Dirk Holemans
Klimaatopwarming: beperken met 2° of met 1,2°?
De opwarming van de aarde op maximaal 2° C houden, is haalbaar en betaalbaar maar totaal onwenselijk voor de toekomst van onze kinderen, schrijft Dirk Holemans. ‘1,2°C is in de huidige context wellicht onhaalbaar en onbetaalbaar is, maar wel wenselijk en noodzakelijk.’
Het zit ondertussen in ons collectief bewustzijn: de 2° Celsius. Iedereen weet ook waarover het gaat. Sinds de klimaattop van Kopenhagen is het een mondiaal gegeven: als de aarde met meer dan 2 graden opwarmt, loopt de klimaatverandering met zekerheid uit de hand. Dat betekent dus meer zware stormen en verwoestende orkanen, overstromingen maar ook verschroeiend hete zomers en opgedroogde rivieren en meren. En in Kopenhagen hebben de aanwezige landen de noodzaak erkend om te voorkomen dat de gemiddelde temperatuur stijgt met meer dan 2 graden Celsius.
De klimaatopwarming met 2 graden beperken is haalbaar, maar onwenselijk. Met 1,2 graden is onhaalbaar, maar wenselijk
De 2° Celsius is ondertussen uitgegroeid tot een soort talisman met magische krachten: het is een waarschuwing voor het kwade als we niets doen, maar fungeert ook als geluksbrenger want onder die drempel blijft alles zogezegd bij het oude. Ook het recente IPCC-rapport beklemtoont dat de 2° ‘haalbaar en betaalbaar’ zijn, hoewel er forse inspanningen nodig zullen zijn. En dit niet in het minst in de rijke landen, waar een forse reductie van broeikasgassen noodzakelijk is.
De politieke keuze voor de 2°C is echter geen wetenschappelijk onderbouwde consensus. Deze vaststelling heeft niets vandoen met klimaatscepticisme, integendeel. Wetenschappelijke rapporten zoals van het IPCC laten inderdaad zien dat hoe hoger de gemiddelde temperatuur op aarde oploopt, hoe waarschijnlijker de kans op ondenkbare want onomkeerbare klimaatveranderingen en humanitaire rampen. De 2°C is echter evenzeer ingegeven door deze wetenschappelijke gegevens als de pragmatische houding dat het haalbaar moet zijn voor de geïndustrialiseerde landen. Of dit ook voor iedereen wenselijk is, is een andere zaak. Want in Kopenhagen liepen er heel wat actievoerders rond -zo is me verteld want zelf ga ik niet naar klimaattoppen- met badges met als eis 1,5°C. Dat cijfer verwijst naar de eis van kleine eilandstaten die bij 2°C volledig zullen overstromen.
Het Kopenhagen-Akkoord wordt dan ook wel eens omschreven als de Climate Shame: het gaat eigenlijk om goede intenties, geen hard akkoord dat iedereen op aarde een goede toekomst garandeert. Ook werd afgesproken om in 2015 de afspraken van Kopenhagen te toetsen. Mocht dan blijken dat het nodig is om de temperatuurstijging op aarde te verlagen van 2 naar 1,5 graden Celsius, dan zullen de landen daartoe de noodzakelijke maatregelen nemen.
Maar zoals al gezegd, de vraag is: wie zal bepalen dat het nodig is? Machtsverhoudingen spelen hier ontegensprekelijk een duidelijke rol, waarbij er altijd winnaars en ook verliezers zijn (al verliest misschien iedereen wel op de lange termijn als we kiezen voor de korte termijn). Zo kwam in Kopenhagen een onderhandelaar van Tuvalu, een eilandenstaat in de Stille Oceaan, in de pers met de inschatting van het akkoord als ‘dertig zilverlingen om onze toekomst te verkwanselen’.
En ondertussen heeft die ongerustheid over de toekomst ook geleid tot actie bij kinderen in de Verenigde Staten, het broeikasgas-uitstotende land bij uitstek. Zoals James Hansen, de klimaatwetenschapper die ondertussen ook activist is geworden omdat hij zijn onderzoeksresultaten serieus neemt, ons bericht, kan 2 mei een historische dag worden. Dan wordt de klacht behandeld voor een invloedrijk Hof van Beroep dat jonge mensen hebben neergelegd tegen de federale regering van de VS. Hierbij wordt verwezen naar de Amerikaanse grondwet, die moet zorgen dat ‘de weldaden van de vrijheid ook ten goede komen van het nageslacht’, en dat alle mensen, ook de jongeren, gelijke bescherming van de wet krijgen (ook in de Belgische grondwet staat ten andere in artikel 23 het recht op de bescherming van een gezond leefmilieu ingeschreven).
James Hansen steunt samen met tien van zijn collega’s de klacht met een ondersteunende brief waarin ze stellen dat het huidige beleid van de VS, waarin klimaatverandering wordt opgevat als een mogelijke bedreiging in de toekomst, een totale misvatting is van de realiteit. Ze zeggen dat er een beleid nodig is dat de C02 in de atmosfeer terugbrengt tot ten hoogste 350 ppm (parts per million of delen per miljoen: een maat voor de concentratie van een stof). Ze wijzen erop dat uit de consensus van het IPCC, dat een stijging van 2°C of meer leidt tot gevaarlijke klimaatwijziging, geen logische conclusie kan getrokken worden over het gevaar verbonden met lagere niveaus van global warming. Sterker nog, ze benadrukken dat volgens de best beschikbare wetenschap, het huidige CO2-niveau in de atmosfeer al in de gevarenzone zit.
En deze actie van jongeren in de VS staat niet op zich. Hansen vertelt het verhaal van jongeren uit Washington die openlijk pleiten om ermee op te houden om de 2°C als doel te hanteren, want ‘2°C is catastrofaal voor tien-jarigen’. Ze pleiten integendeel voor een klimaatplan dat de opwarming beperkt tot 1,2°C om uit de gevarenzone te blijven.
Uiteraard is elke keuze voor een maximale opwarming een politieke keuze. Maar dat debat voeren we best met open vizier. Misschien volgt daar wel uit dat 2°C haalbaar en betaalbaar is, maar totaal onwenselijk voor de toekomst van onze kinderen. En dat 1,2°C, in de huidige context, onhaalbaar en onbetaalbaar is, maar wel wenselijk en noodzakelijk. Dat is de discussie die op de klimaattop in Parijs eind 2015 zal beslecht worden, en waarmee we best al vandaag aanvatten.
Op 27/4 debatteren Jean-Pascal Van Ypersele, Mathias Bienstman, Patrick Meire en Laïla Koubaa over Klimaatpolitiek 2.0 op Het Groene Boek in Kaaitheater Brussel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier