‘Klimaatverandering: landbouw is deels oorzaak en deels oplossing’
De landbouwsector erkent zijn medeverantwoordelijkheid voor de klimaatverandering, zegt Piet Vanthemsche, voorzitter van de Boerenbond. ‘De Vlaamse landbouwsector heeft echter de voorbije decennia heel wat inspanningen geleverd.’
In de laatste rechte lijn naar de klimaattop van Parijs laat Knack.be experts aan het woord over de klimaatverandering. Wat gebeurt er met ons klimaat? Waarom is deze conferentie zo belangrijk? Wat zijn de gevolgen er als we niets doen? Onze klimaatstemmen wijzen u de weg. Vandaag: Piet Vanthemsche, voorzitter van de Boerenbond, over de rol van de lanbouwsector.
De klimaatverandering is een feit. De rol van menselijke activiteit hierin staat buiten kijf en de landbouwsector erkent zijn medeverantwoordelijkheid. Wereldwijd vertegenwoordigt landbouwactiviteit rechtstreeks 13,5 % van de uitstoot aan broeikasgassen. In Vlaanderen ligt dit aandeel op 12%. De Vlaamse landbouwsector heeft de voorbije decennia heel wat inspanningen geleverd om de emissies terug te dringen. Het beleid heeft hier een sturende rol in gespeeld. Maar het kan en moet beter.
Klimaatverandering aan den lijve
De Vlaamse Milieumaatschappij geeft aan dat de jaargemiddelde temperatuur in Vlaanderen al 2,4 °C hoger ligt dan in de pre-industriële periode (1850 – 1899). Het aantal tropische dagen en hittegolven is gestegen. Daarnaast valt er jaarlijks gemiddeld 13% meer neerslag en het aantal dagen met zware neerslag is toegenomen. De toekomstscenario’s geven aan dat Vlaanderen te kampen krijgt met meer overstromingen, voornamelijk in de winter, en met langdurige droogteperiodes in de zomer. Behalve de horeca aan de kust zijn weinigen zo begaan met het weer als de boer. Zijn portefeuille ligt letterlijk in weer en wind. De klimaatverandering laat zich dan ook voelen op elk boerenerf.
Klimaatverandering te lijf
Klimaatverandering: landbouw is deels oorzaak en deels oplossing
De Vlaamse land- en tuinbouw verminderde de voorbije 2 decennia de CO2-uitstoot met 15%, voornamelijk door in te zetten op energie-efficiëntie en de omschakeling naar schonere, CO2-neutralere brandstoffen zoals warmtekrachtkoppeling en hernieuwbare energie. Zo is de sector in Vlaanderen zelfs geëvolueerd tot een netto elektriciteitsproducent.
De uitstoot van methaan en lachgas, een gevolg van de dierlijke spijsverteringsprocessen en mestopslag en -gebruik, werd teruggedrongen met respectievelijk 12 en 25%. Verder onderzoek moet leiden tot productiemethoden met nog lagere emissies.
Wereldwijde uitdaging
We staan voor een zeer belangrijke klimaattop in Parijs. Een aanpak op wereldvlak is absoluut noodzakelijk. Enkel een streng Europees of Vlaams klimaatbeleid zal amper resultaat hebben omdat bedrijfsactiviteiten zich zullen verplaatsten naar regio’s waar een minder streng beleid gevoerd wordt, de zogenaamde ‘carbon leakage’. Een mondiaal akkoord met bindende afspraken voor alle regio’s, landen en grote uitstoters moet de doelstelling zijn. Daarbij moet men naast een luik mitigatie – het terugdringen van de broeikasgasemissies – ook volop inzetten op adaptatie – de weerbaarheid verhogen tegen en het aanpassen aan de klimaatverandering.
Stem van de boer
Met een groeiende wereldbevolking is het geen optie voedselproductie af te bouwen om zo minder broeikasgassen uit te stoten.
Wereldwijd staan boeren voor de uitdaging de klimaatverandering mee tegen te gaan en de gevolgen ervan op te vangen. De World Farmers’ Organisation (WFO) neemt actief deel aan de internationale discussie. Als stichtend lid onderschrijft Boerenbond de aanbevelingen van WFO in het klimaatdebat. Climate-Smart Agriculture zet in op landbouwtechnieken die leiden tot meer productie, minder emissies en grotere weerbaarheid tegen klimaatverandering. Met een groeiende wereldbevolking is het immers geen optie voedselproductie af te bouwen om zo minder broeikasgassen uit te stoten. De levensnoodzakelijke voedselproductie moet wel zo duurzaam mogelijk gebeuren, door zo efficiënt mogelijk om te springen met natuurlijke hulpbronnen (water, bodem, nutriënten …) en minimale emissies naar bodem, water en lucht (inclusief broeikasgasemissies). Meer en meer landbouwkundigen en wetenschappers pleiten daarom voor een ‘duurzame intensivering’ op mondiaal niveau. We zullen wereldwijd meer moeten produceren met minder inputs en met minder uitstoot.
Dit vraagt belangrijke bijkomende investeringen in landbouwonderzoek en -ontwikkeling, en daarbij aansluitend in voorlichting en toegang tot en benutting van bestaande milieuvriendelijke technologie en productiemethoden, ook in ontwikkelingslanden. Met relatief kleine bijsturingen in traditionele productiesystemen kunnen al belangrijke resultaten bereikt worden. Stimulerend beleid moet boeren wereldwijd aansporen over te schakelen naar meer klimaatvriendelijke productiemethodes. Dit kan door aangepast bodembeheer waardoor meer CO2 in de bodem wordt opgeslagen dan wordt vrijgezet, door zuinig energiegebruik en duurzame energieproductie en door in te zetten op een circulaire bio-economie en bijgevolg een koolstofarme samenleving.
In de toekomst zullen we geconfronteerd worden met meer overstromingen in de winter en langere droogteperiodes in de zomer. Dit vraagt pro-actief risicobeheer, geen reactief crisisbeheer. Goede weersvoorspellingen, vroege waarschuwingssystemen en bewustmaking hierrond zijn belangrijke stappen vooraf. Gepaste verzekerings- en garantiesystemen mogen niet ontbreken net zo min als een sterk herstelbeleid na rampen. Daarnaast kan de sector een belangrijke rol spelen in het waterbeheer. Het wordt zaak het water in tijden van overvloed te vertragen en op te slaan, zodat de landbouwsector het in tijden van droogte ter beschikking heeft.
Conclusie
De landbouw, en dus voedselproductie, heeft wereldwijd baat bij een snel, daadkrachtig beleid.
Op klimaatvlak is de landbouwsector niet enkel een deel van het probleem, maar zeker ook een belangrijk deel van de oplossing en dit door klimaatvriendelijke plant- en dierproductie (als bron van broodnodige voedingselementen zoals eiwitten, mineralen en vitaminen), de productie van hernieuwbare en duurzame energie, duurzaam bodembeheer en aangepast waterbeheer. De landbouwsector wil hier verder vooruitgang in boeken, maar de individuele boer kan dit niet alleen. Wereldwijd is er nood aan een aangepast en ondersteunend beleid, gebaseerd op de bevindingen van onderzoeksinstellingen en praktijkcentra. Bij die belangrijke inspanningen horen belangrijke investeringen. Die kan de sector niet alleen dragen.
De klimaatveranderingen zijn een gedeelde verantwoordelijkheid van alle sectoren in onze maatschappij, ook van de landbouw. Een sterk mondiaal klimaatbeleid moet inzetten op voorkomen en aanpassen. Hoe sneller en daadkrachtiger er beslist wordt, hoe meer men kan inzetten op voorkomen, hoe minder men moet inzetten op aanpassen. De landbouw, en dus voedselproductie, heeft wereldwijd baat bij een snel, daadkrachtig beleid. Er valt geen tijd meer te verliezen.
Klimaatstemmen van Knack.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier