Goedele Van der Spiegel (ANB) en Hilde Eggermont (INBO): ‘Iedereen zou natuur op wandelafstand moeten hebben’
De nieuwe leading lady’s van het Vlaamse natuurbehoud pleiten voor meer samenwerking en vinden het hun plicht om optimistisch te zijn.
De keuze van de locatie voor een gesprek met de twee nieuwbakken administrateurs-generaal van de Vlaamse natuuradministratie viel op het prachtige Broek in Blaasveld, beheerd door het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB). Boswachter Hans Van Praet had in een blokhut attent voor verwarming en drank gezorgd. Hij vertelde dat de zeldzame otter er recent is teruggekeerd.
Sinds 1 juli leidt milieutechnoloog Goedele Van der Spiegel het ANB. Bioloog Hilde Eggermont nam op 1 november het roer over van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO). Het INBO levert wetenschappelijke expertise, het ANB voert het beleid van de Vlaamse regering uit. De twee zijn benoemd door Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA), die kwaliteit liet primeren boven politieke achtergrond. Van der Spiegel was zelfs een tijdlang schepen voor Groen. Tot voor kort werkte ze voor de administratie Digitaal Vlaanderen.
Wat bezielde u om de sprong naar het ANB te wagen?
Goedele Van der Spiegel: Ik heb altijd vanuit een groot maatschappelijk engagement bij de overheid gewerkt. Maar bij Digitaal Vlaanderen zat ik in een ondersteunende dienst en ik wilde eens aan de beleidskant terechtkomen. Ik kwam vroeger veel met natuur in contact, ook professioneel. Als je daarop impact wilt, kun je nergens beter zitten dan waar ik nu zit.
Er waren dertig kandidaten voor uw job. Had u zicht op de rest?
Van der Spiegel: Nee. Ik heb pas achteraf gehoord dat er grote kleppers bij waren. Maar voor zoiets moet je vanuit je eigen verhaal en sterktes vertrekken.
U hebt een groen profiel.
Van der Spiegel: Ja, maar ik denk niet dat het een rol heeft gespeeld. Ik denk dat minister Demir een van de weinigen is die het durven om los van de politiek iemand op zo’n positie te benoemen.
Heeft Groen contact met u opgenomen in verband met uw benoeming?
Van der Spiegel: Nee. Ik heb vanaf dag één gezegd dat mijn politieke verleden geen rol meer speelt. Ik zit nu in een rol van neutraliteit en objectiviteit.
Mevrouw Eggermont, ook u lijkt uit het niets te komen als hoofd van het INBO.
Hilde Eggermont: De vacature stond op mijn radar, hoor. Ik was verantwoordelijk voor het biodiversiteitsplatform van het Belgische wetenschapsbeleid, en een deel van mijn team was jarenlang gehuisvest in het INBO. Ik kende het instituut dus vrij goed. Ik heb gesolliciteerd zonder grote verwachtingen, het kwam op een goed moment in mijn loopbaan. Lukte het niet, dan was het toch een mooie oefening geweest.
Wat was uw belangrijkste motivatie om te solliciteren?
Eggermont: In mijn vorige functie werkte ik vooral op Europese en internationale schaal. Dat was boeiend, maar ik hoopte op meer impact in Vlaanderen. Een pluspunt was dat ik opnieuw naar mijn roots kon, naar de wetenschap.
U maakte een doctoraat over fossiele muggenlarven uit Afrika?
Eggermont: Ik gebruikte ze om klimaatevoluties te reconstrueren. Toen al koppelde ik biodiversiteit aan veranderingen in het leefmilieu. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat mijn ervaring met biodiversiteit een grote rol heeft gespeeld in mijn benoeming.
Kenden jullie elkaar?
Eggermont en Van der Spiegel: Nee, maar we hebben elkaar ondertussen al uitgebreid gesproken. We zitten op dezelfde golflengte. We zijn allebei voor een no-nonsenseaanpak. Het moet vooruitgaan.
Mevrouw Van der Spiegel, hoe was uw eerste halfjaar als chef van het ANB?
Van der Spiegel: Geweldig. Ik ga elke avond tevreden naar huis. Ik ben blij dat ik de overstap gemaakt heb. Ik stuur nu 800 mensen aan, van arbeiders over boswachters tot IT’ers.
Je hoort weleens dat het ANB te veel bureaumensen heeft en te weinig mensen in het veld.
Van der Spiegel: Dat snap ik. Er moet natuurlijk veel geformaliseerd worden, zoals vergunningen, wetgevingen en beheersplannen, en daar zijn kantoormensen voor nodig. Maar dat wil niet zeggen dat ze nooit buitenkomen. Ik heb me zelf ook voorgenomen om veel op het terrein te komen.
Weet u al wat uw voornaamste taak zal zijn?
Van der Spiegel: Het bevorderen van samenwerking, zowel binnen het ANB als met andere overheidsinstanties, zoals het INBO. We moeten ook meer samenwerken met natuurverenigingen en landeigenaars. We moeten samen gebiedsgerichte plannen uitwerken om de natuurdoelstellingen te halen.
Wat zullen uw prioriteiten zijn, mevrouw Eggermont?
Eggermont: Ik wil ook geen ivoren toren, ik wil tussen de mensen staan en verbinden, binnen en buiten het INBO. Het INBO heeft ongeveer 300 werknemers, van wie een groot deel wetenschappers. Intern lijkt het goed te draaien, maar ik wil het INBO meer in de wereld zetten. Biodiversiteit stopt niet aan onze grenzen.
Voor de nieuwste viceminister-president van de Vlaamse regering, Gwendolyn Rutten, is biodiversiteit een bosanemoon die vooral in de weg van de vooruitgang staat.
Eggermont: Het blijft moeilijk om het belang van biodiversiteit uit te leggen. Biodiversiteit is als de kanarie in de koolmijn, maar dan op de schaal van ecosystemen die we hard nodig hebben, niet alleen om de gevolgen van de klimaatopwarming te counteren, ook om het fysiek en mentaal welzijn van mensen te bevorderen.
Van der Spiegel: De gevolgen van de klimaatopwarming beginnen we goed te zien, maar de gevolgen van de biodiversiteitscrisis zijn weinig tastbaar. Ik beschouw het als een van mijn hoofdtaken om van het ANB de leading lady te maken om biodiversiteit in Vlaanderen nieuwe kansen te geven.
De leading lady?
Eggermont: (lacht) Het klinkt in ieder geval beter dan de iron lady.
Van der Spiegel: De biodiversiteitscrisis zal groter zijn dan de klimaatcrisis, maar er is werk aan de winkel om dat duidelijk te maken.
Eggermont: Het verband tussen biodiversiteit en klimaat wordt zelden uitgelegd. Op natuur gebaseerde oplossingen voor klimaatproblemen, zoals bossen om CO2 uit de lucht te plukken, natte natuurgebieden als buffer tegen zowel overstromingen als droogteperiodes en duinen om de kust te beschermen tegen de zeespiegelstijging, krijgen veel te weinig aandacht.
Misschien wel vooral van de wetgevende autoriteiten?
Van der Spiegel: Er is toch een kentering bezig, anders zouden wij nooit benoemd zijn. De huidige minister heeft al veel meer stappen gezet dan de vorige. In de vorige regeerperiodes werd er amper geïnvesteerd in natuur.
Eggermont: Ik hoorde van mijn voorganger dat er toen ook amper geluisterd werd naar het INBO. Nu hebben we een goede samenwerking met het kabinet.
Natuur en milieu waren lang een CD&V-bevoegdheid. Zijn er lijken uit de kast gevallen?
Van der Spiegel: Als je lang in een bepaalde lijn denkt, nestelt die zich natuurlijk voor een stuk in het beleid van je organisatie. Maar we kunnen nu met een verfrissend nieuwe blik een aantal zaken opnieuw ter discussie stellen.
Zijn jullie niet bang van druk vanuit de politiek?
Eggermont: Zolang ze onze onafhankelijkheid respecteert, zie ik geen probleem. Wij doen onze taak als wetenschappelijk instituut onafhankelijk van wie er politiek aan de knoppen zit.
Voor het ANB ligt dat zeker anders?
Van der Spiegel: Ja. Wij moeten beleid maken op basis van wat de politiek beslist. Maar je kunt dat zowel ‘druk’ noemen als ‘gezonde discussie’.
Staan jullie niet aan het hoofd van mannenbastions?
Eggermont: Bij ons valt het mee, hoor. Voor de recente aanwervingen is het ongeveer fiftyfifty vrouwen en mannen.
Van der Spiegel: Wij proberen daar ook naartoe te werken, maar onze terreinvacatures, zoals groenarbeiders en boswachters, trekken vooral mannen aan. In het kantoorpersoneel is de verhouding bijna in evenwicht, maar amper drie van onze negentig boswachters zijn vrouwen. Dat mag meer zijn.
Het gedoe rond de stikstofvervuiling of de Europese natuurherstelwet illustreert dat natuur en milieu politiek nog altijd moeilijk liggen.
Van der Spiegel: Het grootste probleem is dat we vandaag vanuit een ‘unifunctionele’ logica redeneren. Iets is ofwel natuur, ofwel landbouw, ofwel industrie. We moeten waar het kan naar multifunctionaliteit gaan, anders zit je met alles wat je doet aan iemands ruimte te knabbelen.
Van de 300.000 hectare beschermde Vlaamse natuur wordt volgens het INBO nog altijd 86.000 hectare gebruikt voor intensieve landbouw.
Eggermont: Het is nu eenmaal de realiteit dat Vlaanderen erg verstedelijkt en versnipperd is. Idealiter is er ruimte voor beschermde natuur in gebieden met weinig menselijke activiteit, maar wordt wat ertussen ligt zo beheerd dat ook daar meerwaarde voor natuur kan zijn. We moeten ook burgers meenemen in ons verhaal, bijvoorbeeld door ze te vragen hun tuinen zo natuurvriendelijk mogelijk te beheren.
Van der Spiegel: Een van de grote uitdagingen van de volgende regeerperiode zal de agrarische natuur zijn. Ook in landbouwgebieden moeten we meer ruimte maken voor natuur, en dat mag op een grotere schaal dan wat houtkanten aanplanten en bermen doortrekken.
De landbouw is de sector die het zwaarst in het defensief gaat tegenover het natuurbeleid.
Eggermont: Nochtans levert biodiversiteit belangrijke diensten aan de landbouw, zoals bestuiving van gewassen, en is bodembiodiversiteit onmisbaar voor een goede productie. Ik denk wel dat er stilaan een opening komt. Ik hoor steeds meer landbouwers spreken over ‘natuurlijk kapitaal’.
Van der Spiegel: Er is een groot verschil tussen de sectororganisaties en de landbouwers zelf. Individuele boeren weten dat ze biodiversiteit nodig hebben. Het ANB werkt trouwens met meer dan 1000 landbouwers samen voor terreinbeheer.
Eggermont: Wij zijn uitgenodigd, voor de allereerste keer, om ons natuurrapport voor te stellen op de zetel van de Boerenbond. Daar zijn we blij mee.
De cynicus denkt dan: greenwashing, doen alsof.
Eggermont: Je moet altijd met open vizier naar zo’n ontmoeting gaan. Het is te gemakkelijk om kritiek te hebben als je nooit met elkaar praat.
Sommige mensen vinden het niet kunnen dat er in ANB-gebieden gejaagd wordt.
Van der Spiegel: In amper 15 procent van ons patrimonium wordt gejaagd. Qua faunabeheer, zoals controle op populaties van everzwijnen of invasieve soorten als damherten en muntjakken, kun je bijna niet anders. Wij hebben als organisatie geen standpunt voor of tegen de jacht, maar we zijn wel verantwoordelijk voor het correct laten toepassen van de spelregels. Daarom blijven we inzetten op handhaving van de jachtwetgeving.
Volgens de jagerslobby jagen de Limburgse wolven everzwijnen de tuinen in, waar ze veiliger zouden zijn.
Van der Spiegel: (afgemeten) Dat is desinformatie. Polarisatie.
Sommige boswachters zouden graag opnieuw een wapen dragen. Ze krijgen steeds meer met agressieve bezoekers te maken.
Van der Spiegel: We nemen de agressie, die vooral verbaal is, ernstig, maar je lost het niet op met wapens. Onze boswachters hebben een ambassadeursrol en moeten beschikbaar zijn voor bezoekers. Een wapen kan dan afschrikken. Onze natuurinspecteurs zijn wel gewapend. Zij moeten actief optreden tegen overtreders.
Er komt steeds meer druk, vooral van ontwikkelaars, op kleine natuurgebieden in de buurt van gemeentekernen. Hoe belangrijk zijn die voor de biodiversiteit?
Van der Spiegel: Iedereen zou op wandelafstand iets van natuur moeten hebben, ook in de steden. Bereikbaarheid van natuur is een van de enige manieren om respect voor natuur aan te leren. Het is een speerpunt van onze activiteiten.
Eggermont: We mogen ons ook niet blindstaren op individuele succesverhalen, zoals een koppel zeearenden of een wolvenroedel, hoewel hun terugkeer wel leidt tot beter functionerende ecosystemen. Maar het is geen bewijs van het feit dat het allemaal goed gaat. Er is ook in de kleinere gebieden werk aan de winkel.
Moeten we obstinaat blijven inzetten op het redden van zo goed als verloren soorten als de hamster of de heivlinder?
Eggermont: We gaan er niet voor pleiten om soorten op te geven, maar we moeten wel de oefening durven te maken wat betreft het nut van beheer. Het is een lastige vraag. Vanaf wanneer stop je? We spreken over een systeem, en als je er schakels uit laat verdwijnen kan ook de rest onderuitgaan.
We spoelen twintig jaar vooruit. Wanneer beschouwen jullie je mandaat als geslaagd?
Van der Spiegel: Ik wil het ANB klaarmaken voor de toekomst. Als de politiek zegt dat ze wil springen, moeten we klaar zijn voor een hink-stap-sprong. Het ANB moet opnieuw een speler in het debat worden en een toonaangevende natuurorganisatie. En uiteraard moeten we qua natuur een grote sprong voorwaarts gemaakt hebben.
Eggermont: Wij willen dat de biodiversiteit in Vlaanderen aanzienlijk verbetert. Als organisatie zullen we blijven inzetten op toekomstgericht onderzoek. We mogen best wat proactiever zijn als we zien dat er nieuwe dingen op ons afkomen. Natuur moet in de rekensom van politici worden gebracht en leidend worden in beslissingen. Nu wordt ze nog altijd te veel als een last beschouwd. Ze moet als een deel van de oplossing gezien worden.
Zijn jullie optimistisch of pessimistisch over de toekomst van onze natuur?
Eggermont: Als we pessimistisch zouden zijn, waren we niet in deze job gestapt. We moeten natuurlijk realistisch zijn, we zien ook dat de vroegere doelen nooit gehaald zijn. Maar als je daar pessimistisch over wordt, rem je de motivatie van je mensen om er iets aan te willen doen.
Van der Spiegel: Het is onze plicht om optimistisch te zijn. We moeten ons niet beperken tot het bekijken van de berg waar we voor staan, maar voor de beklimming gaan. Dat leeft gelukkig in het ANB. Ik kom hier veel mensen tegen die het verschil willen maken. Dat geeft een enorme drive.
Eggermont: Dat is in het INBO ook zo. Voor veel van onze medewerkers is hun werk niet gewoon een job, maar een passie. Je komt ze overal tegen in het veld en je kunt ze altijd bereiken. Dat geeft moed om er zelf ook stevig tegenaan te gaan.
Van der Spiegel: We hopen wel dat er in de volgende regeerperiode minstens evenveel aandacht voor natuur zal zijn als nu. We hebben recent een grote bijkomende investering gekregen om gebieden aan te kopen en te ontwikkelen, maar dat vraagt beheer, ook op lange termijn. Het is een punt dat we nu al willen voorleggen aan de mensen die de volgende regering zullen moeten vormen. Anders zullen we de stappen die nodig zijn om onze natuur duurzaam te beheren niet kunnen zetten.
Goedele Van der Spiegel
1975: Geboren in Mbuji-Mayi (Congo).
Studie:
Industrieel ingenieur milieutechnologie (KU Leuven).
2004-2012:
Medewerker Vlaams Parlement.
2013-2018:
Schepen voor Groen in Edegem.
2016-2023:
Werkt bij Digitaal Vlaanderen.
Sinds 1 juli 2023
Administrateur-generaal van het Agenschap Natuur en Bos.
Hilde Eggermont
1977: Geboren in Waregem.
Studie:
Biologie (UGent).
2004:
Doctor in de Wetenschappen (UGent).
2004-2012:
Postdoctoraal onderzoeker (KBIN).
2012-2023:
Programmacoördinator Belgisch Biodiversiteitsplatform.
Sinds 1 november 2023:
Administrateur-generaal van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek.