Methaan in Vlaanderen: de vloek van de melkkoe

'De vloek van de koe.'
'De vloek van de koe.' © Getty Images

Minder methaan uitstoten kan een quick win zijn in de klimaatstrijd. Maar niet in Vlaanderen. 1,2 miljoen runderen stoten hier net zo veel methaan uit als 446.000 auto’s. En de sector? Die vraagt om meer geduld.

We zullen het toch eens over boerende koeien moeten hebben. Dat zit zo. In de pens, een van de vier magen van de koe, ontstaat methaan (CH4) met het wonder van de methanogenese. ‘Heel wat bacteriën en andere micro-organismen werken hier samen om het voeder dat het dier heeft opgegeten, te fermenteren’, vertelt Joni Van Mullem van het Instituut voor Landbouw, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO). ‘Zo komen voedingsstoffen vrij die de koe kan opnemen. Bij dat proces ontstaat ook methaan, dat door de koe wordt opgeboerd.’

Die oprisping betekent de uitstoot van een kortlevend maar krachtig broeikasgas. Hoewel de helft van het vrijgekomen methaan in de atmosfeer al na zo’n 12 jaar weer verdwenen is, houdt het in die periode meer dan 80 keer meer warmte vast dan CO2. Het grootste deel van CH4 wordt weer afgebroken in reactie met de molecule OH. ‘Bij dat proces leeft de koolstof van methaan verder als CO2. Zo blijft het nog honderden jaren bijdragen aan de opwarming van onze aarde’, verklaart Kathleen Mar, wetenschapper aan het Research Institute for Sustainability (RIFS) in Potsdam.

Recordjaar

De vloek van de koe, zo noemt landbouweconoom Erik Mathijs die methaanuitstoot. Globaal zijn de methaanemissies de laatste jaren fors gestegen, met 2021 als absoluut recordjaar. Wetenschappers maken zich grote zorgen over die toename. En hoewel het om een concentratie gaat van amper 1908 deeltjes per miljard luchtdeeltjes, laat methaan zich wel voelen. Volgens het Internationaal Energieagentschap (IEA) is het gas al verantwoordelijk voor zo’n 30 procent van de opwarming van onze aarde sinds het begin van de industriële revolutie.

Als we geen methaan meer zouden uitstoten, verdwijnt het meeste CH4 al na 20 jaar uit de atmosfeer en koelt de planeet iets af.

Bovendien blijft een deel van die impact onder de radar, waarschuwt Kathleen Mar. ‘Niet alleen leeft methaan verder als CO2. De chemische reacties die CH4 in de atmosfeer aangaat, leiden ook tot de aanmaak van een ander broeikasgas: ozon. Meer dan een derde van de huidige ozon in de troposfeer komt van methaan.In tegenstelling tot de hoger gelegen ozonlaag schaadt die ozon onze gezondheid en die van planten en ecosystemen.

30 procent minder

De korte levensduur van het superbroeikasgas heeft wel een gouden randje. Als we geen methaan meer zouden uitstoten, verdwijnt het meeste CH4 al na 20 jaar uit de atmosfeer en koelt de planeet iets af. Een belangrijk verschil met CO2 dat nog eeuwen bijdraagt aan de opwarming van de aarde. Wereldleiders lijken dat te beseffen. ‘De uitstoot van methaan snel en drastisch terugdringen, is een van de belangrijkste dingen die we kunnen doen tijdens dit beslissende decennium om de opwarming onder 1,5 graden te houden’, zei de Amerikaanse president Joe Biden in 2021.

Samen met de EU zetten de VS toen hun schouders onder een Global Methane Pledge, de belofte om 30 procent minder methaan uit te stoten tegen 2030. Al 150 landen hebben de Pledge intussen getekend, waaronder België. Hoewel het om een vrijwillige verbintenis gaat, is het verdrag een goede maatstaf om het beleid van regeringen te toetsen.

Wereldwijd beperkt het probleem van methaan zich niet tot de landbouw: een even grote ‘menselijke’ bron is de fossiele sector met aardgas. Maar in Vlaanderen ontsnapt het broeikasgas vooral uit de pens van de koe. Meer dan 70 procent van onze methaanuitstoot stamt van de veeteelt – van pensfermentatie en in mindere mate van runds- en varkensmest. Die uitstoot is met bijna 11 procent gestegen tussen 2005 en 2021, terwijl die van andere relevante sectoren zoals afval en energie wel in dalende lijn gaat.

Officieel maakt methaan nog geen 7 procent uit van de totale Vlaamse uitstoot. Maar dat cijfer houdt geen rekening met de impact op korte termijn. Voor de boekhouding worden alle broeikasgassen namelijk omgezet naar een equivalent van CO2 naarmate ze bijdragen aan de klimaatopwarming over een periode van 100 jaar (GWP100). Als we kijken naar het opwarmingseffect van de huidige Vlaamse emissies in de komende 20 jaar (GWP20), dan is een vijfde te wijten aan methaan – of bijna 3 keer meer dan die 7 procent.

Bijschrift: Koploper in Vlaanderen is de gemeente Diksmuide. Daar hebben meer dan 25.000 runderen een methaanuitstoot die vergelijkbaar is met de CO2-uitstoot van meer dan 10.000 auto’s

De melkkoe is duidelijk de SUV onder de herkauwers. Ze stoot meer dan drie maal zoveel methaan uit als een vleeskoe.

In Vlaanderen hebben 1,2 miljoen runderen in de wei volgens onze berekeningen een directe uitstoot vergelijkbaar met de CO2-uitstoot van 446.000 auto’s. Dat cijfer houdt geen rekening met de uitstoot van mest, de emissies gelinkt aan veevoeder of andere klimaatimpact. De melkkoe is duidelijk de SUV onder de herkauwers. Ze stoot meer dan drie maal zoveel methaan uit als een vleeskoe.

Ontspoord

Mede als gevolg van de afschaffing van de Europese melkquota in 2015 steeg het aantal melkkoeien nog met 14 procent tussen 2005 en 2021. De Vlaamse veehouderij verdedigt die stijging door te wijzen op de hoge efficiëntie. Zo gaf een koe gemiddeld 19 liter melk per dag in 2005 en bijna 27 liter melk per dag in 2020. Maar tegelijk steeg ook de methaanuitstoot per melkkoe met bijna een kwart.

‘Met het einde van de melkquota heeft het beleid de situatie laten ontsporen’, analyseert Lieven De Stoppeleire, melkveehouder en adviseur van de Vlaamse milieuminister Zuhal Demir (N-VA). ‘Bedrijven kregen volop vergunningen om uit te breiden. De melkveestapel barstte uit zijn voegen. En iedereen, ook de veeboeren, kon dat zien aankomen.’

Hoe komt een dichtbevolkte regio als Vlaanderen aan zijn enorme rundveestapel? ‘Daarvoor moeten we terug naar de landbouwcrisis in de 19e eeuw’, vertelt landbouw- en milieueconoom Erik Mathijs (KU Leuven). ‘Dankzij nieuwe stoommachines en de aanwezigheid van grote havens gingen we goedkoop graan uit de VS en Oekraïne invoeren. Onze boeren konden daar niet mee concurreren, en legden zich toe op veeteelt.’

‘Dat model kreeg pas echt een boost na de Tweede Wereldoorlog met de import van Amerikaanse soja. Het principe van grondgebonden landbouw – waarbij het aantal dieren wordt afgestemd op wat de omgeving aan veevoeder kan voortbrengen en aan mest kan opvangen – werd losgelaten met de bekende milieuproblemen tot gevolg’, legt Mathijs uit.

GWP*

Ironisch genoeg heeft de landbouwsector recent in methaan een ultiem argument gevonden om niet te hoeven raken aan de veestapel. Ook dat heeft te maken met hoe broeikasgassen te boek staan. Het huidige systeem (GWP100) onderschat het globale opwarmingseffect van methaan op korte termijn en overschat het op langere termijn. Daarom hebben onderzoekers van de universiteit van Oxford enkele jaren geleden de manier om naar methaan te kijken herdacht. Daarbij houden ze meer rekening met hoe lang CH4 en CO2 in de atmosfeer blijven.

Hun GWP* geeft een juister beeld van de bijdrage van methaan aan de opwarming of afkoeling van de aarde wanneer de CH4-uitstoot constant blijft of daalt – wat vandaag niet het geval is. Dat klinkt de sector als muziek in de oren. Want als het aantal runderen wereldwijd gelijk blijft, dragen die dieren niet bij aan extra opwarming vanwege het eerder beschreven atmosferisch afbraakproces. Sterker nog: als de methaanuitstoot van herkauwers iets daalt, leidt dat in die optiek zelfs tot relatieve afkoeling.

Op een planeet zonder koeien is het aanzienlijk koeler dan op een planeet met koeien.

Eerherstel voor de koe dus? Gerard Govers, vicerector van de KU Leuven en voorzitter van het Vlaams Klimaatpanel, noemt dat discours greenwashing. ‘Op een planeet zonder koeien is het aanzienlijk koeler dan op een planeet met koeien. We moeten in de strijd tegen de klimaatopwarming dus ook proberen dat methaan omlaag te krijgen. En vergeet niet dat de rundveestapel wereldwijd nog toeneemt.’

Wetenschappelijk valt er weinig op af te dingen – ook het IPCC steekt de duim omhoog. Maar een rapportering van methaan op basis van GWP* kan nog een ander ongewenst effect hebben. Olivier Honnay, hoogleraar biologie en ecologie aan de KU Leuven, waarschuwt op Twitter voor sociale onrechtvaardigheid. Zo bevoordeelt GWP* regio’s met historisch zeer hoge emissies, die dus al in ruime mate verantwoordelijk zijn voor de huidige opwarming. Een Europees land mag dan zijn grote veestapel behouden, terwijl een Afrikaans land dat zijn kleine veestapel uitbreidt, op de vingers wordt getikt.

Een ander nadeel is dat de noodzaak om de CO2-uitstoot in te perken naar de achtergrond kan verdwijnen. Nieuw-Zeeland bijvoorbeeld zou zich op basis van GWP* bijna onmiddellijk klimaatneutraal mogen noemen, als de Nieuw-Zeelandse schapenboeren hun grote methaanuitstoot iets doen dalen. Wetenschappers van de Universiteit van Melbourne besluiten: 'We moeten GWP* beschouwen als een nieuw type van micro-klimaatmodellen die bepaalde nauwkeurige voorspellingen kunnen doen. Deze modellen zijn interessant voor wetenschappelijke en educatieve doeleinden maar ongeschikt als basis voor klimaatbeleid.’

Toch vinden ze op het kabinet van de Vlaamse Landbouwminister Jo Brouns (CD&V) GWP* een betere benadering van het methaan in de veeteelt. ‘De uitstoot van de Europese melkveestapel is sinds de jaren 1980 zowat gehalveerd, terwijl de globale methaanuitstoot blijft stijgen. Dat laatste kun je de Europese boeren niet verwijten, zo blijkt heel duidelijk uit het GWP*-model’, verklaart woordvoerder Bram Bombeek.

De cijfers tonen inderdaad dat de methaanuitstoot van de Europese veestapel vooral in de jaren 1990 een forse duik nam. Maar de daling is intussen sterk afgezwakt en bovendien gaat de uitstoot van de Vlaamse veestapel sinds 2005 tegen die stroom in.

Theelepel

Om het tij te keren, heeft Vlaanderen in 2019 een Convenant Enterische Emissies Rundvee met de sector gesloten. De ambitie? De methaanuitstoot van enterische emissies met 19 procent te doen dalen ten opzichte van 2005. Maar dat vlot voorlopig niet. De uitstoot van rundvee ging sinds 2019 niet omlaag. De focus van het convenant ligt op technologische oplossingen zoals voedingsadditieven voor runderen, genetische selectie en een aangepast bedrijfsmanagement, zaken waarvan de effectiviteit op grote schaal nog niet is aangetoond.

Vorig jaar zijn 80 van de bijna 5000 Vlaamse melkveehouders gestart met het gebruik van methaanreducerende voedingsadditieven.

Bij het Instituut voor Landbouw, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) verwachten ze het meeste heil van voedingssupplementen, omdat die het probleem aan de bron aanpakken. Bovaer van het Nederlandse biotechbedrijf DSM heeft volgens ILVO-expert Nico Peiren de beste kaarten. Een theelepel per dag per koe mengen onder het voeder kan de methaanuitstoot in theorie tot 26 procent verlagen. Het middel moet wel bij elke voederbeurt worden toegediend, geeft Peiren toe. Volgens rundveeloket.be zijn vorig jaar 80 van de bijna 5000 Vlaamse melkveehouders gestart met het gebruik van voedingsadditieven om de emissies van methaan te verminderen.

Gerard Govers gelooft niet dat we er alleen met zulke ‘technofixes’ zullen raken. ‘Stel dat de rundveesector nu massaal zou inzetten op bestaande technologie van voedingsadditieven en mestverwerking, dan kan de methaanuitstoot misschien tegen 2030 met een vijfde dalen, naar analogie met een Amerikaanse studie. Dat is winst, maar daar stopt het wel.’ Net als bijna alle experts vindt hij dat het mes in de rundveestapel moet.

Maar een kwart minder koeien – zoals een voorstel luidt – betekent niet automatisch minder uitstoot, tenzij onze consumptie van rundvlees en zuivel even sterk afneemt. Want anders verschuiven we het probleem gewoon. Daarom pleit Govers ook voor een koolstoftaks. ‘Het is geen populaire maatregel, maar wel de beste manier om mensen bewust te maken van hun impact.’

Hij droomt hardop van grootschalig natuurherstel. ‘Zo’n taks kan compenseren voor de hoge uitstoot en ook voor gronden waarop nu veevoeder wordt gekweekt en die dus niet voor iets anders kunnen dienen. Als we een deel van dat enorme areaal omzetten in natuurgebied, is onze biodiversiteitscrisis ook meteen voor een groot deel van de baan.’

Geduld

De strengere milieunormen in het kader van het stikstofdossier, de uitstroom van melkveeboeren als gevolg van de lagere melkprijs, de dalende consumptie van dierlijke producten en technologische oplossingen zullen de methaanuitstoot van de Vlaamse veeteelt uiteindelijk wel doen dalen. Maar gaat het – gezien de klimaaturgentie – wel snel genoeg zonder knip in de veestapel?

De veestapel bot inkrimpen is een groen degrowth-verhaal dat niet aan de orde is.

Woordvoerder Bombeek ziet heel wat innovaties met potentieel in het convenant. Hij verwijst in dat verband ook naar voedingsadditieven zoals Bovaer en managementmaatregelen. ‘Boeren moeten de kans krijgen om die innovaties in de praktijk te brengen en mogen dan pas geëvalueerd worden. De veestapel bot inkrimpen is een groen degrowth-verhaal dat niet aan de orde is’, klinkt het.

Nico Peiren van ILVO denkt dat de reductiemotor begint aan te slaan en vraagt nog wat meer geduld. ‘Koeien zijn geen machines, maar levende dieren. Methaanreductie in deze sector kan niet van vandaag op morgen, dus zullen de emissies nog wat langer doorgaan. Bovendien is voor landbouw een nuluitstoot per definitie onmogelijk.’

Ook Govers beseft dat we nog niet van de vloek van de koe verlost zijn. ‘Maar we mogen geen kansen missen, en moeten het beleid vandaag in de juiste richting sturen. Daar zijn politieke wil en visie voor nodig, en die ontbreken momenteel voor de landbouw.

De auteurs volgen het postgraduaat Internationale Researchjournalistiek (IRJ).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content