Vrijdaggroep
‘Wat een bord bloemkool in de kantine ons vertelt over een onverwachte lokale uitdaging’
De Europese Commissie heeft de stad Brussel teruggefloten omdat het inzet op producten via de korte keten. ‘Hoe meer gemeenten actie ondernemen, hoe meer zij zullen bijdragen aan de noodzakelijke druk om het nationale en Europese beleid te veranderen’, schrijft Gauthier Rolland van de Vrijdaggroep.
Een bord bloemkool in de kantine lijkt misschien flauw, maar het vertegenwoordigt een concentratie van smaken en uitdagingen die uw gemeente dagelijks aangaat. Duurzame voeding heeft recentelijk zijn intrede gedaan bij lokale overheden, die verantwoordelijk zijn voor de collectieve catering in instellingen zoals crèches, scholen en rusthuizen. De vraag is dubbel: waarom en hoe te handelen op het gebied van duurzame voeding op lokaal niveau?
Een opvallend voorbeeld: de Stad Brussel heeft in haar Klimaatplan het doel opgenomen om 50 procent van de groenten en fruit uit België te betrekken via de ateliers van de Brusselse Keukens. Een vooruitgang die geprezen moet worden voor een publiekrechtelijke vereniging die 5,5 miljoen maaltijden per jaar serveert aan openbare instellingen in meer dan de helft van de Brusselse gemeenten. Het uitvoeren van een ambitieus beleid via duurzame voedselovereenkomsten brengt verschillende prioritaire kwesties samen.
Ten eerste verlaagt het gebruik van lokale producten de klimaatimpact. Volgens een studie van Carbone 4 zou de prioritering van lokale producten, de introductie van een wekelijkse vegetarische maaltijd en het stellen van een maximale drempel voor broeikasgasemissies een vermindering van bijna 23 procent van de koolstofvoetafdruk van de Europese voedselovereenkomsten in vijf jaar mogelijk maken. Met het oog op een nul-koolstoftraject tegen 2050 is deze hefboom essentieel.
Ten tweede biedt de korte keten een antwoord op de landbouwcrisis, die wordt gevoed door lage inkomens en moeilijke arbeidsomstandigheden. Duurzame voedselovereenkomsten ondersteunen familiale, lokale en kwalitatieve landbouw, wat veilige inkomsten oplevert voor zowel kleine exploitanten als voor de werkgelegenheid in deze vaak verlaten sector.
Ten derde ondersteunt lokaal dienen een belangrijke sociale ambitie: het beschikbaar stellen van gezond en betaalbaar voedsel voor iedereen, vooral voor de meest kwetsbaren in onze samenleving. Het garandeert dat elk kind vier keer per week een kwalitatieve maaltijd krijgt, in een tijd waarin voedselonzekerheid steeds meer Belgische gezinnen treft.
Commissie zegt nee
Ondanks deze logische argumenten voor lokaal voedsel in openbare aanbestedingen, heeft de Europese Commissie de Stad Brussel gedwongen haar ambitie op te geven. De reden: het vrije verkeer van goederen, dat de regels van openbare aanbestedingen doordringt. Het is verboden voor een openbare aanbesteding om een operator te bevoordelen op basis van een geografisch criterium. Evenzo moeten de selectiecriteria van een aanbod rechtstreeks verband houden met het onderwerp van de aanbesteding. Het is dus moeilijk om de voorkeur te geven aan lokale landbouwproducten of het koolstofrapport van een bedrijf als selectiecriterium te gebruiken.
Om hun kantines te bevoorraden, zijn gemeenten en OCMW’s afhankelijk van een juridisch kader waarover ze weinig controle hebben. Het moet worden erkend: als de regelgeving voor openbare aanbestedingen gebruikers niet in staat stelt legitieme en noodzakelijke doelstellingen te bereiken, moet deze worden herzien.
De toekomstige Europese Commissie is zopas gemandateerd om de aanpassing van de Europese regels voor openbare aanbestedingen te overwegen. Coherentie en democratische leesbaarheid vereisen dat de regels voor openbare aanbestedingen in overeenstemming zijn met andere normen, zoals de Europese Green Deal. De invoering van enkele eenvoudige en effectieve maatregelen is noodzakelijk, zoals het creëren van een landbouwuitzondering voor openbare aanbestedingen en een verhoogde inspanning om openbare aanbestedingen open te stellen voor kmo’s.
In de tussentijd is de lokale overheid het laatste niveau waar de strategische richtlijnen die op nationaal en Europees niveau zijn aangenomen, worden uitgevoerd. Het is ook de belangrijkste interface van de burger met het staatsapparaat. Als zodanig speelt het een cruciale rol bij het behoud van het vertrouwen tussen burgers en instellingen. Lokale overheden moeten echter wel over de middelen beschikken om hun ambities waar te maken en de burgers niet teleur te stellen.
Lokale gekozenen hebben de verantwoordelijkheid om vooruitgang te boeken zonder zich te verschuilen achter regelgevende obstakels, hoe reëel deze ook mogen zijn. Ze kunnen actie ondernemen op drie fronten: een beleid van versterking van de openbare dienst door middel van werving en opleiding van ambtenaren, het bundelen van middelen met andere lokale actoren om de best mogelijke gezamenlijke aankopen te realiseren, en het ontwikkelen van een cultuur van risico en innovatie in gemeentelijke besluitvorming.
Bijvoorbeeld door het gemeentelijke agrarische erfgoed (geschat op enkele tienduizenden hectares in Wallonië, ongeveer 7 procent van het nuttig landbouwgebied) te valoriseren voor productie bestemd voor kantines, naar het voorbeeld van de Stad Brussel of het OCMW van Pepinster. Hoe meer gemeenten actie ondernemen, hoe meer zij zullen bijdragen aan de noodzakelijke druk om het nationale en Europese beleid te veranderen.
Kiezers die gevoelig zijn voor het probleem van duurzame voeding, doen er goed aan het voluntarisme van de kandidaten bij de stembus in oktober aanstaande te belonen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier