Waarom we wat vriendelijker moeten zijn over en tegen de rat
Wie huisdieren zegt, denkt aan katten en honden. Maar het meest succesvolle huisdier is ook een van de meest verguisde dieren ter wereld: de rat. Ze profiteert ten volle van onze dominante aanwezigheid.
Hoe hebben mensen van dieren huisdieren gemaakt? Wetenschappers debatteren nog altijd over die vraag. We weten dat de eerste domesticatieprocessen – van de wolf naar de hond – zo’n 30.000 jaar geleden begonnen zijn. Maar in die tijden liepen dieren toch vooral gewoon rond in de omgeving van mensen, zonder dat ze gekoesterd werden.
Volgens een verslag in Nature veranderde er veel toen Europese kolonisten in Amerika in contact waren gekomen met mensen die compleet anders met dieren omgingen. Wij cultiveerden een christelijke godsdienst die dieren presenteerde als objecten, ondergeschikt aan de mens. Als er ergens een speciale band met dieren bestond of – godbetert – gevoelens aan dieren werden toegeschreven, werd dat niet zelden geassocieerd met duivels en heksen.
Maar de contacten met inheemse volken, zowel in Noord- als Zuid-Amerika, boden een ander perspectief. Voor die mensen waren dieren dikwijls individuen die deel uitmaakten van hun leven. Ze gaven tamme papegaaien en apen als geschenk mee aan Europese ‘bezoekers’, waarna de dieren bij rijkeren in Europa een statussymbool werden. Zo groeide het besef dat dieren deel konden uitmaken van een ‘huis’, zelfs van een gezin.
Dances with Wolves
De hond is het meest opvallende dier dat zich in een mensencontext nestelde. Over zijn domesticatieproces wordt ook nog gediscussieerd. Er zijn twee opties, en mogelijk zijn ze allebei toegepast. Ofwel namen voorhistorische mensen schattige wolvenwelpen mee uit hun holen, brachten ze die groot in hun nederzettingen en lieten ze de sociaalste en aangenaamste dieren in leven – die werden finaal ‘hond’. Ofwel vormden jagende mensen en wolven spontaan associaties, zodat ze elkaar beter leerden kennen en appreciëren – een voorbeeld daarvan is de relatie tussen acteur Kevin Costner en een wolf in Dances with Wolves uit 1990.
Als een hond kreunt onder de gevolgen van een ongezonde leefomgeving, kan hetzelfde gelden voor de mensen in huis.
Vandaag is de relatie tussen hond en mens zo intens geworden, dat honden te maken krijgen met dezelfde gezondheidsproblemen als mensen: honden lijden aan dezelfde ‘beschavingsziekten’ als mensen, aldus een analyse in Science. Ze krijgen te kampen met hetzelfde exposoom: dezelfde blootstelling aan een cocktail van funeste effecten in hun leefomgeving, zoals pesticiden en andere vormen van toxische vervuiling.
Honden worden sneller oud dan mensen. Dus zou hun conditie een ‘waakvlam’ kunnen zijn voor die van hun baasje. Als een hond kreunt onder de gevolgen van een ongezonde leefomgeving, kan hetzelfde gelden voor de mensen in huis. Het kan een signaal zijn om het beter te doen.
Pest en pokken
Maar het beste huisdier, het dier dat zich in de loop van onze geschiedenis waarschijnlijk het best aan onze aanwezigheid heeft aangepast, is niet de kat of de hond. Het is de rat. Ratten zijn nu zo goed als overal in de wereld te vinden, ze hebben samen met ons de planeet ingepalmd. Er zijn zo gigantisch veel ratten in de wereld dat het onmogelijk is om zelfs bij benadering te schatten met hoeveel ze zijn. Algemeen wordt aangenomen dat er ongeveer evenveel ratten zijn als mensen. Maar dat is meer buikgevoel dan een statistisch solide conclusie.
Ratten kregen een negatief imago, ze werden (en worden) geassocieerd met schade aan oogsten en het overdragen van ziektes als de pest en de pokken. Dat imago wordt nog versterkt door het feit dat ze floreren in biotopen die wij wel nodig hebben, maar niet in het hart dragen, zoals riolen en vuilnisbelten – vuiligheid dus. Sommigen vinden dat ratten er onaantrekkelijk uitzien, met een lelijke neus en staart, en ook dat komt hun reputatie niet ten goede.
De rat heeft onze wereld in twee shiften veroverd, telkens vanuit Azië. Eerst was er de zwarte rat. De eerste indicaties van een sterke associatie tussen zwarte ratten en mensen dateren van zo’n 3000 jaar geleden. Het waren de Romeinen die de zwarte rat op grote schaal verspreid hebben, in het begin van onze jaartelling. Het uiteenvallen van het Romeinse rijk was ongunstig voor de rat. Pas vanaf de middeleeuwen, toen er nieuwe steden en handelsroutes ontstonden, deed ze het weer beter.
‘Ratten doen ongetwijfeld veel voor de mens, maar wat doen wij voor de rat?’
De zwarte rat werd ook wel scheepsrat genoemd, omdat ze als verstekeling aan boord van schepen de wijde wereld introk. Een verslag in Science stelt dat ‘verstekeling’ niet noodzakelijk de juiste term is. Nogal wat zeelui, die maandenlang opgesloten zaten in de kleine, ruwe mannengemeenschap van hun schip, koesterden een rat als troeteldier. Ratten werden zelfs geprezen voor hun ‘inzichten’.
Beekjesbiotopen
Maar geleidelijk werd de zwarte rat verdrongen door een nieuwkomer: de bruine rat. Vanaf de 18e eeuw werd de zwarte rat in Europa zelfs zeldzaam. De bruine en de zwarte rat zouden 2 tot 3 miljoen jaar geleden hun eigen weg zijn gegaan vanaf een gemeenschappelijke voorouder. Zwarte ratten zijn wat slanker dan bruine, met grotere ogen en oren en een langere staart. Maar de bruine kan zich beter aanpassen en heeft een bredere waaier aan voedingsmogelijkheden. Daardoor had ze een concurrentieel voordeel en werd ze dé rat in ons systeem. Ze kon ook een kouder klimaat aan.
De bruine rat was oorspronkelijk een beestje van beekjesbiotopen in graslanden in wat nu Oost-Azië is, aldus Science. Het is onduidelijk hoe ze zich daaruit loswerkte en binnendrong in de mensenbiotoop. Zo’n 9000 jaar geleden dook ze voor het eerst op in menselijke nederzettingen, in wat nu Zuid-China is. Vandaar zou ze zich geleidelijk noordwaarts hebben verplaatst.
Zo’n 4000 jaar geleden was ze al vrij algemeen in het huidige Japan. Via de Kaukasus en het huidige Iran bereikte ze Europa. Er zijn aanwijzingen dat ze in de 14e eeuw al in Italië was, maar zeker is dat niet. De eerste ondubbelzinnige waarnemingen van bruine ratten in Europa komen er pas in de 18e eeuw. De scheepvaart zou de diertjes over de rest van de wereld verspreiden, net zoals dat met de zwarte rat gebeurd was.
Ratten hebben een uitzonderlijke aanpassingskracht: ze wisten relatief snel resistentie te ontwikkelen tegen de meeste verdelgingsproducten die wij massaal gebruikten in onze schamele pogingen om hun populaties onder controle te krijgen. De beestjes hebben een enorm voortplantingsvermogen. Ze zijn een dikke maand na hun geboorte al vruchtbaar, waardoor een vrouwtje met kroost in een jaar tijd een populatie van honderden ratten kan uitbouwen. Ratten zijn niet te stoppen zodra ze zich ergens gevestigd hebben.
Rattensport
Ondanks hun reputatie ontstond er relatief snel een kweekcultuur rond ratten. Soms had die een macaber kantje: in de 18e en 19e eeuw werden ratten in Engeland bijvoorbeeld gekweekt voor een ‘sport-annex-weddenschappen’-gebeuren. ‘Supporters’ mochten gokken hoeveel ratten honden in een kleine arena binnen een bepaalde tijd konden doodbijten.
In de 17e eeuw kende Japan al een uitgebreid kweekprogramma met ratten, dat inzette op afwijkende kleurvariaties, zoals albino’s. Uit het victoriaanse Engeland stamt het verhaal van de Jack Black, de koninklijke rattenvanger die halverwege de 19e eeuw ratten met speciale kleurpatronen kweekte. Ook hij ondervond dat albino’s het best in de markt lagen, mogelijk omdat ze zich met hun maagdelijke wit en hun rode ogen wat konden losmaken van hun kwalijke reputatie. Zelfs Queen Victoria zou ratten als huisdier gehouden hebben.
Ratten leren snel hoe ze verstoppertje kunnen spelen met de mensen met wie ze samenleven.
Maar de domesticatie van de rat nam pas een hoge vlucht toen ze het vanaf het einde van de 19e eeuw schopte tot geprefereerd proefdier voor medische en wetenschappelijke experimenten. Dat bleef ze bijna honderd jaar lang, tot ze eind vorige eeuw in populariteit voorbijgestoken werd door muizen, omdat die genetisch gemakkelijker te transformeren zijn. Een verslag in Science somt een reeks wetenschappelijke ontdekkingen op, die onmogelijk waren geweest zonder ratten. Zo is de beschrijving van ons stresssysteem grotendeels gebaseerd op onderzoek van ratten.
Pijn en angst
Maar het verslag waarschuwt ook voor wat ratten aan menselijke inzichten opleveren, want ze verschillen fysiologisch op veel vlakken fundamenteel van ons. Het pleit ook voor meer begrip voor de emotionele en cognitieve capaciteiten van ratten. Lange tijd zijn ratten in proeven vooral blootgesteld aan pijn en angst, wat ongetwijfeld effecten opv de resultaten heeft gehad.
Net als bij de mens zijn er optimistische en pessimistische ratten.
Science besluit met de retorische vraag: ‘Ratten doen ongetwijfeld veel voor de mens, maar wat doen wij voor de rat?’ Het blad geeft een lange lijst van recente inzichten in wat we de psychologie van de rat kunnen noemen. Net als bij de mens zijn er optimistische en pessimistische ratten. Sommige ratten voelen spijt als ze iets niet gedaan hebben. Ratten reageren op signalen van ongemak van andere dieren, mensen inbegrepen. Ze kunnen een vorm van troost verschaffen. En ze leveren inspanningen om diertjes in moeilijke omstandigheden te helpen, zelfs zonder dat ze ertoe worden aangezet of ervoor beloond worden.
Ze vermijden een voedselrijke plek als ze weten dat een andere rat daar een elektroshock kreeg. Ze zijn speels en leren snel hoe ze met succes verstoppertje moeten spelen met mensen met wie ze samenleven. Soms doen ze dingen die je echt kunt vergelijken met menselijke reacties. Als een diertje in nood is, maar andere ratten in de buurt doen niets om het te helpen, is de kans groot dat ook zij niet optreden – terwijl ze het wel zouden doen als ze alleen zijn. Dat is het fameuze omstandereffect dat sterk speelt in een menselijke sociale context.
Ratten verdienen, vanwege hun emotionele en cognitieve vaardigheden, dus een betere reputatie dan die waarmee ze nu opgezadeld zijn. Laat de charmante rat Remy, de culinair onderlegde hoofdrolspeler van de animatiefilm Ratatouille, een nieuw rolmodel zijn. Tegenwoordig wordt er af en toe zelfs wat wetenschappelijke twijfel geformuleerd over de kwestie of ratten zo belangrijk waren in het verspreiden van de pest. Dat zou pas een ernstige vorm van rehabilitatie zijn.
Hoe het oerrund een koe werd
In Nature verscheen een gedetailleerde analyse, op basis van genetisch onderzoek, van de vraag hoe het oerrund of de auroch omgevormd werd tot de koe. Aurochs waren gigantische beesten die meer dan een ton konden wegen en vanaf zo’n 650.000 jaar geleden in het Europese fossielenbestand opduiken. Ze stierven nog niet zo lang geleden uit. De laatste oerkoe stierf in 1627 in Polen, de laatste stier werd zeven jaar eerder geschoten – zijn hoorns werden bewaard als koninklijke trofee.
Vandaag leeft de auroch voort in een gedomesticeerde vorm die de wereld veroverde. De koe vormt nu een derde van de biomassa van alle zoogdieren op de aarde. Haar domesticatieproces begon zo’n 11.000 jaar geleden in wat nu Zuidwest-Azië is. Het was ongetwijfeld een moeizaam proces, gezien de wildheid van aurochs, waardoor het slechts plaatselijk succesvol was. Elders werd er vooral gewerkt met al wat tammere dieren die verspreid werden.
Er zit relatief weinig oorspronkelijk ‘wild’ genetisch materiaal in onze huidige koeien, hoewel aurochs en koeien millenialang samenleefden. Af en toe kwamen er extra aurochgenen in koeien terecht, wanneer een aurochstier paarde met zwervende gedomesticeerde koeien. Maar volgehouden menselijke selectieprocessen zorgden voor een blijvende verzachting van de zeden van koeien. Een steeds grotere handelbaarheid was een belangrijk element van succesvolle kweekprogramma’s.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier