Geograaf Gerard Govers: ‘Waarom zouden we onze veilige kerncentrales niet meer mogen gebruiken?’
‘Altijd het negatieve benadrukken, dat motiveert de mensen niet’, zegt Gerard Govers. Volgens de Leuvense professor beginnen onze klimaatinspanningen te renderen, al wil ook hij niet ‘blind optimistisch’ zijn.
De klimaattop van Bakoe heeft zeker de meeste lidstaten van de Europese Unie met een stevige kater opgezadeld, net als veel landen uit het Zuiden. De Europeanen vragen zich af of het nog de moeite waard is om te vechten tegen de klimaatopwarming nu president elect Donald Trump van de Verenigde Staten weer volop voor fossiele brandstof gaat. Dat betekent dat de uitstoot van koolstofdioxide (CO2) nog sterker zal stijgen en dat is nu net de voornaamste oorzaak van de opwarming van de aarde. De landen van het Zuiden zijn gefrustreerd dat zij veel minder ‘klimaatgeld’ krijgen dan ze hadden gevraagd.
Dus quo vadis, klimaatbeleid? Knack ging te rade bij Gerard Govers, hoogleraar geografie en vicerector aan de KU Leuven. Govers doceert nog één cursus, Geografie: interactie mens en aarde, over ‘de impact van de mens op de aarde en van de aarde op de mens’. Hij is ook voorzitter van het Vlaams Advies Panel Klimaat. En als academicus is Gerard Govers ijverig op x.com. Op zijn eigen voorkomende manier strijkt hij in zijn tweets graag tegen de haren in van wie vasthoudt aan clichés en voorgekauwde gedachten.
Gerard Govers: Ik weet dat er veel opmerkingen te maken zijn bij Bakoe. Men heeft wel zestigduizend deelnemers laten invliegen: dat is onzinnig. Toch is er ook enige vooruitgang geboekt. Er komt financiële hulp voor het globale Zuiden ter waarde van 300 miljard euro per jaar. Zij zelf vroegen 1300 miljard euro, maar wat nu overeengekomen is, is alvast een stevige bijdrage. Ik weet dat ook veel mensen hier in het Westen zich vragen stellen bij die claim. Maar men moet niet vergeten dat de opwarming van de aarde en de verandering van het klimaat het resultaat zijn van te veel koolstofdioxide (CO2) in de atmosfeer. Kort door de bocht: dat is voor een belangrijk deel het gevolg van de historische uitstoot door wat wij het rijke Westen noemen. Het globale Zuiden heeft gelijk als het zegt dat wij de grootste verantwoordelijken zijn voor het klimaatprobleem en dat wij daaraan dus meer mogen doen dan zij. Daar is geen speld tussen te krijgen.
Hoe ernstig is het verminderde engagement van de grote landen, de Verenigde Staten op kop? Donald Trump zet opnieuw volop in op fossiele brandstoffen.
Govers: Het is helaas eigen aan onze westerse democratie. Veel politici vertrekken van de reflex om te zoeken naar standpunten die aanslaan bij een groot publiek. In plaats van een langetermijnvisie uit te dragen, ook al klinkt die niet populair.
‘Ik zou het cliché van “de Chinezen en Indiërs doen niet mee” de wereld uit willen. De investeringen in hernieuwbare energie in China liggen op drie tot vier keer hoger dan in West-Europa.’
Ook de Chinezen en de Indiërs lijken niet echt happig om hun verantwoordelijkheid op te nemen.
Govers: Ik zou dat cliché van ‘de Chinezen en Indiërs doen niet mee’ de wereld uit willen. De investeringen in hernieuwbare energie in China liggen op dit ogenblik drie tot vier keer hoger dan in West-Europa. In India zijn ze ongetwijfeld lager dan in China, maar India is dan ook nog een pak armer. Maar ook India investeert volop in zon en wind.
Is die ambitie nog altijd gewettigd: binnen afzienbare tijd het klimaat onder controle te krijgen? Worden er globaal nog voldoende inspanningen geleverd om de opwarming te stoppen?
Govers: Op dit ogenblik stoppen wij de opwarming niet. Dat zal pas gebeuren wanneer we naar nul CO2-uitstoot gaan. Dat punt ligt nog héél ver in de toekomst. Maar tot voor een jaar of tien ging de curve van de opwarming exponentieel naar boven, nu is er een knik gekomen. We zitten dicht bij een plateau. Maar ook bij een kleine stijging blijft het ritme van de opwarming versnellen. Om de globale temperatuur echt te doen dalen, moet de curve van de CO2-uitstoot recht naar beneden gaan.
We zouden het dus veel beter kunnen en moeten doen.
Govers: Er is wel degelijk een positieve evolutie. Onze inspanningen beginnen te renderen. De International Energy Association (IEA) schuift het streefcijfer naar voren van 7000 miljard dollar per jaar: zo veel zouden we moeten investeren in hernieuwbare energie. Vorig jaar kwamen we uit op 1700 miljard voor hernieuwbare energie, tegen 1100 miljard in fossiele brandstoffen. In 2017 lagen die getallen nog gelijk. Dus die omslag is heel groot en voltrekt zich erg snel. We zijn op een betere plaats nu dan waar we dachten dat we gingen uitkomen in 1990. En als we ons klimaatbeleid verder blijven pushen, kunnen we in 2070 weer verder staan dan we nu voor mogelijk houden. De transitie komt eraan en niemand zal die tegenhouden. Zelfs Donald Trump niet.
Onderschat u de impact van Trump niet? Zeker nu hij de steun geniet van industriëlen als Elon Musk, ooit de kampioen van de klimaattransitie.
Govers: California heeft van alle Amerikaanse staten het groenste imago. Maar op dit ogenblik investeert uitgerekend Texas vele keren meer in hernieuwbare energie. Niet dat we de Texanen ervan kunnen verdenken dat ze groen en ecologisch denken. Maar zij maken hun rekening. Zonne-energie is bijna altijd de goedkoopste oplossing. Windenergie is iets duurder. Wind is ook niet meer duurder dan fossiele brandstoffen. Vandaar dat alternatieve energie aan populariteit wint: ook in Texas verdienen ze er het meest aan. Dus als Trump verbaal uitpakt met zijn fracking, dan heeft dat meer te maken met zijn politieke positionering dan met wat er echt gebeurt in zijn land.
Wat kan het kleine België bijdragen? Het effect van wat wij doen is zo goed als symbolisch – en al helemaal als de Amerikanen en de andere grote landen forfait geven. Maar het kost ons wel veel geld.
Govers: Het is een interessant debat. Ik ga een vergelijking maken. Ik neem aan dat je gaat stemmen, ook als dat niet meer verplicht is.
Inderdaad.
Govers: We zeggen dan: ‘Iedere stem telt.’ Ook al weet je heel goed dat jouw ene stem natuurlijk helemaal geen verschil uitmaakt of partij x of y in zetels vooruitgaat in de Kamer. Maar we stemmen omdat we weten dat dit bijdraagt aan onze democratie, en ergens dus aan een betere wereld. En omdat jij en ik stemmen, zijn er ook andere mensen die stemmen. Samen houden we het systeem overeind. Jouw stem is veel meer dan alleen maar die ene stem van jou.
In de collectieve inspanning voor het klimaat is het niet anders. Wat België doet, is op wereldschaal inderdaad een druppel op een hete plaat. De Belgische uitstoot bedraagt ongeveer 80 miljoen ton per jaar, een klein onderdeel van de ongeveer 37 miljard ton wereldwijd. Dan maakt de Belgische inspanning inderdaad niet zo groot. Maar we laten de rest van de wereld niet in de steek en we nemen onze verantwoordelijkheid op tegenover de volgende generaties.
De klimaatcrisis heeft in eigen land het debat over kernenergie heropend. De wet op de kernuitstap is dode letter gebleven.
Govers: Ik denk dat we onszelf geen plezier hebben gedaan door onze kerncentrales te sluiten. We hebben intussen twee centrales voor tien jaar verlengd, maar dat is te weinig. We hadden ze beter met twintig jaar verlengd. We hadden mogelijk twee andere centrales kunnen openhouden en zelfs verlengen.
‘Waarom zouden we onze veilige kerncentrales niet meer mogen gebruiken?’
Er waren toch scheurtjes in de mantel van een aantal centrales en ernstige vragen over de veiligheid?
Govers: Natuurlijk moeten we de adviezen volgen van het FANC, het agentschap dus dat onze nucleaire veiligheid bewaakt. Als het FANC een centrale wil sluiten omdat ze niet meer veilig is, dan moeten we dat doen. We spelen niet met de volksgezondheid. Maar het omgekeerde geldt ook. Waarom zouden we onze veilige kerncentrales niet meer mogen gebruiken? Waarom zouden we moeten stoppen met een volstrekt klimaatneutrale energievoorziening die tot 2020 instond voor 45 procent van de hele Belgische elektriciteitsproductie? Waarom zou dat principieel onbespreekbaar moeten zijn, zeker op een ogenblik dat we ons hele energiesysteem fundamenteel moeten herorganiseren? Een aantal centrales kan nog best twintig jaar mee. Hou die dan toch open.
De fundamentele problemen van kernenergie blijven de veiligheid en het afval. U vindt dat ondergeschikt aan het grote voordeel dat kernenergie klimaatneutraal is?
Govers: Ik vergelijk de veiligheid van kerncentrales met die van andere energiebronnen. (klapt zijn laptop opnieuw open). Kijk eens naar deze tabel: ‘Death rates per unit of energy production.’ Dan zie je dat de dodelijkste vormen van energie bruinkool en steenkool zijn, gemeten aan de menselijke kostprijs per terawattuur. Het gaat om de combinatie van ongevallen bij de productie en de gevolgen van de vervuiling. Hier (wijst met zijn vinger) staat ‘nucleair’, helemaal onderaan de tabel, tussen wind- en zonne-energie in. Er vallen amper doden, behalve hier en daar eens een ongelukkig werkongeval. In het Westen heeft de nucleaire industrie een uitstekend trackrecord qua veiligheid.
Er bestaan ook niet-gecontesteerde cijfers over zwaar vervuild kernafval. De halveringstijd ervan bereikt al snel enkele duizenden jaren. De kampioen is een bepaalde vorm van verrijkt uranium – uranium-235 – waarvan de halveringstijd 703,8 miljoen jaar bedraagt. Met zulke onwezenlijke termijnen valt dat toch nooit veilig te bergen?
Govers: In de praktijk ziet dat er minder dramatisch uit dan het klinkt. In België produceren we sinds 1970 per jaar ongeveer een volume gelijk aan dat van twee grote vrachtwagens aan hoogradioactief afval. Dat afval vertegenwoordigt 98 procent van alle radioactiviteit in het kernafval. Volgens mij kunnen we dat afval perfect veilig geologisch opbergen in ons land, bijvoorbeeld in de Boomse klei. De eerste decennia zijn die risico’s inderdaad reëel. Dat afval moet dan echt goed bewaakt worden. Daarna dalen die risico’s. Soms duurt het inderdaad meer dan tienduizend jaar eer dat je weer background level hebt. Maar dat stralingsniveau is dan ook bijzonder laag.
‘We hebben ook energiebronnen nodig die beter bestuurbaar zijn dan de wind en de zon. Kleine, modulaire kernreactoren zouden we kunnen aan- en afzetten wanneer we dat willen.’
Ik zie dus niet in waarom ‘afval’ een goed argument is om nu nog te stoppen met kernenergie. We hébben al ongeveer 500 kubieke meter hoogradioactief afval. Als we daar nog enkele decennia mee verder gaan, maakt dat uiteindelijk weinig verschil voor de berging ervan. We zitten er toch al mee. Ja, het kernafval is een probleem. Maar het is geen onoplosbaar probleem.
Moeten er nieuwe kernreactoren worden gebouwd? Het nieuwe Vlaamse regeerakkoord wil ‘de mogelijkheden rond kleine, modulaire reactoren in Vlaanderen’ onderzoeken.
Govers: Er gaan stemmen op om voor de volle 100 procent te gaan voor wind- en zonne-energie. Dat wordt moeilijk. Waarom? Wel, dat hebben we enkele weken terug nog ondervonden toen het in Duitsland zeer bewolkt was en het tegelijk zo goed als windstil bleef. Ineens moest heel Duitsland een paar dagen lang weer op fossiele brandstoffen draaien. We hebben dus toch nog wel enkele andere energiebronnen nodig die beter bestuurbaar zijn dan de wind en de zon. Kleine, modulaire kernreactoren zouden zo’n stuurbare energiebron kunnen zijn. We kunnen die aan- en afzetten wanneer we dat willen. Al zullen dat natuurlijk zware investeringen zijn voor die paar dagen dat we er een beroep op zullen moeten doen.
U pleit ervoor om in eigen land te blijven investeren in niet-fossiele energie?
Govers: Natuurlijk. Dat is een no-brainer.
Hoe groot moet de Belgische inspanning zijn?
Govers: Pieter Vingerhoets en zijn mensen van Energyville hebben berekend dat om tegen 2050 klaar te zijn, we jaarlijks ongeveer één procent extra van het bruto binnenlands product moeten investeren in nieuwe energiesystemen.
Dat zijn kolossale bedragen. Zeker in tijden waarin de Europese Unie haar lidstaten tot budgettaire discipline verplicht.
Govers: Daarom is het van cruciaal belang om de juiste investeringen te doen en fouten te vermijden. Dat is niet altijd gemakkelijk. Zelf zou ik om ethische redenen nooit investeren in een grote nieuwe biomassacentrale. Het risico bestaat dat we daarmee zullen beginnen met de wereld te ontbossen. En de zogenaamde wondertechniek ‘waterstof’ zal nog niet voor de volgende twintig jaar zijn. We hebben nu al niet voldoende elektriciteit om alles te vergroenen wat nodig is. En dan zouden we er nog eens waterstof van maken, en die zouden we vervolgens gaan verbranden. Dat is een hoogst inefficiënt en duur proces. De hype van waterstof was dus nog maar goed begonnen of die ballon liep al leeg. Het is dan, op zijn zachtst gezegd, toch wel jammer van al die aanzienlijke investeringen in een inefficiënte technologie. Nochtans hebben mensen als professor Ronnie Belmans van in het begin gewaarschuwd om dat niet te doen.
‘De hype van waterstof was nog maar goed begonnen of die ballon liep al leeg.’
Komt het uiteindelijk wel goed?
Govers: Niet alles valt zomaar te keren. Maar als we niks doen, wordt het drie graden warmer. Dat zal veel meer extreem weer geven, met veel meer overstromingen. Dan is er een vergrote kans dat we bepaalde zogenaamde tipping points overschrijden en dat zal nog meer ellende geven. Dus er zijn allerhande goede redenen om te zeggen: ‘Dat willen we niet.’ Dus moeten we blijven zoeken naar oplossingen voor problemen die we vaak zelf hebben veroorzaakt.
Op langere termijn zou het best kunnen dat het zeewaterniveau enkele meters omhoog komt. We weten dat in het vorige interglaciaal, de periode tussen twee ijstijden in dus, de temperatuur anderhalve graad hoger was dan vandaag. We weten ook dat de zeespiegel toen zes tot zeven meter hoger stond. En nu al warmen wij de planeet één tot anderhalve graad op. Het is nogal naïef om te denken dat die zeespiegel dan niet zal volgen. Die kans bestaat wel degelijk. Maar dan spreken we wel over vele eeuwen voordat de zee opnieuw zo hoog zal staan.
Die kaartjes van de Vlaamse administratie waarin zo goed als heel West- en Oost-Vlaanderen onder water staan en de kustlijn ergens in Vlaams-Brabant ligt, zijn dus voorbarig, maar helaas niet fout?
Govers: Kunnen de volgende generaties een antwoord vinden op dat stijgende water? Ja, dat kan. Als de wereldbevolking inderdaad gaat afnemen, als we nog met enkele miljarden zijn, als we geavanceerde technologie hebben ontwikkeld en een rijke samenleving blijven, dan kunnen wij ons inderdaad aanpassen aan een zeespiegel die vijf of zes meter stijgt. Toch als dat proces zich over vele eeuwen voltrekt. Dan hoeft dat niet te betekenen dat grote delen van het continent zullen verdwijnen onder een nieuwe zondvloed.
Ik geloof dat de mensheid dergelijke uitdagingen aankan. De mens is een eigenaardig zoogdier. Hij heeft eigenschappen die hem toch wel onderscheiden van de rest van het dierenrijk. De mens is enorm flexibel. Hij heeft het vermogen om kennis te accumuleren. Dat maakt ons volstrekt uniek. Wij hoeven niet zomaar, zoals al die andere diersoorten, te ondergaan wat ons overkomt. Wij kunnen de natuur naar onze hand zetten. Wij mensen zijn meester van de aarde. Dat zadelt ons ook op met een enorme verantwoordelijkheid.
‘Als wetenschappelijk expert, betaald door de gemeenschap, heb je ergens toch de morele verplichting om je boodschap te blijven brengen, ook al ondervind je tegenstand of bots je op onverschilligheid.’
Dat maakt de last van de strijd tegen de opwarming soms te zwaar om te dragen. Het bracht een topwetenschapster als Valérie Trouet ertoe ontslag nemen als wetenschappelijk directeur van het Klimaatcentrum. Haar afscheid in De Morgen klonk defaitistisch, en bitter: ‘Ik heb het u gezegd en u hebt uw schouders opgehaald. Trek uw plan, het zijn uw kinderen, bescherm ze zelf.’ Vergeleken met mevrouw Trouet bent u het vleesgeworden optimisme.
Govers: Ik wil absoluut niet blind optimistisch zijn. Ik heb uitgelegd dat we eigenlijk een klimaatinvestering van 7000 miljard euro per jaar nodig hebben. We zitten aan 1700 miljard euro. Dat is lang niet genoeg. Het zal ook nog warmer worden. Maar als dat niet doordringt tot het publiek, ga ik toch niet zeggen tot mensen met kinderen: ‘Jullie hebben ze zelf gemaakt dus trek er ook maar zelf uw plan mee?’ Ik vind dat een merkwaardige ethische opstelling. Als wetenschappelijk expert, betaald door de gemeenschap, heb je ergens toch de morele verplichting om je boodschap te blijven brengen, ook al ondervind je tegenstand of bots je op onverschilligheid. En we moeten ook aangeven wat er goed gaat. Altijd het negatieve benadrukken: dat motiveert de mensen niet.
Tegelijk moeten we natuurlijk realistisch blijven. We kunnen niet anders dan de mensen uitleggen dat we er nog lang niet zijn. Ook ik ben er nog niet uit of we er ooit helemaal zullen raken. Maar een zeker optimisme met betrekking tot de veerkracht van de menselijke samenleving en het menselijk vernuft, dat mag wel. Ik ben geen fatalist.
Gerard Govers
1959: Geboren in Neerpelt.
1981: Licentiaat in de geografie (KU Leuven).
1986: Doctor in de geografie (KU Leuven).
1986-1989: Postdoctoraal onderzoeker (FWO) KU Leuven.
1989-1998: Vast onderzoeker en onderzoeksleider (FWO) KU Leuven.
1998: Hoogleraar en vanaf 2000 gewoon hoogleraar KU Leuven.
2017-nu: Vicerector van de groep wetenschap en technologie, ook bevoegd voor het duurzaamheidsbeleid.
Bestuurder bij imec, VIB en voorzitter van Velo vzw.