Beestenboel: de schoonheidscompetitie voor de boompjesslak in de Noordzee is intens
De boompjesslak is misschien wel de mooiste zeenaaktslak uit de Noordzee.
Zeenaaktslakken zijn een grote groep dieren die in alle zeeën voorkomen. Ze stammen af van slakken met schelpen, maar in de loop van hun evolutie hebben ze de schelpvorming opgegeven. Daardoor werden ze kwetsbaar voor slakkeneters. Het zijn trage dieren die op een grote voet leven. Om geen al te makkelijke slachtoffers van hun fysieke voorkomen te worden, moesten ze andere verdedigingssystemen ontwikkelen.
Zo namen ze, verschillend van soort tot soort, vreemde vormen aan. Sommige kleine soorten zijn transparant geworden, waardoor belagers hen niet zo makkelijk kunnen zien. Andere hebben felle kleuren, die dienen als waarschuwingssignaal: blijf van mijn lijf, want ik zit vol giftige stoffen. Nog andere zijn gecamoufleerd door kleurpatronen of door uitsteeksels die moeten verhullen dat er een eetbaar slakkenlijf onder zit.
Boompjesslakken zeulen permanent een takkenbos mee. Dat is cruciaal voor hun overleving.
Dat laatste geldt zeker voor de boompjesslak, misschien wel de mooiste van de meer dan zestig soorten zeenaaktslakken die uit ons deel van de Noordzee bekend zijn. Maar je hebt ook de harlekijnslak: een sierlijk diertje met prachtige gele lijnen en stippels op zijn blauwgrijze lijf. Verder vallen ook het zeldzame goudstipje, dat bedekt lijkt met blinkend bladgoud, en de fraaie paarse waaierslak bijzonder op. De concurrentie voor de schoonheidsprijs is moordend.
De boompjesslak is naar inheemse zeenaaktslakkennormen vrij groot: ze kan uitzonderlijk meer dan tien centimeter lang worden. Haar kleuren variëren van witachtig via gelig tot roodbruin of combinaties ervan. Ze valt op door de takjesvormige structuren waarmee haar lijf gelardeerd is. De vier tot negen kieuwen die aan haar lichaam hangen om het van zuurstof te voorzien, zijn takvormig. Hetzelfde gaat op voor de twee paar tentakels op haar kop, waarmee ze vooral geuren opvangt. De tentakels zijn extra beschermd door schedes met eveneens takvormige uitsteeksels. Boompjesslakken zeulen permanent een takkenbos mee, die cruciaal is voor hun overleving.
Door de grote variatie was er lange tijd twijfel over hoeveel soorten boompjesslakken er in de Noordzee leven. Omdat wetenschappers vaststelden dat de lengte van de diertjes sterk bepaald wordt door wat ze eten, gingen ze ervan uit dat er slechts één soort was, die meerdere vormen aannam naargelang van de aanwezigheid van bruikbare elementen in haar leefomgeving.
Net als de meeste zeenaaktslakken zijn boompjesslakken gespecialiseerd in hun voeding. Ze focussen op waterpoliepen, die ze afschrapen met hun tong en waarvan ze de giftige netelcellen in de takjes op hun eigen lichaam inbouwen als extra verdediging. Afhankelijk van de energie-inhoud van de soort die ze eten, blijven ze klein of worden ze groot – dat was de aanname.
Recent genetisch onderzoek heeft evenwel uitgewezen dat het om drie soorten gaat, die door hun overlap in kenmerken moeilijk fysiek van elkaar te onderscheiden zijn. Is een beestje van vijf centimeter een klein exemplaar van de grote boompjesslak, of een groot exemplaar van de kleine boompjesslak? Het is voer voor specialisten. Schoonheid primeert in dezen boven moleculair gevit.