Steeds meer insecten verdwijnen: ‘Frappant dat gedomesticeerd insect meest gespot wordt’
De honingbij is deze zomer tot nu toe het meest getelde insect in Vlaanderen. Wat niet wil zeggen dat het goed gaat met de natuur.
Het gaat niet goed met de insecten in Vlaanderen. Om dat duidelijk te maken, vraagt Natuurpunt met de campagne ‘Insectenzomer’ mensen de hele zomer lang om zo veel mogelijk insecten in kaart te brengen met de hulp van de soortenherkenningsapp ObsIdentify.
De voorbije 50 jaar hebben we in Vlaanderen de helft van onze insecten verloren en verbetering is niet in zicht. Insecten zijn nochtans heel belangrijk: ze zorgen voor een gezonde bodem, bestuiven de planten en dienen als voedsel voor andere dieren.
De voorlopige resultaten van de tellingen zijn alvast weinig bemoedigend. Ze geven aan dat er maar weinig bijen, hommels en vlinders zijn deze zomer. Dat komt door de droogte van de afgelopen weken, maar evenzeer van vorige zomer. ‘De schade die vorig jaar is aangericht, herstelt zich niet meteen’, zegt Wim Veraghtert van Natuurpunt.
‘Sinds de start van de campagne zijn een half miljoen insecten digitaal “gevangen” met de app, goed voor 4700 verschillende soorten’, zegt Veraghtert. ‘Dat lijkt veel, maar het betekent niet dat het goed gaat met de insecten. Je moet weten dat er in België zo’n 20.000 insectensoorten voorkomen. De app herkent ze niet allemaal, maar als je kijkt naar het bruin zandoogje, een vaak voorkomende vlinder in Vlaanderen, zien we de helft minder tellingen in vergelijking met het gemiddelde sinds de waarnemingen in 2009. De vlinder is wat later beginnen vliegen omdat de rupsen en poppen zich door de lagere temperaturen van april niet zo snel hebben ontwikkeld. Het klein koolwitje, de meest algemene dagvlinder in Vlaanderen, staat zelfs niet in de top 10.’
Als het zo droog blijft, gaan de aantallen van veel soorten de dieperik in.
‘Juni is traditioneel een maand met minder vlinders,’ merkt Veraghtert op, ‘maar dit jaar is het wel erg triest gesteld. Als het zo droog blijft, gaan de aantallen van veel soorten de dieperik in.’
Nachtvlinders zijn dan weer wel goed vertegenwoordigd. Veraghtert: ‘Juni is de maand waarin de diversiteit aan nachtvlinders het hoogst is. En omdat het ’s nachts niet erg koud is, is er ook veel activiteit. Motten zijn bovendien niet allemaal saai en bruin. Ze zijn relatief groot en veel soorten komen af op fel licht. Wellicht staan heel wat mensen ‘s avonds in hun tuin te kijken naar wat er allemaal rondvliegt. Dat doet het aandeel van nachtvlinders in de tellingen natuurlijk aantikken.’
De koe onder de insecten
Het meest getelde insect in juni is de honingbij. ‘Dat is frappant’, stelt Veraghtert. ‘Ze is het enige gedomesticeerde insect in Vlaanderen. Ze wordt soms wat oneerbieding “de koe onder de insecten” genoemd en wordt voornamelijk door imkers in kasten gehouden en verzorgd. Ik had gehoopt dat er meer bijensoorten geteld zouden worden.’
‘Muggen en vliegen maken een vierde van de 20.000 insectensoorten uit in België, maar ze spreken minder tot de verbeelding en worden daarom minder digitaal “gevangen”. De kleine beestjes zijn erg nuttig in het ecosysteem. Vleermuizen jagen er massaal op, en de larven onder water zijn voedsel voor amfibieën. Een andere soortenrijke groep zijn de kevers, waarvan er in ons land zo’n 5000 soorten zijn. De meest getelde kever valt net buiten de top 10 en is een exoot, het Aziatische lieveheersbeestje. Normaal zou het zevenstippelige lieveheersbeestje de keverlijst moeten aanvoeren.’
‘Het verhaal van exoten is er een zonder einde’, vertelt Veraghtert. ‘Zolang mensen de wereld rondvliegen, zullen uitheemse soorten oprukken. De bruine gemarmerde schildwants, die vanuit Azië en Italië in België is terechtgekomen, zorgt bijvoorbeeld bij fruittelers voor economische schade omdat hij de sappen uit de vruchten zuigt. En zo zullen er nog insecten naar onze regio komen.’
Doortastend milieubeleid
Natuurpunt moedigt gemeenten en bedrijven aan om hun omgeving insectenvriendelijker te maken. Dat kan door inheemse bloemen te zaaien en geen pesticiden te gebruiken.
‘In de hele stikstofsaga hoor je mensen zich soms afvragen of al die maatregelen wel iets uithalen, maar een doortastend milieubeleid maakt wel degelijk een verschil. Succesverhalen zijn onder meer de weidebeekjuffer en de grote weerschijnvlinder. Ook de verschuiving van een economisch naar een ecologisch bosbeleid heeft goede resultaten opgeleverd. Bossen worden minder opgeruimd, er is meer dood hout waar een waaier aan insectensoorten leeft. Dat is evenwel lang niet voldoende. Als je naar het totaalplaatje kijkt, valt de balans nog altijd negatief uit.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier