Situatie Vlaamse huismus blijft benard: wat kun jij doen?
De huismus heeft het moeilijk in het verharde en verstedelijkte Vlaanderen. Maar liefst 80 procent van de mussenkolonies vecht voor haar bestaan.
De voorbije jaren zag Vogelbescherming Vlaanderen het aantal huismussen drastisch afnemen. Dat is dit jaar niet anders, zo blijkt uit het huismussentelweekend van 25 en 26 maart.
Alarmerend: huismussenkolonies in gevaar
Ondanks het slechte weer telden meer dan 2900 mensen uit heel Vlaanderen en Brussel mee tijdens het huismussentelweekend. Wat blijkt? De grootte van huismussengroepjes blijft gemiddeld laag, te laag om gezonde populaties in stand te houden.
Huismussen leven in kolonies van tien broedpaartjes of meer. Dat is nodig omdat de veiligheid van de huismus in grote mate door de groep wordt bepaald. Veel essentiële handelingen, zoals een partner zoeken, hygiënische zorg en foerageren, zijn bij mussen immers groepsgebeurtenissen.
Maar uit de meest recente tellingen blijkt dat groepsgroottes van meer dan tien huismussenkoppels zijn gereduceerd tot slechts 20 procent van alle waarnemingen. Dat wil zeggen dat 80 procent van de huismussengroepen het moeilijk zal hebben om te overleven. Ongeveer 17 procent van de tellers gaf zelfs aan helemaal geen huismussen gezien of gehoord te hebben.
Hoe komt het dat de mussenkolonies kleiner worden?
De meest aannemelijke oorzaak voor de achteruitgang van de huismus is de toenemende verstedelijking en de vermindering van de hoeveelheid (kleinschalig) groen in Brussel en Vlaanderen. Al is er meer langetermijnonderzoek nodig om verdergaande conclusies te trekken over hun relatie met de omgeving en bebouwing.
Wat kunnen we doen voor de mus?
We moeten ons meer bewust worden van de leefbaarheid van onze omgeving, zegt Vogelbescherming Vlaanderen. ‘Er is meer nodig dan een geïsoleerde bloemenborder of waterschaal om mussen aan te trekken’, zegt Niels Luyten, woordvoerder van Vogelbescherming Vlaanderen. ‘Uit de resultaten blijkt dat vooral groenblijvende en bladhoudende hagen en struiken en voederplaatsen een positieve invloed hebben op de aanwezigheid van huismussen. Met een haag of enkele struiken zorg je alvast voor veiligheid en voedsel. Voorzie ook nestkasten, een rommelig hoekje en eventueel een kippenren.’
Nog uit de resultaten blijkt dat een monotoon groen gazon alleszins niet in de smaak valt. Ook wie een boom in de tuin heeft staan, zal daar niet noodzakelijk huismussen mee aantrekken, al bieden bomen voor veel andere vogels en dieren natuurlijk wel weer een aangename rust-, nest- of voederplek.
Nodig voor een musvriendelijke inrichting van je tuin:
– Nestgelegenheid: zorg voor nestkasten, mussenlofts, nestpannen en inbouwstenen
– Voedertafel: granen, zaden, bessen, pinda’s
– Schuilplaats en bron van voedsel: rommelige hoekjes, struiken, hagen, klimplanten, bloemenborders
– Water (vijver of schaal): om te drinken en ter verkoeling
– Droog zand: voor een stofbad
– Kippen in de tuin
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier