Wil je het klimaat redden? Ga dan tuinaanleg studeren

‘Veel jongeren leggen de link tussen ecologie en tuinaanleg nog altijd niet.’ © Debby Termonia
Ann Peuteman

Nu het schooljaar ten einde loopt, moeten duizenden Vlaamse leerlingen beslissen welke richting ze het komende jaar zullen volgen. Tuinbouw nemen de meesten niet eens in overweging. ‘Toch wel vreemd in een tijd waarin zo veel jongeren zich zorgen maken over het klimaat’, klinkt het.

‘Veel mensen denken dat wij alleen maar onkruid wieden en plantjes in de grond steken, maar onze studierichting houdt véél meer in dan dat’, zegt Senne Van Hoeck, leerling in het vijfde jaar tuinaanleg en -beheer in PITO Stabroek. ‘Wij leren bijvoorbeeld ook vijvers aanleggen, bomen knotten en klinkers leggen.’ Samen met de rest van zijn klas mocht hij onlangs ­meewerken aan de aanleg van de tuin van Maai Mei Niet-ambassadrice Elisabeth ­Lucie Baeten. ‘Dat was heel tof’, vertelt hij ­glunderend. ‘Ik heb er vooral uit geleerd dat je niet veel ruimte nodig hebt om een mooie tuin te maken. En natuurlijk was het fijn om alles wat we op school hebben geleerd eens in een echte tuin uit te proberen.’

Fijner dan in de klas zitten

Tuinaanleg en -beheer, een richting in de derde graad van de dubbele finaliteit, zit niet bepaald in de lift. In PITO, een secundaire school die onder meer verschillende land- en tuinbouwopleidingen aanbiedt, telt het vijfde jaar maar zes leerlingen – in vergelijking met de vorige schooljaren is dat niet eens zo weinig. Sommigen hebben al vroeg in hun schoolcarrière voor land- en tuinbouw gekozen, anderen zetten die stap pas aan het begin van het vijfde jaar. Voor Senne Van Hoeck lag de keuze voor de hand, want zijn ouders hebben een ­tuinaannemersbedrijf, waar hij later zelf wil werken. Zijn klasgenoot Lucas Schouwenaar stapte pas in september van biotechnische wetenschappen over naar tuinaanleg en -beheer, en dat blijkt hem prima te bevallen. ‘Nu heb ik veel meer praktijk en ben ik ook vaker buiten. Dat past beter bij mij’, legt hij uit. ‘Het meest geniet ik ervan om met al die tuinbouwmachines te werken en met een tractor te rijden. Dat is veel fijner dan de hele dag in een klas zitten en notities nemen.’

‘Onze leerlingen krijgen ook les over daktuinen, groene gevels, ontharden en waterretentie.’

Dat de opleiding niet vaak wordt gekozen, komt voor een stuk doordat er een rist misvattingen over bestaat. ‘Er wordt zelfs een beetje op neergekeken omdat mensen denken dat er niet veel meer bij komt kijken dan planten, wieden en ­maaien’, zegt leerkracht tuinbouw Koen ­Vanagtmael, die zijn leerlingen groen­beheer en plantenkennis bijbrengt. ‘Tuinbouw schrikt jonge mensen vaak ook af omdat ze ervan overtuigd zijn dat het fysiek heel zwaar is. Maar het is niet meer zoals vroeger. Veel fysieke arbeid werd door machines overgenomen, en er is in de sector ook steeds meer aandacht voor ergonomie.’

‘De komende ­jaren zal de vraag naar tuinaannemers alleen maar toenemen, zeker als ze ook een ecologische reflex hebben.’ © Debby Termonia

Bomen tegen de hitte

In een tijd waarin zo veel jongeren bekommerd zijn om het klimaat, zou de richting heel populair moeten zijn. Vakken zoals tuinaanleg en groenbeheer hebben een belangrijke ecologische component. Leerlingen leren er onder meer dat er veel meer planten bestaan dan het assortiment dat in de meeste tuincentra wordt aangeboden. ‘Ze krijgen les over inheemse geslachten, nectarleveranciers en planten die hittestress aankunnen, maar ook over dak­tuinen, groene gevels, ontharden en waterretentie’, zegt Vanagtmael.

‘De komende jaren zal de vraag naar tuinaannemers alleen maar toenemen, zeker als ze ook een ecologische reflex hebben.’

‘Toch leggen veel jongeren de link tussen ecologie en tuinaanleg nog altijd niet. In het vijfde jaar zit een meisje dat erg geïnteresseerd is in de natuur en het milieu, maar de anderen zijn daar amper mee bezig. Als tuinaannemer kun je op dat vlak nochtans een groot verschil maken. Wanneer elke Vlaming een vierkante meter tuin zou laten verwilderen, krijgen we er in één klap een heleboel ­natuur bij. Om die boodschap bevattelijk te maken voor de leerlingen hebben we meegewerkt aan de aanleg van de tuin van Elisabeth Lucie Baeten in het kader van Maai Mei Niet.’

Grote vraag

Wie tuinaanleg heeft gestudeerd, vindt ook haast altijd meteen werk. ‘De komende ­jaren zal de vraag naar tuinaannemers alleen maar toenemen, zeker als ze ook een ecologische reflex hebben’, zegt Vanagtmael. ‘Niet alleen zijn er almaar meer particulieren die hulp willen om hun tuin te vergroenen en te ontharden, ook veel ­lokale besturen zijn daarmee bezig. Athene wil de komende vijf jaar 25.000 bomen ­aanplanten om de bewoners verkoeling te bieden tijdens de steeds hetere zomers. In de toekomst zullen veel andere steden ­ongetwijfeld dat voorbeeld volgen. Dat wil zeggen dat er veel vraag zal zijn naar mensen met kennis van ecologisch tuinbeheer. Niet alleen om die bomen daadwerkelijk te planten, maar ook om de plannen ervoor uit te tekenen. Er zullen dus mensen nodig zijn die in het secundair onderwijs tuinbouw hebben gevolgd, maar ook bachelors en masters. Onze leerlingen uit de richting tuinaanleg en -beheer kunnen na het zesde jaar meteen aan het werk gaan, maar ze kunnen er ook voor kiezen om verder te studeren.’ Lucas Schouwenaar wil na de middelbare school in elk geval graag nog een bacheloropleiding tuinarchitectuur volgen. ‘Als ik dat diploma op zak heb, zou ik bij een tuinaannemer willen werken of – wie weet – een eigen zaak beginnen. Er is meer dan werk genoeg.’ ●

De voordelen van een klimaattuin: ‘Eén boom heeft het potentieel van tien airco’s’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.