Zorgt klimaatverandering voor meer droogte of juist voor meer nattigheid?
Nee, het was niet alleen een gevoel, en ja, uw gezeur over het weer was niet ongegrond. Volgens de harde data van het KMI was 2024 het natste jaar sinds het begin van de metingen in Ukkel. Dat had te maken met een toevallige samenloop van weerkundige variabelen, maar ook de invloed van klimaatopwarming is onmiskenbaar.
Het jaar 2024 begon zoals het vorige jaar geëindigd was: buitengewoon nat. Nadat het sinds 12 oktober 2023 zo goed als elke dag geregend had, gingen op de eerste en vooral tweede dag van 2024 de hemelsluizen nog eens helemaal open. De overvloedige regen zorgde voor overstromingen in het hele land. Vooral de Denderstreek en de Vlaamse Ardennen kregen het zwaar te verduren.
Met voorwaar een paar droge, koude en zonnige dagen in januari leek daar heel even een eind aan te komen, maar kijk: op een bijzonder natte maand februari volgden ook nog eens een abnormaal natte lente en zomer.’
‘Met deze hoeveelheid’, zo berichtte begin oktober van dit jaar het KMI, ‘was september in Ukkel al de twaalfde opeenvolgende maand met meer neerslag dan gemiddeld.’ Een zo lange, bovengemiddeld natte periode was sinds het begin van de metingen in 1833 nooit eerder voorgekomen. En een wat neerslag betreft vrij normale herfst kon niet verhinderen dat ook nog een ander record zou sneuvelen. Ruim een maand voor het einde van het jaar kon het KMI al melden dat er in 2024 meer neerslag is gevallen dan in 2001, tot voor kort het natste jaar sinds de metingen.
‘Je kunt met stellige zekerheid zeggen dat die uitzonderlijke pieken van zware regenval gelinkt zijn aan de opwarmende atmosfeer.’
Niels Souverijns, klimaatwetenschapper bij VITO
Toeval
Hoe die overvloedige neerslag te verklaren? ‘We hebben 12 maanden aan een stuk bijna voortdurend in een lagedrukgebied geleefd’, zegt David Dehenauw, meteoroloog bij het KMI en weerman bij VTM. ‘In januari leek het heel even of een zonniger en kouder weertype dat verbonden is aan hogedrukgebieden het zou overnemen, maar heel snel keerde het zachte, grauwe en vooral regenachtige weer terug. De gevolgen hebben we gezien. In november vorig jaar was er grote wateroverlast in de Westhoek, begin januari waren er in bijna alle provincies overstromingen, in mei liepen grote delen van de Voerstreek onder, en in de zomer werd vooral de regio rond Mechelen zwaar getroffen.’
In hoeverre die opeenvolging van lagedrukgebieden en de bijbehorende neerslag te linken zijn aan de klimaatopwarming, is volgens Niels Souverijns, klimaatwetenschapper bij onderzoeksinstelling VITO, moeilijk te zeggen. Klimatologie is een complexe wetenschap. ‘In mei is me die vraag al eens gesteld door Het Nieuwsblad. Is het zo nat vanwege de klimaatverandering? Ik was op dat ogenblik nog geneigd om de langdurige regenval vooral aan pech toe te schrijven. Ook voor de opwarming van de planeet had je hier langere periodes waarin het ene lagedrukgebied het andere afwisselde. De grote hoeveelheden neerslag tijdens de eerste lentemaanden waren ook deels te verklaren door El Niño, een weerfenomeen dat het water in de Stille Oceaan doet opwarmen. Als El Niño begint te verzwakken, zorgt dat om nog onduidelijke reden voor meer regen in onze contreien. Minstens voor een deel was de natte lente dus ook een natuurlijk fenomeen.’
Maar het was dus niet alleen de voorbije lente die uitzonderlijk nat was. Dat het ook daarvoor en daarna abnormaal veel regende doet Souverijns ondertussen vermoeden dat de klimaatopwarming misschien wel de belangrijkste verklaring zou kunnen zijn. ‘Je kunt met stellige zekerheid zeggen dat die uitzonderlijke pieken van zware regenval gelinkt zijn aan de opwarmende atmosfeer. Een warmere atmosfeer kan meer vocht bevatten, waardoor regenbuien en onweders almaar heviger worden.
Daarbij komt nog het effect van de snel opwarmende zeeën en oceanen. Hoe warmer dat water is, hoe meer het verdampt en hoe meer regen er kan vallen. Zo verklaren de uitzonderlijk hoge temperaturen van de Middellandse Zee mee de overstromingsrampen in Zuid-Spanje vorige maand en die in Centraal-Europa in september. Ook de wateroverlast in Noord-Frankrijk en de Westhoek eind vorig jaar was duidelijk een gevolg van de uitzonderlijk hoge temperaturen in het Kanaal tussen Engeland en Frankrijk. Al zal ook de gestage, langdurige regenval van de weken daarvoor een rol hebben gespeeld – dat is een factor die je ook aan het toeval kunt toeschrijven.’
Extremen
Die analyse wordt ondersteund door de data van het KMI. Het bijna afgelopen jaar was niet zo uitzonderlijk als je naar het aantal neerslagdagen kijkt. Doorslaggevend voor dit record was het hoge aantal dagen met buitengewoon veel neerlag (meer dan 20 millimeter op één dag). 2024 telde 11 van zulke dagen, het vorige recordjaar 2001 ‘slechts’ 7.
‘Over het algemeen zie je meer extremen’, zegt David Dehenauw. ‘Van 2017 tot 2020 registreerden we in Ukkel telkens veel drogere jaren dan normaal. Die opeenvolging kan te wijten zijn aan statistisch toeval. Maar je ziet toch ook duidelijk een effect van de klimaatopwarming. Dat soort extremen neemt globaal gezien toe. Mensen denken vaak: wat is het nu? Zorgt klimaatverandering voor meer droogte of juist voor meer nattigheid? Het correcte, maar niet zo makkelijk te begrijpen antwoord is: voor allebei. En het is zelfs nog complexer. De extremen komen niet altijd voor in hetzelfde gebied.
‘Om een correct beeld te krijgen, moet je kijken naar de extremen in de hele wereld. Het is nog altijd perfect mogelijk dat het weer in Ukkel zich volgend jaar houdt aan de gemiddelden. Het weer wordt vandaag bepaald door toeval én klimaatverandering. Hoe groot het percentage toeval is, en hoe groot het percentage klimaatopwarming, is bijzonder moeilijk te bepalen.’
Het weer wordt vandaag bepaald door toeval én klimaatverandering.
David Dehenauw, meteoroloog KMI en weerman bij VTM
Souverijns: ‘Het is inderdaad niet zo makkelijk te begrijpen hoe klimaatverandering én droogte én extreme regenval kan veroorzaken. Terwijl het precies dat is wat nu aan het gebeuren is. Spanje is het duidelijkste voorbeeld. Nergens in Europa is de klimaatverandering zo tastbaar. Jaren aan een stuk was droogte er een groot probleem, met alarmerende berichten over verwoestijning. Nu ze daar eindelijk de regen gekregen hebben waar ze zo naar snakten, is het meteen veel te veel van het goede. Dat is de realiteit van de klimaatverandering. De opwarming van de aarde is één aspect van het verhaal, de toename van extremen een ander.’
Luie straalstroom
De overvloedige regenval en langdurige droogte worden door sommige klimatologen en meteorologen nog door een ander fenomeen veroorzaakt, de zogenaamde ‘luie’ straalstroom. Die straalstroom is een soort rivier van lucht die ongeveer tien kilometer boven de aardoppervlakte hangt en zich van het westen naar het oosten beweegt.
‘De windsnelheden lopen er op tot 200 kilometer per uur, wat verklaart waarom een vlucht naar de Verenigde Staten veel langer duurt dan de terugreis’, legt Souverijns uit. ‘Die straalstroom vormt de grens tussen koude lucht in het noorden en de warmere lucht in het zuiden. De ligging ervan is daarom erg bepalend voor het weer in alle gebieden op onze breedtegraad: van Amerika, over Europa, tot delen van Rusland en China. En die ligging wordt bepaald door de snelheid van de straalstroom. Die snelheid wordt op haar beurt bepaald door de temperatuurcontrasten tussen de noordpool en het zuiden. De contrasten worden door de klimaatverandering kleiner omdat de temperatuur aan de noordpool veel sneller stijgt dan die in de gebieden rond de evenaar. De straalstroom wordt door dat kleinere temperatuurverschil minder beweeglijk, en blijft langer op dezelfde positie. Voor ons betekent dit dat we vaker dan vroeger voor langere periodes in eenzelfde weertype blijven hangen.’
