Wonen in een drijvend dorp: ‘Nee, we anticiperen niet op de stijgende zeespiegel’
Duurzame woonwijken zijn er wel meer in Europa, maar Schoonschip in Amsterdam Noord is uniek. Deinend op het getij leven 46 gezinnen in een drijvend dorp waar alles rond duurzaamheid draait en een verfrissend duik nooit verg weg is.
De plee doet het niet! Twee keer al heeft Manon de spoelknop ingedrukt, maar het kenmerkende swoosh-geluid blijft achterwege. Jammer, want ze had willen demonstreren hoe zelfs het toiletgebruik past in de duurzaamheidsfilosofie van Schoonschip. Alle 46 gezinnen in de drijvende woonwijk in Amsterdam Noord maken gebruik van een sanitair vacuümsysteem. Voorlopig wordt er nog op het riool geloosd, maar een kilometer hiervandaan wordt binnenkort een bioraffinaderij in gebruik genomen om het zwart water van de buurt tot biogas te vergisten.
Manon Van der Zwaal, persfotografe en co-eigenaar van een drijvende woning, laat zich door het defect niet van de wijs brengen. ‘Wellicht een tijdelijk probleem met de drukregeling’, zegt ze, terwijl ze driftig op haar smartphone tikt. ‘Even bij de buren checken, we hebben een app om problemen te melden en op te lossen. Connectiviteit is een van de sterke punten van Schoonschip, er is voor alles een whatsapp-groep’.
Schoonschip is een unieke plek waarvan de faam tot ver buiten Amsterdam reikt. Architecten, ingenieurs, planologen en gespecialiseerde journalisten uit alle windstreken kwamen er al poolshoogte nemen. Het idee ontsproot vijftien jaar geleden bij programmamaker Marjan De Blok tijdens een reportage over de geWoonboot, een drijvend gemeenschapscentrum in Amsterdam Noord. Zou dat concept toepasbaar zijn op een woonwijk, vroeg ze zich af. Nog dezelfde avond stonden de eerste schetsen op een A4, en niet veel later werd het burgercollectief Schoonschip opgericht.
De ideale plek lag voor de hand: het Johan Vanderhasseltkanaal dat in Amsterdam Noord aftakt van de druk bevaren rivier het Ij. Ooit was dit een bloeiende industriezone waar onder meer een acetonfabriek en een afvalverbrandingsinstallatie stonden. De kade die nu toegang tot de woonwijk verleent, hoorde bij een immense fabriek van vliegtuigbouwer Fokker die in 1943 door een geallieerd luchtbombardement in de as werd gelegd.
Twee onder één kap
Twaalf jaar duurde het vooraleer de eerste woning in gebruik werd genomen. Aan dat heuglijk moment ging een lang proces van horten en stoten vooraf. Een precedent bestond immers niet, de drijvende woonwijk was in alle opzichten pionierswerk. Niet alleen technisch, de wettelijke obstakels waren even uitdagend. ‘We wilden zoveel mogelijk zelfvoorzienend zijn’, vertelt Manon. ‘Alle wooneenheden zijn uitgerust met zonnepanelen en een thuisbatterij, onderling verbonden zodat we stroomoverschotten aan elkaar kunnen doorverkopen. Dat klinkt logisch, maar wettelijk gezien is dat verboden omdat je dan als particulier onder de regelgeving voor stroomproducenten valt. We hebben een experimentele status moeten aanvragen om onder dat verbod uit te komen’.
Ook voor bouwen op het water moet een complexe gunningsprocedure worden doorlopen. Het stadsbestuur had een tender uitgeschreven die door het initiatiefnemende collectief van twee concurrerende biedingen werd gewonnen. Dertig pontons en evenveel woningen, zo stond er in de voorwaarden. Dat bleek algauw te wringen met een van de doelstellingen, sociale duurzaamheid. Na lang onderhandelen gaf de stad groen licht voor een twee-onder-één-kap-concept: op nagenoeg alle dertig pontons zouden telkens twee wooneenheden verrijzen, waardoor de financiële drempel voor de kandidaat-eigenaars een stuk lager kwam te liggen.
Toch was de financiering een heikele onderneming. Nog voor er van woningen sprake kon zijn, moest er in een grid met nutsvoorzieningen worden geïnvesteerd. Banken worstelden bovendien met de hypotheekwaarborg. Wat als een van de twee eigenaars onder één kap zijn lening niet meer afbetaalt? Verkopen kon niet zomaar, want het huis in onderpand is organisch verbonden met het buurhuis waarmee het bovendien één kadasternummer deelt. ‘Dat probleem hebben we opgelost door een Vereniging van Eigenaren (VvE) op te richten’, zegt Manon. ‘We zijn allemaal voor één 46ste eigenaar van de VvE die alle fiscale, juridische en administratieve verplichtingen op zich neemt’.
Lees verder onder de foto’s.
Swoosh, klinkt het bij de derde poging, we kunnen door met de rondleiding. De inrichting is behalve knus uiterst doordacht, iedere vierkante centimeter werd benut. Dat moet ook om een gezin met twee kinderen te huisvesten. De krappe binnenruimte wordt ruimschoots gecompenseerd door het zicht dat de ramen bieden. Veel water natuurlijk, maar anderzijds overheerst een dorps buurtgevoel. De 30 pontons zijn verbonden met brede steigers, het raamwerk van de wijk. Aan de onderkant vertakken nutsvoorzieningen zich naar de woningen, bovenop speelt het buitenleven zich af. Overal staan plantenbakken, leunstoelen en fietsen, her en der liggen kajakken, het is er een komen en gaan van bewoners en bezoekers.
De school is uit, kinderen rennen achter elkaar met waterpistolen. Is de combinatie van water met jonge kinderen niet riskant? ‘We maken afspraken zodat er altijd toezicht is door volwassenen’, zegt Manon. ‘Kinderen moeten bovendien een zwemvest aan, tot ze kunnen zwemmen. Dat gaat hier wel snel, mijn kinderen hadden al op hun vijfde een zwemdiploma. Ze waren natuurlijk erg gemotiveerd, want wat is er heerlijker dan hier op een warme zomerdag een duik nemen? Niet alleen voor kinderen, ik doe zelf niks liever. In de zomer komt half Amsterdam hier zwemmen’.
Waterpret
Het mag een wonder heten dat waterpret mogelijk is in een kanaal waarop decennialang door zwaar vervuilende fabrieken werd geloosd. ‘We hebben ons tijdens het bouwtraject per problematiek in een commissie georganiseerd’, zegt Manon. ‘Ik zat zelf in de commissie waterkwaliteit die alles uit de kast heeft gehaald om de overheid te dwingen tot een kwaliteitsonderzoek, want alleen zo konden we onder een zwemverbod uitkomen. Uiteindelijk is dat gelukt, op basis van een door iedereen vergeten besluit uit 1980. Er werd een onderzoeksbureau aangesteld, en dat heeft grondig werkt geleverd. Het bodemslib zit inderdaad vol met zware metalen, pcb’s en dioxines, maar dat heeft merkwaardig genoeg geen impact op de kwaliteit van het zwemwater. Zelfs in de oppervlaktedampen werd niks gemeten’.
We lopen over de steigers die hoog genoeg werden gebouwd om het getij te trotseren. De pontons met de wooneenheden zijn wel flexibel verankerd, tussen eb en vloed stijgen of dalen ze met 40 centimeter. Nee, dit project anticipeert niet op de stijgende zeespiegel. Adaptatie aan de gevolgen van de klimaatopwarming was niet het uitgangspunt. Wat heb je overigens aan drijvende woningen, als de rest van de stad, inclusief supermarkten en scholen, zou onderlopen? Duurzaamheid en kringloopdenken daarentegen stonden des te meer centraal. Behalve met zonnepanelen zijn alle woningen met een zonneboiler uitgerust, onder de pontons schuilen waterpompen die winter en zomer voor een perfecte klimaatregeling zorgen, douches zijn uitgerust met een warmterugwinningssysteem. Mobiliteit, eveneens het onderwerp van een commissie, is een zaak van elektrische deelwagens, deelfietsen en deelbakfietsen. ‘Dat is niet zonder slag of stoot gegaan’, zegt Manon. ‘De oorspronkelijke tender omvatte dertig parkeerplaatsen, maar die werden geschrapt toen een nieuw stadsbestuur met een groenlinks coalitieakkoord aan de macht kwam. Als compensatie kregen we een terrein om een mobiliteitshub aan te leggen, we mochten zelf de selectie uit verschillende aanbieders maken. Ik heb zoals de meeste bewoners mijn auto verkocht. Nog geen seconde spijt van gehad, dit systeem werkt perfect’.
Gentrificatie
We lopen door de wijk die er architecturaal erg divers uitziet, zeker naar Nederlandse normen. Alle mede-eigenaren hebben de volledige vrijheid gekregen om hun droomhuis vorm te geven, in overleg weliswaar met de buren met wie ze ponton en dak delen. Een huis werd goeddeels opgetrokken uit recyclagematerialen van afbraak, een fraai voorbeeld van urban mining. ‘Het bouwen is op verschillende werven verspreid over Nederland gebeurd’, zegt Manon. ‘Ons ponton werd in Nieuwegein bij Utrecht afgewerkt, het heeft twee dagen geduurd om het naar hier te slepen’.
Schoonschip, genomineerd voor verschillende Nederlandse en Europese architectuur- en duurzaamheidsprijzen, maakt school. Alle knowhow is opensource, te raadplegen via greenprint Vrijwilligers van de VvE kunnen via advies@schoonschipamsterdam.org worden gecontacteerd om expertise te delen.
De kans is groot dat er een uitbreiding komt. Minstens één verbeterpunt zullen ze naar fase 2 meenemen: de in het oog springende gentrificatie. Architect, cineast, TV-maker, fotograaf, kunstenaar, arts, journalist, zwemleraar, sjamaan, ondernemer in de circulaire economie, dit is een witte en hoogopgeleide gemeenschap. Ons kent ons valt hier letterlijk te nemen, want de populatie is het resultaat van coöptatie.
Kandidaten voor de VeV werden door eerder toegetreden leden gescreend. ‘We hebben geprobeerd met wooncooperaties samen te werken zodat we in onze wijk sociale huurwoningen konden realiseren’, nuanceert Manon, ‘helaas is dat om allerlei redenen mislukt. Maar we hebben wel twee jaar langer over ons project gedaan en veel extra geld betaald om tegen de wens van de gemeente in te gaan die hier niet meer dan 30 huishoudens wilde toelaten. Dank zij ons twee-onder-één-kap-concept kunnen er meer mensen met minder geld wonen. We doen echt alles om de buurt te betrekken en zijn zelf er betrokken bij wat rondom ons gebeurt. Een van de pontons is ingericht als gemeenschapsruimte. Daar hebben we al twee keer een groep vluchtelingen opgevangen, maandenlang. Dit is geen elitair project’.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier