Ontwikkelingslanden (en China) willen belasting op mode en wapens om klimaatactie te financieren
134 ontwikkelingslanden die zich bij de VN-klimaatonderhandelingen groeperen in de G77 + China, pleiten ervoor om de wapen-, mode- en technologiesector een belasting op te leggen die de strijd tegen de klimaatverandering moet helpen financieren.
Dat meldt de gespecialiseerde website Climate Home News, dat een nog niet gepubliceerde onderhandelingspaper kon inkijken.
De belangrijkste inzet van de tussentijdse klimaatonderhandelingen, die nog tot 13 juni plaatsvinden in het Duitse Bonn, en later dit jaar van de VN-klimaattop COP29 in Azerbeidzjan, is klimaatfinanciering. Ontwikkelingslanden willen dat de ontwikkelde landen met meer geld over de brug komen om de strijd tegen de klimaatverandering te financieren.
Tot nog toe was afgesproken dat jaarlijks 100 miljard dollar naar de armere landen vloeit, maar dit jaar moet een nieuw bedrag voor de periode na 2025 afgeklopt worden. Daarvoor kijken de G77 + China opnieuw naar de rijke landen. Als die 0,8 procent van hun bbp opzijzetten, dan levert dat volgens hen 441 miljard dollar op. De ontwikkelingslanden brengen in herinnering dat dat bedrag een stuk lager ligt dan de 6,9 procent van het bbp dat de rijke landen momenteel betalen om de interest op hun schulden af te betalen. Om dat bedrag te bekomen, pleiten de ontwikkelingslanden voor een belasting op financiële transacties en een extra heffing voor de mode-, technologie- en defensie-industrie.
Mode-emissies
De modesector, die enkel fossiele brandstoffen en landbouw moet laten voorgaan qua emissies, wordt in het vizier genomen omdat ‘in tegenstelling tot fossiele brandstoffen en landbouw, bekende merken niet van vitaal belang zijn voor de voedsel- en energievoorziening’. De defensie-industrie moet dan weer bijdragen omdat ze goed is voor 5 procent van de historische uitstoot wereldwijd.
Concreet zouden verschillende bescheiden heffingen op financiële transacties samen 240 miljard dollar moeten opbrengen. Daarnaast zouden de zeven grootste technologiebedrijven 5 procent moeten afdragen van hun jaarlijkse omzet. Dat zou volgens de ontwikkelingslanden 57 miljard dollar in het laatje moeten brengen. Een belasting van 5 procent op de omzet van de tachtig grootste modebedrijven zou 34 miljard moeten opleveren. Het gaat dan onder meer om Louis Vuitton, Dior of Nike.
Tot slot, moet een heffing van 5 procent op de omzet van de defensiesector nog eens 21 miljard opleveren. Met inbegrip van private financiering ten belope van 661,5 miljard dollar, zou zo het beoogde totaal van 1,1 biljoen dollar jaarlijks naar de ontwikkelingslanden moeten stromen. Ontwikkelde landen willen op hun beurt dan weer dat meer landen bijdragen. Daarvoor kijken ze onder meer in de richting van China en Saudi-Arabië, die beide deel uitmaken van de G77 + China-groep.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier