volop losgebarsten. Waar de Europese Commissie tot voor kort manmoedig alle verzoeken tot een versoepeling van het beschermd statuut van de wolf afwees, veranderde ze plots het geweer van schouder. Zonder schroom wees ze in rapporten zelf op de groeiende impact van wolven op het vee in Europa. Zelfs de veiligheid van kinderen op het platteland werd erbij gesleurd.

Wat enkele jaren terug niet als ‘problematisch’ werd begrepen, werd in de slipstream van de boerenprotesten plots een halszaak. De bescherming van de wolf stond plots symbool voor de stedelijke elite die vanuit een ivoren, Brusselse toren zijn wil zou opdringen aan het platteland. Daar werd de wolf voor sommigen, vooral jagers en veehouders, opnieuw de spreekwoordelijke bad guy. Het leek wel alsof het spookbeeld van ‘de grote boze wolf’, dat enkele eeuwen terug nog zorgde voor grootschalige vervolgingscampagnes, nooit echt verdwenen was.

Te strikt beschermd?

De bestaande strikte bescherming van de wolf, die er mee voor gezorgd had dat de soort de voorbije twee decennia een deel van haar vroeger leefgebied in West-Europa kon herkoloniseren, kwam steeds meer onder vuur te liggen. Het bleek een sta-in-de-weg voor een ‘soepel’ wolvenbeleid. Lees: lidstaten moesten meer flexibiliteit krijgen om zogenaamde ‘probleemwolven’ uit te schakelen. De toename van het aantal door wolven gedode stuks vee tot 65.000 toonde dit aan, zo poneerde de Europese Commissie. En de rechtspraak van het Europese Hof van Justitie toonde zich strikt. Te strikt. Die sloot weliswaar wolvenjacht bij een acute bedreiging voor mens en vee niet volledig uit, maar onderwierp het wel aan strikte voorwaarden. Het vormt een soort ‘last resort’, wanneer alle andere alternatieven niet langer erin slagen schade binnen de perken te houden. Het moet bovendien ook wetenschappelijk onderbouwd zijn.

Zomaar wat wilde wolven in het wilde weg afknallen omdat er een schaap door een wolf is doodgebeten, was niet aan de orde. En, zo stipte het Europese Hof nog aan in een recente Oostenrijkse zaak, het is in de eerste plaats de taak van veehouders en overheden om hun vee zelf goed te beschermen. Pas als dat geen resultaten oplevert, kan eventueel worden ingegrepen.

Dat was lange tijd ook het standpunt van de Europese Commissie. Het gebruik van wolvenwerende hekken, herderhonden en schadevergoedingsmechanismen, sluit de co-existentie tussen mens en wolf niet uit. Zelfs niet in gebieden, zoals onder meer de Lage Landen, waar de wolf terug op het voorplan verscheen na een afwezigheid van meerdere eeuwen. Ervaringen in Oost- en Zuid-Europa, waar de wolf nooit echt verdwenen was, toonden aan dat samenleven tussen wolf en mens helemaal géén ‘groene utopie’ betreft. Na wat initiële onwennigheid, zou dit ook elders moeten lukken. Toch leek de wolf de spreekwoordelijke druppel voor de Europese ‘regulitis’, die zich volgens sommigen over het hele Europese continent uitspreidde.

Green deal in gevaar

In 2023 veranderde het discours. Het werd plots pompen of verzuipen voor het vlagschip van het Europese milieu- en klimaatbeleid, de Green Deal. De Europese Natuurherstelwet raakte maar op het nippertje goedgekeurd, de nieuwe pesticidenwetgeving werd ingetrokken. Het was echter de wolf die misschien wel het ongewilde symbool werd voor de radicale shift in het EU-milieubeleid. De Commissie maande de lidstaten in 2022 nog  aan tegen het voorstel van Zwitserland te stemmenom de internationaal strikt beschermde status van de wolf af te zwakken onder het Verdrag van Bern, met name omdat ze van oordeel was dat de wolvenpopulatie in Europa, die ergens rond de 22.000 wolven bedraagt, nog te zwak is om zwaardere bejaging te tolereren. Dat Verdrag is de voorloper van onze Europese natuurwetgeving, waaronder de Habitatrichtlijn.

Het argument dat meer bejaging nodig zou zijn om een betere co-existentie tussen mens en (ander) roofdier toe te staan, werd toen nog door de Europese Commissie naar de papiermand verwees. Een luttel jaar later zit de Commissie plots op de Zwitserse lijn. De beperkte wolvenpopulaties zouden nu wel een bedreiging voor het leven van mens en dier op het platteland vormen. Het prille en voorzichtige herstel van de wolvenpopulatie was plots geen bezwaar voor ruimere bejaging. De bocht was totaal.

Van ‘strikt’ naar ‘gewoon’ beschermd

En de Commissie is er dus in geslaagd om de vereiste twee derde van de leden van de permanente commissie bij het Verdrag van Bern te overtuigen van zijn eigen gelijk. Op internationaal niveau zal dus binnen enkele maanden niet langer een ‘strikt beschermde’ maar louter een ‘gewoon’ beschermde soort zijn. Wat wil zeggen dat niet langer elke individuele wolf strikt beschermd wordt. De focus zal verschuiven naar populatiebeheer, waarbij ruimere vormen van bejaging niet langer uitgesloten zijn.

Althans voor zover zij het behoud of herstel van de gunstige staat van instandhouding van de soort niet in gevaar brengen. Dat bracht het Europese Hof in een recente  Spaanse zaak nog in herinnering. In sommige EU-lidstaten was de wolf immers al langer niet ‘strikt beschermd’. Spanje greep dat soepelere statuut de voorbije jaren aan om meer wolven af te schieten. De Europese rechter oordeelde daar anders over. De Spaanse wolvenpopulaties bevinden zich immers (nog) niet in een gunstige staat. Ze zijn nog niet volledig hersteld. In zo’n context vormt – ironisch genoeg – een jachtverbod de meest logische maatregel, zo oordeelde het Hof in julie 2024.

Dan toch beschermd tegen bejaging?

En dat is de ultieme ironie. In deze symbolenstrijd neemt de Commissie voor zeker dat de wetenschap niet langer een rol speelt bij wolvenbescherming. Anders had ze het voorstel tot downlisting immers niet ingediend. Maar zelfs indien de wolf ook in de Europese wetgeving niet langer strikt beschermd zal zijn, dan is ruimere wolvenjacht enkel een realistische optie wanneer er sprake is van robuuste wolvenpopulaties, die tegen een stootje kunnen. Zo’n situatie doet zich in de meeste West- en Midden-Europese landen niet voor. Het arrest in de Spaanse wolvenzaak toont aan dat het rechtvaardigen van ruimere wolvenjacht een uphill battle wordt. Althans wanneer de jachtvergunningen een rechterlijke toets ondergaan. En dat is niet steeds het geval.

Al moet daarbij worden aangestipt dat ook onder de bestaande strikte bescherming, in heel wat landen redelijk veel wolven op jaarlijkse basis werden afgeknald. In landen als Frankrijk en Zweden worden elk jaar tot wel 10% van de wolvenpopulaties door beheersjacht afgeknald. Dat is niet alleen strijdig met het bestaande (strikte) beschermingsregime maar (allicht) ook met het toekomstige (gewone) beschermingsregime. Nou moe?

Addertje onder het gras!

Het is echter nog maar de vraag of de versoepeling van het internationaal beschermd statuut van de wolf ook effectief doorvertaald geraakt in de Europese Habitatrichtlijn. Want enkel in dat geval, is er sprake van een ruimere versoepeling. Daartoe moet de wolf van bijlage IV bij die richtlijn (strikt beschermd) naar bijlage V (gewoon beschermd) verkassen. Maar zo’n wijziging van de Habitatrichtlijn vergt wel een stemming bij unanimiteit volgens de tekst van artikel 19 van de Habitatrichtlijn. U leest het goed: één simpele tegenstem lijkt voldoende om het plan van de Commissie in duigen te laten vallen. Want mits één lidstaat de versoepeling van het statuut van de wolf niet ziet zitten, blijft de wolf minstens binnen de Europese Unie strikt beschermd, wat ook het statuut binnen het Verdrag van Bern precies zou zijn.

En waarom zou België niet die lidstaat kunnen zijn? Of Nederland? Beschermd of strikt beschermd, in de praktijk maakt het voor ons wolvenbeleid sowieso weinig verschil uit. De enkele wolven die zich binnen onze landgrenzen bevinden, sluiten wolvenjacht sowieso uit. En ruimere wolvenjacht in de ons omringende landen, zou ook het voortbestaan van de beperkte wolvenpopulaties binnen de Lage Landen in gevaar kunnen brengen. We hebben er dus belang bij. Althans voor zover we onze diverse natuur willen bewaren.

Alleen blijkt men binnen de Europese Commissie wel te overwegen om alsnog richting een stemming bij gekwalificeerde meerderheid te werken, waarbij men de ‘oude’ unanimiteitseis uit de Habitatrichtlijn zou laten varen. Afwachten dus.

Goldplating

Maar zelfs wanneer de Habitatrichtlijn alsnog zou worden aangepast, betekent dat niet noodzakelijk dat het bestaande Vlaamse wolvenplan op de schop moet. Zo valt af te wachten of zo’n toekomstig besluit niet door een milieuvereniging bij de Europese rechter zou worden bestreden. Dat Hof laat vooralsnog de deur gesloten voor milieuverenigingen, maar wie weet verandert dat wel met de wolf?

Maar ook het Vlaamse wolvenbeleid heeft zijn beste tijd nog niet gehad. Het Vlaamse wolvenplan bevat overigens al een protocol voor de omgang met zogenaamde probleemwolven. Belangrijk is echter dat een toekomstige versoepeling van het beschermd statuut van de wolf op Europees vlak de lidstaten niet verplicht om hetzelfde te doen. Puur juridisch bekeken betreft de Europese milieuwetgeving immers een vorm van minimumbescherming. Het Europees Verdrag geeft lidstaten de mogelijkheid om zelf strengere regels uit te vaardigen of in stand te houden. Zelfs mits wijziging van de Habitatrichtlijn, hoeft er dus op zich niets te veranderen aan het strikt beschermd statuut van de wolf in de Lage Landen.

Meer nog, een eventuele versoepeling in Vlaanderen zou makkelijk kunnen worden aangevochten bij de Belgische rechter wegens een schending van het zogenaamde standstillbeginsel, dat vervat zit in artikel 23 van de Grondwet. Ook de wolf geniet immers van bijkomende bescherming op basis van het grondwettelijk gewaarborgd recht op een gezond leefmilieu. Er valt immers niet in te zien welke wetenschappelijke informatie een versoepeling van het beschermd statuut van de wolf binnen Vlaanderen zou kunnen rechtvaardigen.

Een maat voor niets?

Zo blijkt de versoepeling van het beschermd statuut van de wolf misschien wel (deels) een maat voor niks te worden. Nog daargelaten de vraag of een iets ruimere wolvenjacht op het Europese platteland het lot van de boeren werkelijk zal verbeteren op een moment waarop von der Leyen fier pronkt met het recente Mercosur-handelsverdrag, de steen des aanstoots van zovele landbouwers.

Dit alles neemt natuurlijk niet weg dat de verlaging van het strikt beschermd statuut een weinig verkwikkelijk precedent vormt. Een move, gestoeld op het buikgevoel van de Commissie, die weinig uitstaan heeft met wetenschap en rede. Het belooft weinig goeds voor de rest van de Green Deal, wanneer de Commissie zich zelf laat leiden door emoties eerder dan feiten. En zijn recente successen inzake natuurherstel, zoals de terugkeer van de wolf in West-Europa, opoffert op het altaar van populistische politiek.

Tweerichtingsverkeer?

Daarmee is niet gezegd dat er principieel iets verkeerd zou zijn met het versoepelen van het beschermd statuut van wilde dieren wanneer de populaties zich blijvend en duurzaam hersteld hebben. Dat kan zinvol zijn, mits men voldoende garanties heeft dat de populaties niet langer in gevaar zijn. Dat stadium heeft de wolf in Europa echter nog niet bereikt.

Maar als men dan toch richting iets dynamischere bescherming wil, dan moet men natuurlijk ook de oefening in twee richtingen durven maken. Het is nochtans algemeen bekend dat heel wat dier- en plantensoorten die acuut bedreigd zijn, nog géén plekje op de lijsten met strikt beschermde soorten bij de Europese Habitatrichtlijn hebben gekregen. Waarom is de aanpassing van die lijstjes louter eenrichtingverkeer? Waarom enkel richting versoepeling denken? De klimaatverandering en verschraling van ons platteland zou de Commissie ertoe kunnen aanzetten heel wat meer soorten strikt te beschermen.

Dat de Europese Commissie de versoepeling van de beschermingsregels voor de wolf niet kadert in zo’n ruimer verhaal, zegt uiteindelijk alles over het sérieux van deze oefening. Dit gaat over meer dan de wolf. Met zijn vlucht vooruit, lijkt de Europese Commissie zijn reputatie als frontrunner op het internationaal vlak te grabbel te gooien voor goedkoop stemmengewin. Wat voor een mal figuur zal de Commissie nu slaan bij de volgende biodiversiteitstop?

Als het al ooit zover komt, dan zal het versoepeld beschermd statuut van de wolf, overigens niets wezenlijk veranderen aan de veelheid van uitdagingen voor de doorsnee bewoner van het Europese platteland. Maar één ding is zeker: legale wolvenjacht is in Vlaanderen nog niet voor morgen. En ook niet voor overmorgen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content