De huismus, Vogel van het Jaar, heeft het lastig: ‘We raken het getsjilp uit onze kinderjaren kwijt’

© JOGCHUM VRIELINK

‘Door de opschoning van de openbare ruimte en de almaar beter geïsoleerde huizen vinden veel soorten minder voedsel en nestgelegenheid’, waarschuwt Agnes Wené van Vogelbescherming Vlaanderen.

De huismus lost in 2024 de putter af als Vogel van het Jaar. Ze won het van de spreeuw en de zwarte roodstaart, allemaal soorten die het lastig hebben in een stedelijke omgeving. ‘De huismus heeft dringend meer ondersteuning nodig’, verduidelijkt Agnes Wené, directeur van Vogelbescherming Vlaanderen. De natuurvereniging, die elk jaar in maart een huismussentelweekend organiseert, zag het bestand tussen 2007 en 2018 met 42 procent afnemen. ‘Wie wil helpen, kan zorgen voor nestgelegenheid. Huismussen leven in kolonies en zijn erg honkvast. Je kunt bijvoorbeeld speciale “mussenlofts” plaatsen, liefst meerdere bij elkaar. Maar ook voldoende voedsel en een veilige omgeving zijn van belang.’ Alle hulp is welkom, benadrukt Wené: ‘Het drukke getsjilp, dat veel mensen kennen uit hun kindertijd, zijn we aan het kwijtraken.’

Tussen 2007 en 2018 daalde het aantal huismussen met 42 procent.

Was 2023 een goed jaar voor vogels?

Agnes Wené: Dat er een koppel zeearenden een nest bouwt in De Blankaart in Diksmuide is zeker een succes, net zoals de kolonie kraanvogels in de Limburgse Vallei van de Zwarte Beek, die dit jaar ook twee jongen hebben grootgebracht. In de buurt van Namen zagen we voor het eerst sinds 1962 weer cirlgorzen.

Maar tegenover dat goede nieuws staan helaas veel soorten die het steeds moeilijker krijgen. Door de opschoning van de openbare ruimte en de almaar beter geïsoleerde huizen vinden veel soorten minder voedsel en nestgelegenheid. Ook de beslissing van Europa om de onkruidverdelger glyfosaat nog tien jaar langer toe te laten, is problematisch. Daardoor zijn er steeds minder insecten, en die zijn voor veel soorten – waaronder de huismus – een belangrijke vorm van voeding. Tot slot heeft ook de vogelgriep dit jaar opnieuw veel slachtoffers gemaakt, vooral bij de kokmeeuwen.

Hoe zit het met de bescherming van kwetsbare soorten? Dit jaar trok een Gentse rechter de aandacht met een opmerkelijk ‘spreeuwenvonnis’.

Wené: Dat ging over een man bij wie 506 spreeuwen gevonden waren, waarvan 400 schoongemaakt en bewaard in de diepvries. Voor het eerst heeft een rechter in zo’n zaak ook een financiële compensatie uitgesproken voor het herstellen van natuurschade: 200 euro per spreeuw. In een andere zaak hangt een dader die handelde in bedreigde soorten een bedrag van 180.000 euro boven het hoofd. Dat er gewerkt wordt aan een echte waardebepaling voor fauna is een interessante evolutie. Maar je brengt er de dode dieren natuurlijk niet mee terug. Een boom kun je nog opnieuw planten, maar elk dier dat gedood wordt, zet een bedreigde populatie verder onder druk.

Ook de juridische strijd voor het behoud van de wilde hamster sprong het afgelopen jaar in het oog. U wilt de soort voor uitsterven behoeden.

Wené: Samen met de ngo Dryade zijn we die zaak gestart om de overheid te herinneren aan haar Europese verplichtingen rond de bescherming van bijzondere populaties van soorten die onder druk staan. We hebben twintig jaar een ontoereikend beleid gehad. Je zou kunnen zeggen: moeten we ons daar nog mee bezighouden? Maar mag een overheid nalatig zijn? Gaan we zo met alle andere beschermde soorten om? Natuurlijk is deze zaak deels symbolisch, maar we hopen toch dat het goed komt met die wilde hamster. En dat de dieren die er in Limburg nog zijn, kunnen evolueren naar een overleefbare populatie.

Vogelbescherming Vlaanderen noemt zich een spreekbuis voor de wilde dieren. Welke hiaten ziet u nog in de wetgeving?

Wené: Wij vinden het onbegrijpelijk dat er nog altijd gejaagd mag worden in Europees beschermd natuurgebied en op bedreigde soorten zoals de patrijs. Dat past in een breder verhaal natuurlijk, want we blijven ons inzetten voor de inperking van de jacht, met als doel de volledige afschaffing van de recreatieve jacht in Vlaanderen. Daar is echt geen plaats meer voor.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content