Beestenboel: de populaties van walvissen zitten wereldwijd in de lift
Sinds kort zijn bultruggen niet langer in hun voortbestaan bedreigd. Hun populatie stijgt gestaag.
Er zijn van die dagen dat je als natuurliefhebber je geluk niet op kunt. Je trekt met je telescoop naar het strand om een aangespoelde koningseidereend te observeren, en plots zie je op de achtergrond een walvis uit het water opspringen. Het gebeurde eind mei in Knokke. De bultrug bleef dagenlang voor de kust zwemmen. De beste plek om hem te spotten was de dijk aan het casino – als om de geluksfactor extra in de verf te zetten. Het is zelfs niet uitgesloten dat er twee exemplaren waren.
Waarnemingen van walvissen voor onze kust zijn zeldzaam. Ons deel van de Noordzee is te ingesloten om de dieren aan te trekken. Ze zijn gevoelig voor de geluidsoverlast van het drukke scheepsverkeer, dat ook een groot gevaar voor hen vormt. In maart 2006 spoelde een dode bultrug aan op het strand van Nieuwpoort. De autopsie wees uit dat hij was overleden aan verwondingen opgelopen bij een aanvaring met een schip.
De waarneming in Knokke was nog maar de zesde van een levende bultrug in onze kustwateren. Meestal worden de dieren ver in zee gezien. Eind januari 2016 werden er wel twee samen gespot voor het strand van Raversijde. Alle waarnemingen van levende bultruggen dateren van de laatste tien jaar. Dat kan te verklaren zijn door de toegenomen aandacht voor zeedieren, maar de populaties van walvissen zitten wereldwijd wel in de lift.
Voor sommige schietgrage onverlaten is de jacht op walvissen nooit afgeschaft.
Zeker voor de bultrug is het hard gegaan. Hij is een kosmopoliet, die voorkomt van de tropen (waar hij zich voortplant) tot de poolstreken (zijn voornaamste voedselgebied). Een bultrug legt op zijn trektochten elk jaar gemiddeld 16.000 kilometer af. In de jaren 1960 was de totale bultrugpopulatie uitgedund tot nauwelijks 5000 exemplaren. Dat catastrofaal lage aantal was een gevolg van een eeuwenlange, meedogenloze jacht. De bultrug is een walvis van kustzones en was dus een van de eerste soorten die in het vizier van de jagers kwamen.
Onder zware druk van milieuorganisaties zoals Greenpeace werd de walvisjacht een halve eeuw geleden afgeschaft. Walvissen planten zich traag voort: een bultrugvrouwtje krijgt maar om de twee jaar een jong. Toch is de bultrugpopulatie zo snel hersteld dat de soort in 2018 het statuut van ‘niet langer bedreigd’ kreeg. Er zouden nu meer dan 135.000 bultruggen in de oceanen rondzwerven.
Met onze casinobultrug liep het niet goed af. Hij werd op 5 juli dood gevonden op het strand van het Nederlandse Waddeneiland Vlieland. Hij bleek ziek te zijn geweest en had ernstige huidproblemen. Die zouden zijn veelvuldig breachen voor onze kust kunnen verklaren: hoog uit het water opspringen en met een klap weer neervallen. Volgens veel walviskenners is dat een vorm van communicatie met andere soortgenoten, wat de optie versterkt dat er twee in de buurt waren. Maar er is al geopperd dat het ook een manier is om parasieten van de huid te verwijderen – zichzelf krabben kunnen walvissen niet.
Het is doorgaans een veeg teken als walvisachtigen afdwalen van hun klassieke routes. De jonge orka die in mei tot ver in de Seine was gesukkeld en daar stierf, bleek een vergevorderde schimmelinfectie op zijn huid te hebben. De autopsie wees uit dat hij ook een kogel in de kop had gekregen. Voor sommige schietgrage onverlaten is de jacht op walvissen nooit afgeschaft.