Weerman David Dehenauw: ‘De huidige aprilse grillen link ik niet aan de klimaatopwarming’
Driekwart van de bouwbedrijven loopt achterstand op door de overvloedige regenval van de voorbije maanden. Die is onder andere te wijten aan warmer zeewater. Toch is VTM-weerman David Dehenauw voorzichtig met elk weerfenomeen te linken aan de klimaatopwarming: ‘Ik wacht altijd de studies af.’
‘Drie shotjes wodka op een nuchtere maag’, zo omschreef de Poolse renner Michal Kwiatkowski de shock op zijn lichaam na een ijskoude Waalse Pijl woensdag – natte sneeuw en hagel incluis. Slechts 44 onderkoelde renners haalden de finish op de Muur van Huy, driekwart van de deelnemers gaf op. Werkelijk schokkende beelden waren er van de Deen Mattias Skjelmose die zwaar onderkoeld van zijn fiets werd getild. (Hij stelt het ondertussen goed.)
VTM-weerman David Dehenauw: ‘Het kan best zijn dat de renners verrast waren door de natte sneeuw, maar korrelhagel hadden we voorspeld. Hoe zwaar de winterse neerslag juist wordt, kunnen we moeilijk voorspellen. Een paar tienden van een graad op een bepaalde hoogte kunnen daarbij het verschil maken. Dat zijn inschattingsfouten die regelmatig gebeuren.’
De renners hadden pech deze week, maar deze aprilse grillen zijn niet uitzonderlijk in vergelijking met andere jaren. ‘Het is klassiek voor deze periode van het jaar dat we de ene dag twintig graden Celsius halen en een andere dag tien, als de wind draait van zuid naar noord. Dat komt bijna elk jaar voor.’
Extremer weer wordt vaak gelinkt aan de klimaatverandering. Onterecht in dit geval?
David Dehenauw: Inderdaad, deze typische maartse buien en aprilse grillen kun je niet linken aan klimaatverandering. De opwarming van de aarde zorgt net voor langere periodes van hetzelfde weer. Zo hebben we nu een lange natte periode gehad, sinds half oktober. En ook lange droogteperiodes duiken vaker op.
Een verklaring daarvoor is dat het gedrag van de straalstroom (een relatief smalle zone met hoge windsnelheden in de hoge troposfeer, nvdr.) wijzigt door de klimaatverandering. Dat resulteert in langer hetzelfde weer over een langere periode.
In februari en maart 2024 was er geen enkele vorstdag. Dat was nog maar voor de tweede keer sinds het begin van de waarnemingen in 1892 (de eerste keer was in 2014).
Dehenauw: Door de opwarming van de aarde worden onze winters gemiddeld zachter. Niet alleen onze winters overigens, ook lentes en zomers worden warmer. Koude winters zijn uiteraard nog altijd mogelijk. Tussen 2008 en 2013, toen de opwarming van de aarde al volop bezig was, hebben we vijf winters op rij gehad die kouder of sneeuwrijker waren dan normaal. Zulke uitschieters kunnen voorkomen, maar kou en sneeuw worden minder frequent door de klimaatverandering.
Ik sluit waterschaarste niet uit komende zomer.
Driekwart van de bouwbedrijven loopt achterstand op door het regenweer. De periode oktober-maart was de op één na natste periode sinds 1902. Hoe valt dat te verklaren?
Dehenauw: Vorige zomer hebben we op veel plaatsen grote hitte gekend, waardoor het zeewater in de Atlantische Oceaan stevig opwarmde. Die zeer hoge watertemperaturen hebben aan het eind van de zomer en het begin van het najaar de verdamping bevorderd. Door lagedrukgebieden komt dat water dan onze kant op. Ook de watertemperatuur in het Kanaal was twee à drie graden hoger dan normaal. De overvloedige regenval in de Westhoek is zeker te linken aan dat warmere zeewater. Hetere zomers zorgen soms voor meer regenval in de herfst.
Wat afgelopen winter ook heeft meegespeeld, is het grote temperatuurscontrast tussen de Noordpool en de evenaar. Dat resulteerde in een sterkere straalstroom, meer lagedrukgebieden en meer wind. De winter was dan ook natter, zachter en winderiger dan normaal.
Een positief effect van die nattere winter is dat op 88 procent van de meetplaatsen het grondwater hoog tot zeer hoog staat voor de tijd van het jaar. Zitten we safe voor een droge zomer?
Dehenauw: Vorig jaar was de grondwaterstand lager dan nu, maar ook vrij goed. Vanaf half mei 2023 is er gedurende vier à vijf weken bijna geen druppel regen gevallen. Het grondwaterpeil is dan problematisch snel gezakt. Sommige gouverneurs hebben toen zelfs verboden om nog water uit de grond te onttrekken. Hydrologen waren blij met de wisselvallige zomer die daarop volgde, waardoor grotere problemen vermeden konden worden, maar dat had ook anders kunnen uitdraaien.
We gaan dit jaar, qua droogte, niet snel in de problemen komen. Maar vier regenloze weken in België kunnen al problematisch zijn, ook komende zomer. Ik sluit waterschaarste dus niet uit.
Het gevoel leeft dat het weer op hol is geslagen en dat dat allemaal door de klimaatopwarming komt. Eens?
Dehenauw: Ik ben daar altijd heel voorzichtig mee en wacht studies af. Automatisch alles linken aan klimaatverandering doe ik niet. Het is wel zo dat de opwarming van de aarde op de achtergrond heel vaak meespeelt. Voor een stijgende gemiddelde temperatuur is dat evident, maar voor neerslag al iets minder. Dat moet je geval per geval onderzoeken.
Zo heeft het KMI voor de overstroming in Verviers in 2021 op internationaal vlak samengewerkt met de buurlanden voor een attributiestudie. Daardoor hebben we voor die overstroming wél een link met de klimaatopwarming kunnen aantonen. Dat gaat over een link, die je niet in percentages kunt kwantificeren. Eén heldere oorzaak is er nooit.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier