Het jaar van de paardenbloem: Maai Mei Niet was ook in 2022 een schot in de roos
Ook dit jaar heeft u de biodiversiteit de wind in de zeilen gegeven met het bloemrijke grasland in uw tuin.
9200 tuinen
Dit jaar bleef de grasmaaier een maand op stal in liefst 9200 tuinen, een stijging van 50 procent tegenover vorig jaar.
17 miljoen bijen
2465 Vlamingen namen deel aan het telweekend. In hun tuinen werden meer dan 208.000 bloemen geteld, die elke dag genoeg nectar produceerden voor 17 miljoen bijen.
Nectarkampioen
De meest getelde bloem was de madelief, die 68.000 keer werd aangevinkt op het telformulier. Ook nectarrijke soorten als de witte klaver en het gewoon biggenkruid deden het goed. Maar geen enkele bloem produceerde zo veel nectar als de paardenbloem, die daarom werd uitgeroepen tot de nectarkampioen.
Zeer zeldzaam
Niet alleen bijen gingen zich te buiten aan de oceanische hoeveelheden nectar. In Veurne spotte bio-ingenieur Bart Goudeseune tot zijn grote plezier een tijgerblauwtje in zijn tuin. De Lampides Boeticus staat op waarnemingen.be te boek als ‘inheems’ maar ook ‘zeer zeldzaam’.
Quiz
5200 mensen vulden op Knack.be een uitgebreide vragenlijst in, gebaseerd op een onderzoek van de onderzoeksgroep AgroFoodNature van de HOGENT. De deelnemers konden zo uitvissen welk type tuinier ze zijn. Knack-lezers blijken door de bank genomen ‘groene vingers’ en ‘trotse tuiniers.’
FlowerPower
De HOGENT heeft ook het burgerwetenschapsproject FlowerPower De Tuin lopen, noem het ‘Maai Mei Niet op steroïden’. Het luik over de bodem is intussen afgerond, en daaruit blijkt dat onze tuinen gemiddeld heel voedselrijk zijn door overbemesting. Slecht nieuws voor de biodiversiteit.
105
Uit een rondvraag blijkt dat 105 steden en gemeenten deelnamen aan Maai Mei Niet. Dat zijn er 45 meer dan vorig jaar, waardoor nu 1 gemeentebestuur op de 3 zijn maaibeleid onder de loep neemt en bijstuurt.
Leve de stad!
Bart Backaert, hoofd van de groendienst van Aalst, illustreert het weldadige effect van een gefaseerd maaibeheer van de groendiensten: ‘In onze grasvelden staan meer bloemen dan in de bermen in het buitengebied. Ik verwacht op den duur meer biodiversiteit in de stad dan in dat buitengebied.’
Daling
Dit jaar was de gemiddelde oppervlakte van de deelnemende tuinen kleiner dan vorig jaar. De verklaring is eenvoudig: niet alle gemeentebesturen die hebben deelgenomen, hebben zich ook geregistreerd. Instellingen als de KU Leuven maaiden niet, minder en slimmer maar sloegen het telweekend over. De logische volgende stap in het bewustzijn over biodiversiteit: de symboliek maakt ruimte voor actie.
Verlengde pret
‘Maai Mei Niet blíj́ft verbazen’, tweette Koenraad Van Meerbeek, professor ecologie en het telwonder dat ook dit jaar weer de nectarscore berekende. Hij postte op 18 juni een foto van het hondskruid in de tuin van zijn ouders: een orchideesoort die ‘dankzij’ de klimaatopwarming maar ook door verstandig maaibeheer oprukt in onze contreien.
Sproei mij niet
Het viel Van Meerbeek trouwens op dat er na de gortdroge zomer veel reclame opdook voor grasmatten. ‘Het gazon had nochtans niet veel tijd nodig om zich te herstellen. Sproeien was dus niet nodig, en heeft zelfs een negatief effect. Gras heeft een goedwerkend verdedigingsmechanisme. Maar uiteraard geldt ook hier: trop is te veel en te veel is trop.’
Kleurrijke zomer
Wie heeft deelgenomen aan Maai Mei Niet had sowieso al minder last van de droogte, meldt ook Bart Backaert: ‘Door het verlagen van de maaifrequenties hebben we nu al veel meer tweezaadlobbige planten in het grasland. Die hebben een ander wortelgestel en/of een andere morfologie en zijn resistent tegen de droogte. Daardoor waren onze graslanden minder dor en vooral kleurrijker.’
De buren
Dit jaar droegen ook onze noorderburen hun biodivers steentje bij. In Nederland werd Maai Mei Niet gedragen door milieuorganisaties Stichting Steenbreek, Bijenstichting en Flora van Nederland. En er is heuglijk nieuws: volgend jaar zet het weekblad Elsevier mee de schouders onder Maai Mei Niet.