Dirk Draulans’ Beestenboel: bij gevaar kan een eikelmuis haar staart afwerpen, zoals een hagedis
De eikelmuis is een van de vele diersoorten waarvan de naam slecht gekozen is. In haar geval zelfs twee keer: zowel ‘eikel’ als ‘muis’ is fout. Om te beginnen: ze eet van alles, vooral ongewervelde dieren en fruit, maar geen eikels. De eikel uit de naam is waarschijnlijk een foute interpretatie door de Vlaamse naamgevers van de 18e-eeuwse Latijnse naam (Eliomys quercinus) voor de soort, die haar bestaan aan eikenbossen koppelde. Eikelmuizen hebben evenwel een brede biotoopkeuze. Bij ons komen ze vooral in dicht struikgewas en hakhoutbiotopen voor, met oude spoorwegbermen als ideaal landschap.
Slaapmuizen
Ten tweede is de eikelmuis geen echte muis, maar een lid van de kleine familie van de slaapmuizen. Die zijn meer verwant aan eekhoorns dan aan gewone muizen, wat goed te zien is aan de opvallende pluimstaart van de diertjes. Hij fungeert onder meer als dekentje tijdens de winterslaap, want de beestjes rollen zich dan op in hun staart. Hoewel ze doorgaans territoriaal gedrag vertonen, kunnen eikelmuizen in koude winters ook bij elkaar kruipen om van elkaars warmte te profiteren.
Regeneratie
Uniek aan de staart van eikelmuizen is dat ze hem bij gevaar afwerpen. De staarthuid komt dan los van de staartkolom, zodat een aanvaller die de eikelmuis bij de staart te pakken had, achterblijft met niet meer dan wat lege huid in zijn bek of muil. Zonder huid brokkelen de blootliggende staartwervels af, maar eikelmuizen kunnen hun staart min of meer integraal regenereren. Het is een ander mechanisme dan dat van hagedissen die hun staart verliezen, maar het werkt goed.
Masker
Eikelmuizen worden 10 tot 15 centimeter lang en hebben een staart van dezelfde lengte. Ze zijn mooi bruin met opvallende zwarte strepen rond hun ogen (een ‘masker’). Ze zijn zo goed als uitsluitend ’s nachts actief, waardoor ze moeilijk te spotten zijn. Intrigerend is dat wetenschappers recent ontdekten dat hun pels paars oplicht als er ultraviolet licht op valt. Hun neus en poten worden dan blauwgroen. Volgens het vakblad Zoology zou het betekenen dat ze de gave van de fluorescentie hebben en zelf licht kunnen produceren, maar het is onduidelijk wat daar het nut van zou kunnen zijn. Het is zelfs niet zeker dat de diertjes het van elkaar kunnen zien.
Minder dan duizend
Vroeger waren eikelmuizen algemeen in onze contreien – ze werden soms ‘fruitratjes’ genoemd, omdat ze graag teerden op appelvoorraden die mensen aanlegden. Maar ze zijn zo zeldzaam geworden dat ze mogelijk het meest bedreigde knaagdier in Vlaanderen en Nederland zijn. Volgens eikelmuisexpert Goedele Verbeylen (Natuurpunt) is de Vlaamse populatie waarschijnlijk onder de duizend diertjes gezakt.
Nestkastjes
De belangrijkste oorzaak voor de teloorgang is het verdwijnen van de ruigtes in ons landschap waarin ze goed gedijen – veel te veel mensen vinden dat onze natuur ‘proper’ moet zijn. De crash van de insectenpopulatie zal hen evenmin goeddoen. Nestkastjes kunnen helpen om een tekort aan holtes in bomen voor nesten of slaapplaatsen op te vangen, maar meer dan een dunne pleister op een gapende wonde zijn ze niet.