De impact van de luiere straalstroom op ons weer lijkt op het eerste gezicht duidelijker dan ooit. Ellenlange droogteperiodes worden afgewisseld met lange periodes van regen. ‘Gemiddeld weer’ lijkt steeds zeldzamer te worden. Maar Souverijns blijft voorzichtig. ‘Mensen met zonnepanelen zullen het gemerkt hebben’, zegt hij. ‘De opbrengst zal dit jaar aanzienlijk kleiner zijn dan de vorige jaren. Sommige van mijn collega’s zien een direct verband met de ligging van de straalstroom als gevolg van de klimaatopwarming. Ik ben daar voorzichtiger in. Die impact is er, maar de grootste impact zul je vooral in de zomer zien. Omdat de zon in het gebied rond de noordpool dan permanent schijnt, is het temperatuurverschil met de streek rond de evenaar sowieso een stuk kleiner. Door de klimaatopwarming wordt dat verschil nog kleiner, met als gevolg dat je hier zomers krijgt als die van twee jaar geleden: de droogste en zonnigste zomer sinds het begin van de metingen.’
‘Het nieuwe Saint-Tropez’
Tijdens die hete zomer van 2022 trok het weekblad Humo naar Middelkerke voor een interview met de lokale burgemeester Jean-Marie Dedecker. Hij verklaarde toen dat hij de opwarming van de aarde ‘fantastisch’ vond. ‘Dit is de mooiste zomer van mijn leven: iedereen geniet van de zon en Middelkerke bruist. Wij worden het nieuwe Saint-Tropez.’
Het besef dat de opwarming van de aarde er – zoals we dit jaar met z’n allen hebben mogen ervaren – ook bijzonder grauw en nat kan uitzien, was op dat moment wellicht nog niet helemaal tot in Middelkerke doorgedrongen. Pour la petite histoire: als gevolg van hevige regenval stond het water in de straten van Saint-Tropez eind oktober van dit jaar tot zestig centimeter hoog.
Dehenauw: ‘Ik begrijp dat de burgemeester van een kustgemeente de warmte en de zon graag ziet komen. Maar ik heb ook interviews met Dedecker gelezen waarin hij vertelt over dijkverhoging en het eerder dit jaar geopende nieuwe casino, dat klaar zou zijn voor zwaardere stormen. Het verheugt me dat hij in de feiten het probleem niet langer ontkent, en er ook naar handelt.’
Gehalveerd budget
Of dat betekent dat Vlaanderen klaar is voor nog meer extreme droogte of regenval? Hoegenaamd niet. Volgens kaarten van de Vlaamse Milieumaatschappij lopen onder meer Denderleeuw, Dendermonde, Deinze en de regio rond de Demer een groot en direct risico op overstromingen zoals we die in september in Oost-Europa of in oktober in Zuid-Spanje hebben gezien.
Om zulke rampen te voorkomen lanceerde Zuhal Demir (N-VA), omgevingsminister in de vorige Vlaamse regering, de Blue Deal, een plan dat Vlaanderen beter moet wapenen tegen extreem natte of droge periodes. Voor dat plan werd een half miljard euro uitgetrokken. Nauwelijks twee weken na de overstromingsramp in Oost-Europa raakte bekend dat de nieuwe Vlaamse regering, met Jo Brouns (CD&V) als minister van Omgeving, dat budget zal halveren.
De kans dat er zich tijdens deze regeerperiode een ramp zal voordoen zoals in de Vesdervallei is veel groter geworden.
Niels Souverijns, klimaatwetenschapper bij VITO
Onbegrijpelijk misschien, maar Souverijns snapt de politieke logica. ‘Op lange termijn zullen de kosten die met zulke rampen gepaard gaan veel groter zijn dan de miljarden die je nu in klimaatadaptatie zou moeten investeren. Maar in de politiek is het niet gemakkelijk om een langetermijnvisie op tafel te leggen die geld kost. Elke politicus weet al jaren dat er een groot pensioenprobleem is, maar elke regering heeft het opnieuw voor zich uit geschoven.
Met klimaatadaptatie is het niet anders. De kans dat er zich tijdens deze regeerperiode een ramp zal voordoen zoals in de Vesdervallei is zeker veel groter geworden. Waar zoiets voor de klimaatverandering om de honderd jaar gebeurde, zal het nu misschien al om de twintig jaar zijn.
Maar regeringen rekenen in regeerperiodes van vijf jaar. De kans dat je binnen deze regeerperiode nog eens een waterbom zoals in de Vesdervallei krijgt, is misschien één op vier. Zelfs als die ramp zich binnen die termijn zou afspelen, zullen de kosten op kortere termijn nog altijd minder groot zijn dan de kosten die je nu in klimaatadaptatie zou moeten investeren. Zeker als ‘het budget op orde krijgen’ je grote paradepaardje is, is je rekening snel gemaakt.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier