Milieujurist Kurt Deketelaere: professor of lobbyist?
Milieujurist Kurt Deketelaere, ‘luis in de pels’ van de Vlaamse regering, is veel meer lobbyist dan academicus. Het zou hem sieren mocht hij daar eerlijker over zijn.
De laatste maanden is hij niet uit de media, Knack inbegrepen, weg te branden. Over alle hete hangijzers in het milieu- en energiebeleid van de Vlaamse regering, zoals het stikstofdossier en de groenestroomcertificaten, heeft milieujurist Kurt Deketelaere een uitgesproken mening. Hij neemt vooral minister van Omgeving en Energie Zuhal Demir (N-VA), ook jurist, onder vuur. Daarbij schuwt hij de grote woorden niet, zoals ‘juristen die kaduke wetgeving laten passeren’.
Steevast schuift hij in zijn mediaoptredens zijn academische affiliatie naar voren: ‘Ik heb als academicus gelukkig de vrijheid om te zeggen wat ik denk.’ Sinds 2004 is Deketelaere gewoon hoogleraar aan de KU Leuven, maar het is slechts een deeltijdse opdracht waar hij niet veel tijd in investeert. Zijn academische curriculum oogt pover. In twintig jaar tijd leverde hij niet meer dan een handvol publicaties in ernstige vakbladen af. Zijn lessen delegeert hij geregeld aan medewerkers of collega’s.
Tussen 2004 en 2009 was Deketelaere achtereenvolgens kabinetsadviseur en kabinetschef van de Vlaamse CD&V-ministers van onder meer Leefmilieu en Energie Kris Peeters en Hilde Crevits, ook juristen. De overstap naar Joke Schauvliege, nog een juriste, maakte hij niet. In 2009 werd hij secretaris-generaal van de League of European Research Universities, die de belangen van 23 Europese universiteiten behartigt. Op haar website staat te lezen wat ze doet: ‘Het bevorderen van begrip voor de belangrijke rol en de activiteiten van onderzoeksintensieve universiteiten bij politici, beleidslui en opiniemakers.’ Daar is een woord voor: lobbyen.
Lees ook: Ventilus: ‘Voor CD&V is bovengronds traject electorale zelfmoord’
Acht mandaten
Ook als je zijn mediaoptredens onder de loep neemt, kun je maar één besluit trekken: Deketelaere is veel meer lobbyist dan academicus. Zo zit hij in de raden van bestuur van de Maatschappij voor Roerend Bezit van de Boerenbond (MRBB, de financiële holding van de Boerenbond), van Arvesta, dat in de schoot van de Boerenbond commerciële diensten aan land- en tuinbouwers aanbiedt, en van het investeringsfonds AIV van de Boerenbond. Het MRBB-mandaat is stevig bezoldigd. In totaal waren de acht mandaten die Deketelaere in 2021 bekleedde volgens de federale barometer van de cumul van mandaten (Cumuleo) goed voor een brutobezoldiging van iets tussen de 21.000 en 122.000 euro.
Wat Kurt Deketelaere zegt, is zeker geen onafhankelijke academische stellingname.
Hoe hard Deketelaere ook zijn best doet om zich als ‘onafhankelijk professor’ te profileren, uit veel van wat hij zegt valt af te leiden dat hij vooral voor de Boerenbond rijdt, en de facto dus voor de CD&V. Op zich is daar niets mis mee, maar het zou hem sieren mocht hij daar eerlijker in zijn, want het werpt een heel ander licht op de ‘onafhankelijkheid’ van zijn statements.
Zijn aanvallen op de moeizame poging van de Vlaamse regering om tot een stikstofbeleid te komen, kunnen zo uit de koker van de Boerenbond komen. Hij is tegen het gebruik van stikstofdrempels in vergunningsaanvragen, en tegen een onderscheid in de hoogte van drempels voor landbouw en industrie, omdat het ‘juridische discriminatie’ zou zijn. Het arrest waarmee de Raad voor Vergunningsbetwistingen onlangs de omgevingsvergunning voor een omstreden ethaankraker van het chemisch bedrijf Ineos in de Antwerpse haven vernietigde, sterkte hem in zijn overtuiging dat hij het bij het rechte eind heeft. Andere juristen zijn het daar helemaal niet mee eens. Zij stellen dat de Raad zich niet eens principieel uitsprak over drempels, en al helemaal niet over het zogenaamd discriminatoire onderscheid tussen stikstofbronnen. De Raad gaf zelfs uitdrukkelijk aan dat drempels wel degelijk kunnen, op voorwaarde dat ze wetenschappelijk onderbouwd zijn en vertaald in een decreet.
Zo’n decreet, waar Deketelaere zich ironisch genoeg ook tegen verzet, is er echter nog niet, vooral doordat de CD&V hardnekkig dwarsligt in de Vlaamse regering. Er restte de Raad bijgevolg alleen de optie om te beslissen dat het effect van de stikstofuitstoot van de geplande fabriek op een Nederlands natuurgebied niet goed genoeg geëvalueerd was, want hij kan niet vooruitlopen op wetgeving die er nog niet is. Zodra er een decreet is, zal het overigens aan het Grondwettelijk Hof zijn, en niet aan de Raad voor Vergunningsbetwistingen, om zich uit te spreken over de eventuele wenselijkheid van een onderscheid tussen de ammoniak uit de landbouw en de stikstofoxiden uit de industrie.
Deketelaere rijdt vooral voor de Boerenbond, en de facto dus voor de CD&V.
Er bestaan nu al Europese richtlijnen, bijvoorbeeld op het vlak van luchtvervuiling, die het onderscheid tussen ammoniak en stikstofoxiden maken. Nogal wat wetenschappers, onder meer van ons Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) en de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO), hebben uitgebreid aangetoond waarom het verantwoord is om het onderscheid te maken: ammoniak is veel toxischer voor de natuur dan stikstofoxiden, en veel boerderijen liggen dichter bij kwetsbare natuurgebieden dan bedrijven. Het lijkt dus zelfs logisch dat het onderscheid wordt gemaakt.
Lees hier alles over de stikstofcrisis
Onder collega’s
Je ziet de band met de Boerenbond ook aan de dossiers waarover Deketelaere zich níét uitspreekt. Toen er onder minister Schauvliege, een handpop van de Boerenbond, met veel hogere drempels voor stikstofuitstoot door boeren werd gewerkt, waardoor ze meer konden vervuilen, kwam er geen kritische commentaar van Deketelaere. Pas nadat de Raad voor Vergunningsbetwistingen die hoge drempels in 2021 had vernietigd omdat ze een duurzaam milieubeleid bemoeilijkten, en duidelijk werd dat er lagere in de plaats zouden komen, begon hij zich ermee te bemoeien. Toen was er ook geen CD&V’er meer verantwoordelijk voor.
Toen het Vlaams Parlement op 6 juni jongstleden een spoeddecreet goedkeurde waarmee landbouwers tot het einde van het jaar automatisch een voorlopige verlenging van hun vergunning kunnen krijgen, hoorde je Deketelaere evenmin. Hoewel net dat een beslissing is die volgens andere juristen rechtsonzekerheid (een woord waar hij graag mee schermt) creëert. Het ging om een decreet dat gunstig is voor de boeren en de Boerenbond.
De automatische verlengingen gebeuren ook zonder ‘passende beoordeling’, een principe waar hij anders steevast een groot voorstander van is – het betekent dat voor elke vergunningsaanvraag apart moet worden nagegaan wat het effect op Europese natuurwaarden is. Her en der wordt beweerd dat Deketelaeres promotie van ‘passende beoordelingen’ mee ingegeven is door het feit dat hij bezoldigd lid is van de raad van bestuur van het bedrijf M-Tech, tegenwoordig geleid door Michiel Boodts. Die was tussen 2006 en 2017 adviseur op de verschillende CD&V-kabinetten van Leefmilieu, en dus een tijdlang Deketelaeres collega. Een van de diensten die M-Tech aanbiedt, is het maken van passende beoordelingen. Het bedrijf had altijd sterke banden met de CD&V – het had onder meer oud-minister van Leefmilieu Theo Kelchtermans in zijn rangen.
Van 2019 tot 2022 was Deketelaere ook lid van de raad van bestuur van VITO. Dat mandaat verlengde hij niet, mogelijk omdat hij besefte dat hij geen greep had op de wetenschappers. Een onderzoeksinstelling is iets anders dan een bedrijf of een lobbygroep. Volgens Cumuleo zit hij ook stevig bezoldigd in de raad van advies van het energiebedrijf Eneco. Het zou zijn aanvallen kunnen verklaren op het plan van de Vlaamse regering om groenestroomcertificaten voor bedrijven af te schaffen. Eneco ontvangt jaarlijks voor naar verluidt zo’n 13 miljoen euro aan door de overheid gesubsidieerde certificaten voor zonnepaneelinstallaties die al zijn terugverdiend. In interviews noemde Deketelaere de poging om dat terug te schroeven ‘wishful thinking’ en ‘juridisch onhaalbaar’. Nochtans is er rechtspraak die stelt dat er ‘geen juridisch recht op blijvende toekenning van steun’ bestaat. Die zag hij blijkbaar over het hoofd. Volgens de Raad van State is het enige wat juridisch moeilijk ligt het terugvorderen van steun uit het verleden.
Deketelaere leverde op CD&V-kabinetten van Energie en Leefmilieu zelf kaduke regelgeving af.
Vechten tegen windmolens
Uit zijn kritiek op het ‘kaduke’ juridische beleid van de huidige Vlaamse regering zou je kunnen afleiden dat Deketelaere het destijds, als kabinetsmedewerker, beter deed. Ongetwijfeld is hij daar zelf van overtuigd, maar anderen delen die mening niet. De ministers voor wie hij werkte, zijn rechtstreeks verantwoordelijk voor de stikstofellende waar we nu mee worstelen. Ze schroefden een aantal maatregelen terug van hun voorganger, minister van Leefmilieu en Landbouw Vera Dua (Agalev/Groen), waardoor oplossingen voor een betere integratie van landbouw en leefmilieu weer op de helling werden gezet. Dat deden ze onder meer met het mestdecreet uit 2006, dat leidde tot een uitbreiding van de veestapel, en met de versoepeling van de afstandsregels voor landbouwbedrijven in 2008, waardoor die dichter bij woonkernen en natuurgebieden konden komen.
Die laatste regeling werd in 2019 echter vernietigd door de Raad van State, na een klacht uit 2016 van de Kempense milieuactiegroep VALK. De Raad oordeelde dat de regeling in strijd was met belangrijke rechtsbeginselen inzake milieu- en natuurbescherming. Iets vergelijkbaars gebeurde met een richtlijn en een omzendbrief over de plaatsing van windmolens uit 2006. Een procedure van milieuverenigingen leidde tot een ellenlang juridisch traject, dat in juni 2020 eindigde met een uitspraak van het Europees Hof van Justitie: de richtlijn was in strijd met regelgeving inzake milieueffectrapporten en was dus onwettig.
Huidig minister Demir redde de meubelen in de windmolenkwestie door in juli 2021 een nooddecreet uit te vaardigen, dat een toetsing door het Grondwettelijk Hof overleefde. Voor zover bekend heeft Deketelaere zich niet over deze demarche uitgesproken. Hij bemoeide zich wel met het plan om de installatie van nieuwe vervuilende stookolieketens te verbieden. Met grote stelligheid poneerde hij dat zoiets niet in Vlaamse wetgeving kon worden omgezet, onder meer omdat het geen Vlaamse bevoegdheid zou zijn. Het verbod is ondertussen in werking getreden en overleefde eveneens een passage bij het Grondwettelijk Hof.
Het oordeel over Deketelaere is dus niet overal lovend. ‘Hij is iemand die zelf aan de knoppen zat, zelf kaduke wet- en regelgeving afleverde en mee verantwoordelijk is voor de shit waar we nu in zitten.’ ‘Hij zou beter wat minder twitteren en wat meer academisch vakwerk afleveren.’ ‘Hij zou wat minder stellig mogen zijn in het voorspellen van wat rechters van bijvoorbeeld het Grondwettelijk Hof zullen doen. Dat is klassiek gespin van een echte lobbyist, en zeker geen onafhankelijke academische stellingname.’
Knack mailde Deketelaere een reeks vragen over deze kwesties, maar zelfs na aandringen reageerde hij niet.