Patrick Dupriez

‘Zijn de federale onderhandelaars bezig met de effecten van klimaatverandering op ons welzijn en de overheidsfinanciën?’

Patrick Dupriez Voorzitter Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling

‘Naarmate de werkelijkheid van de klimaat- en biodiversiteitscrisis ernstiger en urgenter wordt, lijkt het erop alsof velen ervoor kiezen om dat vooral niet te willen zien’, schrijft Patrick Dupriez. Hij roept de partijen die onderhandelen over een nieuwe federale regering op om klimaat en milieu niet uit het oog te verliezen.

Stel je voor dat je gaat zitten om je huishoudbudget op te stellen voor de volgende maanden. Stel je voor dat je daarbij geen rekening houdt met het dak van je huis dat al weken lekt, de elektrische installatie die niet conform is verklaard, de riolering die steeds vaker verstopt raakt en de gebrekkige isolatie van je woning. Hoe nauwkeurig berekend ook, je budget zou weinig of geen waarde hebben. Je zou een aantal reële kosten, waarvan je goed genoeg weet dat ze zullen komen, uit beeld duwen. Je zou jezelf iets wijsmaken en je zou niet de verantwoordelijkheid opnemen die je kinderen van jou zouden mogen verwachten.

Je zou verwachten dat een overheid haar budget niet op zo’n manier beheert en wél rekening houdt met alle kosten die op ons afkomen. Toch is dat in grote mate niet het geval. We zijn in een tijdperk beland van klimaatontwrichting, biodiversiteitsverlies, chemische vervuiling, verzuring van de oceanen, verspilling van grondstoffen, risico op nieuwe pandemieën, groeiende ongelijkheden… maar blijven ontkennen dat er een probleem is.

Wanneer het over de pensioenen gaat, vinden we het normaal dat politici ons erop wijzen dat we nu ernstige keuzes moeten maken om het probleem niet door te schuiven naar onze kinderen en kleinkinderen. Waarom vinden we het niet even normaal om zo te redeneren als het gaat over toenemende ecologische risico’s die grote gevolgen zullen hebben voor ons economisch weefsel en de sociale samenhang?

De voorbije weken kwam de internationale gemeenschap samen in grote conferenties – COP16 over biodiversiteit in Cali en COP29 over klimaat in Bakoe – met als doel afspraken te maken over hoe we als maatschappij beter kunnen omgaan met de urgente ecologische uitdagingen. Je kunt meer dan terechte kritiek hebben op het te beperkte resultaat van dat alles, maar de betrokken landen zaten toch rond de tafel om over een concreet kader te spreken dat uitzicht zou kunnen geven op een toekomst die wél een perspectief kan bieden aan onze kinderen en kleinkinderen.

En wat doet ons land? Als er een nieuwe federale regering komt, zal die dan alle uitdagingen mee in rekening brengen? Iedereen is het erover eens dat het een moeilijke budgettaire oefening wordt, maar is men bereid de impact van de ecologische verstoring volwaardig in te rekenen? In een recent advies over de Nationale Strategie Biodiversiteit riep het middenveld de diverse overheden in ons land op om de nodige middelen te begroten voor acties op het vlak van biodiversiteit en om de blauwgroene infrastructuur te herstellen of aan te leggen om hittegolven op te vangen, water vast te houden en overstromingsrisico’s te beperken. Ondertussen heeft de nieuwe Waalse regering evenwel het budget voor biodiversiteitsbeleid drastisch teruggeschroefd, en halveerde de nieuwe Vlaamse regering de middelen voor de “Blue Deal” die ons moet beschermen tegen extreme regenval zoals  Spanje onlangs gekend heeft…   

Geloofwaardig is het niet, een meerjarig begrotingskader opstellen en daarbij geen of onvoldoende rekening houden met de effecten van klimaatverstoring en biodiversiteitsverlies op ons welzijn, onze gezondheid, onze voedselvoorziening, onze sociale zekerheid en natuurlijk onze overheidsfinanciën. Want tal van studies tonen aan dat men voor elke geïnvesteerde euro voor adaptatiemaatregelen een veelvoud ervan bespaart op crisisbeheer en herstelbeleid. Vergeten we ook niet dat hoeveel mensen zullen willen migreren naar onze streken, mee afhangt van de mate waarin hun omgeving onleefbaar wordt.

Naarmate de werkelijkheid van de klimaat- en biodiversiteitscrisis ernstiger en urgenter wordt, lijkt het erop alsof velen ervoor kiezen om dat vooral niet te willen zien. De huidige politieke discussies lijken plaats te vinden in een wereld die zijn toekomst vergeet, in de schijnbare illusie dat ze kunnen worden gescheiden van of voorbijgaan aan ecologische kwesties. In het Duits is er een mooi woord voor dat mechanisme: Zukunftvergessenheit.

Een ontwikkeling vandaag die toekomstige generaties niet beperkt in de mogelijkheden om in hun eigen behoeften te voorzien, dat is hoe het Brundtland-rapport “duurzame ontwikkeling” omschreef.

Het valt te hopen dat de federale onderhandelaars dit principe niet enkel met de mond belijden maar het daadwerkelijk als leidraad nemen voor het beleid en de begroting. De Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling (FRDO) had daar in de aanloop naar de recente verkiezingen voor gepleit en een aantal aanbevelingen geformuleerd om te komen tot een “samenwerkingsagenda voor een rechtvaardige en duurzame welvaart binnen planetaire grenzen”. Dit houdt onder meer in dat in domeinen als klimaat, energie, mobiliteit en biodiversiteit ingrijpende maatregelen en investeringen nodig zijn om onze toekomst te verzekeren. In dit verband noemt de FRDO 5% van het BBP aan overheidsinvesteringen tegen 2030 als streefdoel, en pleit voor een coöperatief federalisme met een betere, elkaar versterkende, samenwerking tussen de beleidsniveaus om de doelstellingen te bereiken.

De oproep van middenveldorganisaties en wetenschappers aan de politici is duidelijk: werk een beleid en begroting uit die onze toekomst (en die van onze kinderen) niet hypothekeren maar integendeel actief voorbereiden.

Patrick Dupriez is voorzitter van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling. HIj schrijft deze bijdrage in eigen naam.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content