Auteur Amir Bachrouri over stadsgroen: ‘Waarom is er zo weinig open ruimte?’

© DEBBY TERMONIA

Beton of groen, voor de jonge schrijver en Knack-columnist Amir Bachrouri maakte het niet zo veel uit.

Wie in de stad woont, heeft vaak geen tuin. Maar wel behoefte aan groen. Tijdens Maai Mei Niet vroegen we elke week een bekende stedeling naar zijn of haar favoriete groene plek in de stad.

‘Mijn voorliefde voor stadsgroen is van recente datum. Het Rivierenhof is nu een van mijn favoriete plekken in Antwerpen geworden. Een tof terras daar, al zijn de drankjes aan de dure kant. Maar ik begrijp natuurlijk dat het gewone volk daar moet wegblijven. Grapje!

‘Ik kan er nu echt van genieten om in het groen te zijn, als ik er de tijd voor neem. Aan twintig minuten heb ik niet genoeg. Tijdens de zomer kom ik hier in het Te Boelaarpark zitten, meestal met een boek. Als ik te veel letters heb gezien, leg ik mijn boek opzij en neem ik de vele indrukken van het park in mij op. Het geluid, bijvoorbeeld, van de kinderen die je nu hoort spelen. Even de focus verleggen en dan verder lezen.

‘Als kind vond ik het belangrijk dat er genoeg open ruimte was. Of die groen was of niet, kon mij minder boeien. De buurt waar ik ben opgegroeid is allesbehalve groen. We hadden wel ’t Bleek, een pleintje met een voetbalveld, en dat was genoeg voor ons. Rond dat veld stonden hoge hekken. Dat gaf je soms het gevoel dat je in een kooi zat, maar je kon er wel voetballen zonder dat je je hoefde in te houden. In de zomer was de kooi tot de nok gevuld. Wij speelden voetbal tot het donker werd. De straatverlichting die aanging, dat was het signaal om naar huis te gaan.

In de zomer gingen wij vaak naar de recreatiedomeinen. De Ster in Sint-Niklaas, het strand van Sint-Anneke op Linkeroever, het openluchtzwembad in het Boekenbergpark. Ik wil herrie niet goedpraten – er moet paal en perk aan gesteld worden – maar ik merk wel dat er weinig begrip is voor de context waar jongeren in opgroeien. Een stad als Brussel – 1,2 miljoen inwoners – telt welgeteld één openluchtzwembad. Het is een zakdoek groot en je moet er reserveren. Natuurlijk stappen jongeren dan op een trein naar Blankenberge of Oostende. Waar moet iemand die in een woontoren woont – soms met acht of negen samen op een flat, soms is er sprake van intrafamiliaal geweld of mentale problemen – anders naartoe? Mensen willen bewegen, sporten, stoom aflaten. Als er weer eens een incident is geweest, hoor ik politici altijd weer roepen dat er een zwarte lijst moet komen. Juridisch kun je daar veel vragen bij stellen, maar de échte vraag wordt nooit beantwoord: waarom is er zo weinig open ruimte?’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content