Dirk Draulans

‘Voor het summum van hypocrisie moet je bij de jagers zijn’

Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Bioloog en Knack-redacteur Dirk Draulans fileert de doorzichtige pogingen van jagers om zich als diervriendelijk te profileren.

Als je denkt dat je inzake hypocrisie het summum hebt gezien, zijn er altijd nog de jagers om er een grote schep bovenop te doen. Onlangs verscheen op de site van het Vlaams Infocentrum Land- en Tuinbouw (VILT) een verslag van een ‘reddingsactie’ van jagers: ze wilden met een drone reekalfjes in weilanden opsporen om te vermijden dat de diertjes zouden worden gedood door maaimachines.

Volgens de jagers zou tot 40 procent van onze reekalfjes kunnen omkomen door maaischade – naar goede jagersgewoonte gaat het om een ‘schatting’, want ‘statistieken ontbreken’, dus wordt er maar een hallucinant cijfer uitgegooid. ‘Door minder maaischade kan het wildbestand zich op natuurlijke wijze reguleren en ontstaat er een natuurlijke biotoop’, claimen de jagers in hun ondoorgrondelijke logica. En ook: ‘Door jong wild te redden kan veel dierenleed voorkomen worden, en dat is uiteraard de wens van de maatschappij.’

Wat de jagers er niet bij vertellen, is dat ze elk jaar zelf duizenden reeën doodschieten. In 2021 werden er in Vlaanderen 7.296 reeën doodgeschoten (op een totale populatie die op 20.000 stuks wordt geraamd, dat is dus meer dan één ree op drie). Dat is de jagersdefinitie van ‘wildbestand dat zich op natuurlijke wijze reguleert’. Je moet ook jager zijn om te geloven in het fabeltje dat elke geschoten ree op slag dood is, zonder dat ze beseft wat haar overkomt. Hoeveel dierenleed veroorzaakt de jacht niet door aangeschoten dieren die niet meteen sterven?

Hoeveel dierenleed veroorzaakt de jacht niet, alleen al door het feit dat er gejaagd wordt? Je moet werkelijk extreem hypocriet zijn om een actie met een drone te willen verkopen als een bewijs van het feit dat je het goed voor hebt met onze dieren. Reekalfjes redden om ze later te kunnen schieten – dat is een meer voor de hand liggende verklaring voor het ‘altruïsme’ van onze schieters.

De voorbije week waren de jagers, vooral bij monde van hun voornaamste lobbygroep Hubertus Vereniging Vlaanderen (HVV), weer in hun wiek geschoten, omdat Vogelbescherming Vlaanderen nieuw leven wil blazen in haar ‘Schiet In Actie’-initiatief. Nog te weinig mensen zijn zich bewust van het feit dat hun eigendom zonder dat ze het weten ingekleurd kan zijn als jachtgebied. Jagers moeten over 40 hectare aaneengesloten gebied beschikken om te mogen jagen. Om dat te bekomen halen ze de grote trukendoos boven. Liefst 75 procent van Vlaanderen staat vandaag ingekleurd als jachtgebied. Dat is compleet absurd, zeker in het licht van het tanende maatschappelijk draagvlak voor jacht in Vlaanderen.

Iemand liet me onlangs jachtplannen zien van een zone, waarin jagers in de problemen kwamen omdat te veel burgers én de vereniging Natuurpunt eigendommen als jachtgebied hadden laten uitkleuren – Natuurpunt zou trouwens best wat assertiever mogen zijn in deze context, want er zijn nog veel natuurgebieden waar gejaagd mag worden. Om in die zone toch maar de 40 hectare te kunnen halen, is de helft van een hermetisch afgesloten bedrijf in de jachtplannen opgenomen. De jagers kunnen er zelfs niet in!  

De actie van Vogelbescherming Vlaanderen is legitiem: iedereen heeft het recht te vermijden dat er op zijn of haar terreinen wordt gejaagd. Zelfs als er niet op die terreinen wordt gejaagd, heeft iedereen het recht te vermijden dat zijn of haar eigendommen worden gebruikt om elders jacht te faciliteren. Het is de wereld op zijn kop. In een normale wereld zouden jagers overal beleefd moeten gaan vragen of ze eigendommen als jachtgebied mogen inkleuren. Het wordt hoog tijd dat de Vlaamse jachtadministratie zo wordt bijgestuurd dat die anomalie uit het verleden, toen jagers nog overal aan de touwtjes trokken en zo goed als alleen beslisten wat er met onze natuur mocht gebeuren, wordt rechtgezet.

Nu moeten burgers actie ondernemen om hun tuinen uit te laten kleuren als jachtgebied – en dat is niet altijd gemakkelijk. Op de site van Schiet In Actie wordt uitgelegd hoe je het moet doen.

Volgens de HVV zet Vogelbescherming Vlaanderen hiermee een aanval op de jacht in. De HVV vindt dat jammer, want ze claimt hetzelfde objectief te hebben als de Vogelbescherming: meer biodiversiteit! Dat zal wel, ja. Hoe jagers bijdragen aan de Vlaamse biodiversiteit hebben we nog niet zo lang geleden kunnen vaststellen, toen ze illegaal Aziatische muntjakken kweekten en loslieten om ze af te kunnen knallen. De beestjes zijn nu aan het uitgroeien tot een pest voor onze bossen. Elk jaar worden er fazanten, patrijzen en eenden uitgezet. De jagers droegen bij tot de creatie van de ‘everzwijnenplaag’ die ze nu willen bestrijden om burgers te helpen in hun strijd tegen de overlast die de natuur veroorzaakt. Hypocrisie, ik zei het al.

Recent hebben de jagers een nieuwe manier ontdekt om te proberen ‘de burger’ op hun kant te krijgen: de ekster! Nogal wat mensen leven met de idee-fixe dat ze, sinds ze eksters in hun tuin zien, geen tuinvogeltjes meer hebben, met als onderliggende gedachte dat eksters alle vogeltjes in de tuin ‘roven’. Uiteraard vallen eksters weleens vogelnesten of jonge vogels aan – het hoort erbij. Maar er is geen enkele objectieve wetenschappelijke studie die aantoont dat eksters een merkbaar negatief effect op de vogelstand hebben.

ekster
© getty images

In onze tuin wemelt het van de musjes en meesjes en andere vogeltjes, ondanks het feit dat we een broedend eksterkoppel hebben. Hetzelfde geldt voor de tuin van mijn moeder, waar eksters broeden in een hoge berk. Het is veel belangrijker dat je je tuin vogelvriendelijk beheert om van vogeltjes te kunnen genieten dan je tegen die vermaledijde eksters te keren. Een kleinschalige Franse studie suggereert zelfs dat eksters nuttig kunnen zijn voor tuinvogeltjes, omdat ze vanop hun hoge posities in de bomen alles in de gaten hebben en alarm slaan als ze bijvoorbeeld een kat of een sperwer zien naderen. Vogeltjes die minder zicht hebben op de gevaren in hun omgeving, leren die alarmen te herkennen en kunnen dus profiteren van de waakfunctie van eksters.

Maar dat is een niveau van ecologisch denken dat zo goed als geen enkele jager meester is. In haar verzet tegen de ‘aanval’ van Vogelbescherming Vlaanderen lanceerde de HVV volgend voorstel: ‘Ook mensen die het beu zijn dat een koppel eksters de nesten van zangvogels rooft in de tuin, kunnen aan jagers vragen om de eksters te vangen met een kooi.’ Er hangt wel een kleine ‘maar’ aan dat burgervriendelijke voorstel: het kan alleen als je tuin deel uitmaakt van een officieel jachtplan! Zo schakelen de jagers de ekster in in hun wanhopige pogingen om toch maar voldoende jachtgronden bijeen te kunnen scharrelen. Hun vertrouwen in de maatschappelijke steun die de jacht in Vlaanderen volgens hen zou genieten, is blijkbaar toch niet zo groot dat ze het zonder vals gesjacher kunnen.

Je moet uiteraard ook jager zijn om te geloven dat zo’n eksterkooi het ‘eksterprobleem’ zal oplossen. Want binnen de kortste keren wordt een vrijgekomen territorium ingenomen door nieuwkomers. Wat impliceert dat je constant moet blijven vangen als je geen eksters in je tuin wil. Jagers zullen het zo niet zien, maar ook dat is een vorm van dierenleed. Voor een jager is het ene dierenleed het andere niet. Dierenleed is iets dat je opvoert als het in je kraam past ter verdediging van het feit dat je dieren wil doodschieten. Daar is een woord voor: hypocrisie!

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content