Topeconoom over klimaatverandering: ‘De mensheid heeft altijd al oplossingen gevonden’

De Duitse klimaateconoom Ottmar Edenhofer, maart 2023. © Getty Images

De economische kosten van de klimaatcrisis lopen hoger op dan verwacht, aldus Ottmar Edenhofer. De Duitse klimaateconoom vertelt ons wat hem hoop geeft. En waarom hij mediteert.

Edenhofer voert al jaren campagne voor een consistente en alomvattende koolstoftarifering. Volgens hem is een koolstoftaks de beste manier om de mondiale uitstoot te beteugelen

De nefaste effecten van de klimaatcrisis zijn vandaag voelbaarder dan ooit en komen bijna elke dag in het nieuws: overstromingen, bosbranden, recordhittegolven,… Wat roept dat bij u op, woede of eerder bevestiging?

Ottmar Edenhofer: Voor mij is het een bittere bevestiging en een schok tegelijkertijd. We voorspellen dit al jarenlang en nu voelen we wat het echt betekent om in de wereld van 1,5 graad te leven. Tot mijn verbazing blijkt de economische schade nog omvangrijker dan gedacht. Volgens recente analyses van Amerikaanse collega’s in 2030 al tot 420 dollar per extra ton uitgestoten CO₂. En dat is nog een voorzichtige berekening.

Wat maakt die berekening zo voorzichtig?

Edenhofer: Onze collega’s zijn voorbijgegaan aan het feit dat bepaalde veranderingen onomkeerbaar zijn zodra de aarde een bepaalde temperatuur bereikt. Het verdwijnen van gletsjers of koraalriffen bijvoorbeeld. Als we dit meerekenen, is de schade nog groter. Toch heeft die berekening ook een positieve keerzijde. Als we nu zeker weten dat de opwarming van de aarde ons armer maakt, betekent dit ook dat klimaatbescherming de welvaart veiligstelt.

We moeten een planetair vuilnisophaalsysteem bouwen dat onze rotzooi verzamelt.

Ottmar Edenhofer

Klimaateconoom

Als het daar nog niet te laat voor is. Veel experts verwachten niet dat de doelen van het Klimaatakkoord van Parijs nog gehaald kunnen worden. Bent u het daarmee eens?

Edenhofer: De tijd tikt inderdaad. Ik ga ervan uit dat we de 1,5 graad-doelstelling, om de door ons veroorzaakte klimaatopwarming te beperken tot dit niveau, nog minstens enkele decennia zullen overschrijden. Dat baart me zorgen.

Wat betekent dat voor het klimaatbeleid?

Edenhofer: Ten eerste moeten we meer inspanningen leveren om de uitstoot te verminderen. Ten tweede moeten we massa’s koolstof uit de atmosfeer halen en onschadelijk maken door het bijvoorbeeld ondergronds op te slaan met behulp van zogenaamde CCS-technologie. Eigenlijk betekent dit dat we een soort planetair vuilnisophaalsysteem moeten opzetten dat onze rotzooi verzamelt. De nodige technologieën bestaan, we moeten alleen de juiste omstandigheden creëren om ze te gebruiken. Als dat lukt, kunnen we na jarenlange overschrijding terugkeren naar het pad van 1,5 graad.

Dat is slechts een vage hoop. De burger is in de afgelopen twee jaar steeds minder bereid om opofferingen te maken voor het klimaat. Gelooft u dat een opgelegd klimaatbeleid in staat is om de massa te overtuigen?

Edenhofer: De voorbije jaren leren ons dat er slechts een korte window of opportunity is voor een ambitieus klimaatbeschermingsplan. Het geruststellende is dat we dit tijdvenster wel nog steeds kunnen gebruiken. In 2019 deed de beweging Fridays for Future bewonderenswaardig werk door de kwestie bespreekbaar te maken. Sindsdien hebben de twee grootste democratische blokken beslissende wetten aangenomen. De Europese Unie met de Green Deal en de uitbreiding van het emissiehandelssyssteem bijvoorbeeld. In de Verenigde Staten werd de Inflation Reduction Act aangenomen.

De Inflation Reduction Act (IRA) houdt concreet een subsidie in van 370 miljard dollar voor de uitbreiding van hernieuwbare energie

Edenhofer: Dat waren twee cruciale stappen in de juiste richting.

Maar nu zetten we weer stappen achteruit. Dit jaar rollen er weer honderdduizenden nieuwe dieselauto’s van de band af en vliegen gaskachels als warme broodjes over de toonbank. De AfD, die sterk groeit in delen van Duitsland, ontkent het klimaatprobleem.

Edenhofer: Misschien hebben we de afgelopen maanden te veel over de hinder door het klimaatbeleid gesproken en te weinig over hoe het beleid de economische basis van onze samenleving veilig kan stellen.

Naast gewone burgers beginnen nu ook invloedrijke economen aan deze stelling te twijfelen. Hans-Werner Sinn, bij wie u zelf ooit economie studeerde, stelt het huidige groene beleid van Duitsland in vraag en roept op tot meer samenwerking. Heeft hij ongelijk?

Edenhofer: Sinn heeft een punt, klimaatbescherming is een internationaal probleem. Het idee dat een land in zijn eentje de opwarming van de aarde kan tegenhouden, is inderdaad absurd. Maar Sinn heeft het bij het foute eind als hij zegt dat Duitsland er alleen voor staat. Integendeel, de Green Deal is een gezamenlijk Europees project. Ook de Verenigde Staten investeren massaal in hernieuwbare energie, waterstof en CCS-technologie als onderdeel van de IRA. In Azië is elektromobiliteit, in tegenstelling tot Europa, een booming business. Er is op vlak van internationale samenwerking veel meer gaande dan mijn gewaardeerde leraar wil toegeven.

Kan u een concreet voorbeeld geven?

Edenhofer: De EU heeft aangekondigd dat ze aan haar grenzen een importheffing zal opleggen op fossiele staalproducten en verschillende chemische producten. Sindsdien zijn er in veel landen verbazingwekkende dingen gebeurd. Turkije wil emissiehandelssysteem invoeren en zelfs India denkt na over een CO₂-prijs om het EU-tarief te vermijden. Dit toont aan dat de Europese voorbeeldfunctie werkt.

Zeg dat maar tegen de chemie- en aluminiumfabrikanten die dreigen fabrieken te sluiten vanwege de hoge energieprijzen. Laat het u dan koud dat er meer dan een miljoen banen in energie-intensieve industrieën op het spel staan?

Edenhofer: Helemaal niet. De hoge energieprijs is inderdaad een bijzondere situatie. De druk op de federale regering om tijdelijk te ondersteunen is enorm. Maar het is ook duidelijk dat het klimaatbeleid niet verantwoordelijk is voor de energiecrisis en de verhoogde gasprijzen. De Russische invasie in Oekraïne is de boosdoener. Klimaatbescherming is niet het probleem, maar een deel van de oplossing dat we moeten stimuleren. De prijzen op de wereldwijde termijnmarkten geven aan dat de gas- en elektriciteitsprijzen de komende jaren zullen dalen. Een versnelde uitbreiding van hernieuwbare energiebronnen is duidelijk ingeprijsd.

De Duitse Bondskanselier Olaf Scholz heeft het daarom zelfs over een nieuw economisch wonder.

Edenhofer: Dat is wel erg optimistisch. Volgens mij is het zeer waarschijnlijk dat de toename van wind- en zonne-energie de prijzen zal doen dalen. Maar waarschijnlijk niet overal even sterk. Ik denk niet dat Duitsland Andalusië ooit zal kunnen bijbenen wat betreft de productie van zonne-energie. We moeten daarom kunnen profiteren van de kostenverlagingen die onze Europese partners bereikt hebben.

Hoe kunnen we daar concreet van profiteren?

Edenhofer: De beste strategie is om de Europese energiemarkten en waardeketens nauw met elkaar te verbinden. We moeten niet nationaal denken, maar Europees. Sommige producenten van basismaterialen zullen naar gunstigere locaties verhuizen. Aan de andere kant zullen andere industrieën in dit land profiteren van de goedkopere primaire producten die daar worden geproduceerd. Wat subsidies betreft, moeten we ons minder richten op oude industriële structuren en net zoals de VS meer op strategische toekomstige gebieden, zoals de VS doen met de IRA: Windenergie, waterstof, e-brandstoffen, batterijen, koolstofcaptatie.

De energie-intensieve industrie overhalen om te blijven met tijdelijke staatssteun is een mogelijke oplossing. Wat vindt u daarvan?

Edenhofer: Ik ben daar erg sceptisch over. De industriële elektriciteitsprijs verlagen, vermindert de stimulans voor besparingen en efficiëntie. In plaats daarvan zouden bijvoorbeeld de productiekosten van de aluminiumindustrie tijdelijk gesubsidieerd kunnen worden. De ervaring leert echter dat algemene subsidies snel een permanente oplossing kunnen worden. Ze kosten bovendien veel geld. Geld dat we dringend nodig hebben om particuliere huishoudens te beschermen tegen de gevolgen van stijgende CO₂-prijzen.

Wat heeft u in gedachten?

Edenhofer: Uit enquêtes blijkt dat de bevolking voorstander is van klimaatprogramma’s als de staat de inkomsten uit de CO₂-beprijzing volgens sociale criteria terugbetaalt. Die compensatie is cruciaal voor het vertrouwen in het klimaatbeleid.

Volgens uw voorspellingen zou de CO₂-prijs voor emissies van vervoer en gebouwen in Europa ruim vier tot zes keer hoger moeten zijn dan nu gepland om de werkelijke kosten van de CO₂-uitstoot te compenseren. Dit zou de prijs van een liter diesel met wel 80 cent verhogen. Denkt u echt dat mensen daarin mee zullen gaan?

Edenhofer: Dat kan ik je niet vertellen. Maar als mensen niet bereid zijn om dit te doen, wordt het kiezen tussen pest en cholera: Ofwel schieten de prijzen de hoogte in wanneer de overheid verbrandingsauto’s of gasverwarmingssystemen verbiedt. Ofwel stoppen we de strijd tegen de opwarming van de aarde, met alle desastreuze gevolgen van dien. Het verstandigste is om de mensen vroegtijdig voor te bereiden op een verdere stijging van de CO₂-prijzen.

Miljoenen benzine- en dieselauto’s moeten van de weg worden gehaald. Dat zal alleen gebeuren als benzine geleidelijk aan onbetaalbaar wordt.

De Verenigde Staten doen het anders. In hun klimaatpakket zien ze af van CO₂-heffingen en subsidiëren ze in plaats daarvan de productie van groene energiebronnen, waardoor ze industrie uit Europa aantrekken. Dat creëert ook jobs.

Edenhofer: Ik betwijfel of dit op lange termijn de beste manier is. Om klimaatneutraliteit te bereiken, zouden de VS hun subsidies moeten verdrie- of verviervoudigen. Het is niet genoeg om nieuwe elektrische auto’s in de showrooms te zetten. Miljoenen benzine- en dieselauto’s moeten van de weg worden gehaald. Dat zal alleen gebeuren als benzine geleidelijk aan onbetaalbaar wordt. Op een gegeven moment zullen de Verenigde Staten ook overgaan op CO₂-beprijzing of de klimaatdoelstelling laten varen.

Veel EU-hoofdsteden vrezen dat de VS door de enorme subsidies de komende jaren zo dominant zullen worden in groene technologieën dat Europa het niet meer zal kunnen bijbenen.

Edenhofer: Ik zeg niet dat Europa helemaal geen subsidies zou moeten geven. Maar de EU moet haar subsidies strategisch uitkeren, namelijk aan groene industrieën en research & development. We steken er met kop en schouders bovenuit op het gebied van waterstofoctrooien. Waarom investeren we daar niet meer in? Waarom ondersteunen we batterijtechnologie niet consequenter?

In augustus lag de temperatuur wereldwijd al 1,68 graden boven het maandgemiddelde van voor de industrialisering. Toch lijkt u nog steeds vol vertrouwen? Wat geeft u hoop?

Edenhofer: Ik was aangenaam verrast dat de EU de moed vond om door te gaan met de Green Deal te midden van de oorlog in Oekraïne. En dat de Amerikaanse regering in staat was om de Inflation Reduction Act tot stand te brengen in een moeilijke binnenlandse politieke situatie. Het Westen kan nu samenwerken om klimaatbescherming te bevorderen. Ik hou zelf het hoofd koel door iedere dag een uur te mediteren. Dat lukt alleen door een stap terug te zetten en de chaos van buitenaf te bekijken. Zo kan je beter beslissingen nemen. We moeten hetzelfde doen met klimaatbescherming: een stap naar achter zetten, duidelijke strategische prioriteiten stellen en dan actie ondernemen.

Zullen we er uiteindelijk in slagen de klimaatcrisis onder controle te krijgen?

Edenhofer: Ja. Uit de eeuwenlange menselijke geschiedenis is al eerder gebleken dat we geen opgevers zijn. In noodsituaties hebben we ons nog nooit laten kisten. We hebben altijd al oplossingen gevonden.

Over Edenhofer

– Geboren in 1961

– Directeur van het Potsdam Institute for Climate Impact Research (PIK)

– Leidt het Berlijns Thinktank Mercator Research Institute on Global Commons and Climate Change

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier