River Cleanup gooit het roer om: ‘Beter dan afval uit het water vissen, is voorkomen dat het erin belandt’
Rivieren schoonmaken om oceanen te redden, dat is de missie van de Belgische ngo River Cleanup. Na vijf jaar praktijkervaring in honderd landen gaat het roer om. Preventie en sensibilisering krijgen de hoogste prioriteit.
Iedere dag belandt 1,3 miljoen kilo plasticafval in de oceaan. Een groot deel daarvan stroomt via rivieren in zee. Met die simpele cijfers ligt de missie van de Belgische ngo River Cleanup voor de hand: rivieren schoonmaken om oceanen te redden.
De urgentie is hoog. Het WWF schat de totale hoeveelheid plastiek soep op 350 miljoen ton met al minstens 100 miljoen dode zeedieren en vogels als gevolg. Het duurt 500 tot 1000 jaar vooraleer plastics in de oceaan worden afgebroken. En zelfs daarna blijven ze als microplastics het mariene leven verstoren. Om nog te zwijgen van de menselijke voedselketen.
Thomas de Groote was zich niet bewust van die planetaire dimensies toen hij in 2017 aan zijn eerste cleanup begon, gekleed in hetzelfde Superman-plunje als zijn kinderen. ‘Mijn milieubewuste zus had me uitgedaagd voor een 10 Minutes Challenge’, zegt hij. ‘Opdracht was gedurende tien dagen minstens tien minuten zwerfafval te ruimen en een filmpje op mijn social media posten’. Zijn zus kon het niet vermoeden, maar het ludieke idee kreeg grote gevolgen. ‘Afval lag er altijd al’, vertelt de Groote, ‘maar ineens begon ik het te zien. Altijd, overal, en in veel grotere hoeveelheden dan ik me ooit had gerealiseerd’.
Van drijvende stofzuigers tot afvaldrones
Een idee ontkiemde, in vruchtbare aarde. De Groote, naar Duitsland verhuisd nadat zijn vrouw er een topjob had gekregen, had zichzelf een sabbatsemester voorgeschreven. Zelf had hij voordien niet bepaald stilgezeten: als manager had hij achtereenvolgens in de ziekenhuissector en een private woonzorggroep interne veranderingsprocessen geïnitieerd met het oog op betere klanten- en patiëntenzorg. Om kort te gaan: twee jaar na de openbaring van de 10 Minutes Challenge werd River Cleanup opgericht, een ngo waar zijn ervaring met change management uitstekend van pas zou komen.
De vijfde verjaardag wordt gevierd met klinkende cijfers. Bij acties in 100 verschillende landen hebben zo’n 250.000 vrijwilligers ruim 3,5 miljoen kg afval verzameld, waarvan 2,5 miljoen kg plastics. Het hoofdkwartier in Antwerpen telt intussen elf medewerkers, in Kameroen en Indonesië staan er nog twintig op de payroll.
Een van de grotere operaties speelde zich af in eigen land, meer bepaald aan de oevers van de Vesder en de Ourthe. ‘We zijn onmiddellijk in actie geschoten na de overstromingsramp van 15 juli 2021’, zegt de Groote. ‘Eerst volstond één bus, maar algauw pendelden we meermaals per week met drie bussen vol vrijwilligers. Ik herinner me memorabele taferelen, op een keer vormden we een menselijke ketting om een lading pampers te bergen. We zijn erg volhardend in ons engagement, langs de Ourthe zijn we nog altijd bezig’.
Nog een hoogtepunt: de tewaterlating van de River Skimmer, een soort drijvende stofzuiger die volautomatisch het water van dokken en jachthavens van afval zuivert. Of de lancering van Waste Watchers in oktober 2023, een project waarin River Cleanup met VITO samenwerkt. Burgers speuren met drones de oevers van De Schelde af en sturen de beelden naar de website van River Cleanup die er met behulp van AI een gedetailleerde afvalspreidingskaart uit destilleert. Ideaal om vrijwilligers gericht op pad te sturen.
Meer focus op preventie
Een mooie balans, en toch moet het roer om. Dat vernemen we op het hoofdkwartier in Antwerpen Zuid, een coworking space met lateraal Scheldezicht. Stichter de Groote heeft niet toevallig programmadirecteur Tames Jan Rietdijk erbij gehaald om het punt van de koerswijziging te maken. Rietdijk heeft recent de overstap gemaakt van The Ocean Cleanup, het moonshot-project waarmee de nog altijd piepjonge Nederlandse hemelbestormer Boyan Slat de oceanen wil schoonmaken. Hij heeft er twee jaar gewerkt, nadat hij met zijn expertise in finance en ICT al een interessant parcours had afgelegd.
Rietdijk stond aan de wieg van Climex, een van de vele handelsplatformen voor CO2-emissierechten die na het klimaatprotocol van Kyoto in 1997 het licht zagen. Die nieuwe markt bleef behoorlijk fraudegevoelig, verwijten van greenwashing waren niet van de lucht. Climex, waar Rietdijk over de compliance waakte, is een van de weinige overlevende platformen die alle kritische toetsen heeft doorstaan.
‘Ik heb graag voor The Ocean Cleanup gewerkt’, licht hij zijn overstap toe. ‘Maar ik begon me vragen te stellen bij de focus op een technologische oplossing. Natuurlijk is het nuttig afval uit de oceaan te vissen. Maar het is veel efficiënter om te voorkomen dat het in het water belandt. Door preventie dus, op de plek waar het probleem ontstaat, de rivier. Natuurlijk bestaat er niet zoiets als dé rivier, iedere rivier is anders, zowel de hydrologische eigenschappen als het menselijke ecosysteem dat er aan vasthangt. Het probleem van de plasticsoep vergt een aanpak die tegelijkertijd holistisch en maatwerk is’.
De Groote knikt instemmend. Gedragsverandering, bewustmaking, het zijn instrumenten uit zijn gereedschapskist als procesmanager die hij voor deze missie opnieuw heeft uitgepakt. Hij illustreert de koerswijziging met een pilootproject in Indonesië, aangestuurd vanuit het kantoor in Bandung, hoofdstad van West-Java. De provincie houdt een triest record: de belangrijkste rivier, de Citarum, staat al decennialang bekend als de meest vervuilde waterloop ter wereld. Het probleem is complex. Lozingen met zware metalen en chemicaliën, vooral afkomstig van de textielindustrie, sorteren een verwoestend effect. Tegelijkertijd krijgt Citarum, de slagader van een stroombekken met tal van zijrivieren, een enorme afvalstroom te verwerken.
‘Dat is waar we willen op ingrijpen’, zegt de Groote. ‘We werken in een kleine stad langs een van de voornaamste zijrivieren. Of om preciezer te zijn: ons project situeert zich in een deel van de stad, een wijk met zo’n 20.000 inwoners. Aanvankelijk wilden we de hele stad in onze werking betrekken, maar intussen kiezen we bewust voor die kleinschaligheid. De bedoeling is een aanpak te ontwikkelen die snel resultaten oplevert, en die vervolgens uit te rollen. Langs de Citarum, of elders in Indonesië of waar dan ook ter wereld. Dat hoeven we niet zelf te doen, we geloven sterk in open source. Onze methodes en expertise van intussen al 5307 cleanups zijn beschikbaar voor iedereen die dit probleem wil aanpakken’.
Rivierafval bevat waardevolle grondstoffen
Circulair is een woord dat ze vaak in de mond nemen. Rivierafval bevat zoals alle afval waardevolle grondstoffen. Dat biedt een kans om een verdienmodel voor de lokale economie te ontwikkelen. In scholen en andere publieke plekken worden EcoBins geplaatst, grote containers die op geregelde tijdstippen moeten geledigd worden. De inhoud gaat naar ateliers voor sorteren en recyclage. Zowel de logistieke keten als de recyclage scheppen tewerkstelling.
‘Maar we denken al aan een volgende stap’, zegt Rietdijk die uit zijn ervaring bij Climex put. ‘Impactcredits, te vergelijken met de uitstootrechten voor CO2. Bedrijven uit rijke landen zouden die impacctcredits kunnen kopen om hun eigen afvalproductie te compenseren’. Nog een spoor dat ze verkennen: een kwaliteitslabel voor rivierplastics. ‘Het kost bloed, zweet en tranen om plastic uit rivieren te halen’, zegt de Groot. ‘Op zo’n narratief kun je een label bouwen en een markup realiseren zodat je uit de recyclage meer inkomsten voor de lokale gemeenschap genereert’.
Over inkomsten gesproken. Momenteel komt 70 procent van de financiering van River Cleanup van sponsorende bedrijven, 15 procent van subsidies en nog eens 15 procent van filantropische stichtingen. ‘Maar nu we een kantelpunt staan, zoeken we bijkomende financiering’, zegt de Groote. ‘Dat zal nodig zijn om onze ambities waar te maken’.
Steile ambities: tegen 2050 wil River Cleanup wereldwijd duizend waterlopen plasticvrij maken. Begin er maar aan als je de beelden op hun website bekijkt. Een rivierbedding die bij laag water van oever tot oever met smurrie bedekt is, de foto is niet toevallig in Kameroen genomen. ‘In West-Afrika is het heel erg’, zegt de Groot. ‘Dat heeft ironisch genoeg met economische vooruitgang te maken. Met de koopkracht stijgt de consumptie en wordt het afvalprobleem groter, terwijl er nog onvoldoende infrastructuur bestaat om dat afval te verwerken’.
Jongeren zijn de motor van de mentaliteitswijziging
Toch is het diezelfde fotoreeks waaruit ze hun optimisme puren. Vrijwilligers, vooral scholieren en andere jongeren, kijken breed lachend in de lens. Het is natuurlijk projectie, maar in onze ogen stralen ze een can-do-attitude uit. ‘Jongeren staan centraal in onze werking’, zegt de Groote. ‘Zij worden de motor van de mentaliteitswijziging die essentieel is voor het welslagen van onze missie. We gaan langs in scholen met workshops. Wie opgroeit in een omgeving met veel afval gaat dat als normaal beschouwen. Tegen die trash blindness proberen we in te gaan, onder meer door te wijzen op de minder zichtbare gevolgen van slecht afvalbeheer. Rivierplastics veroorzaken verstoppingen die op hun beurt overstromingen uitlokken. Of stilstaand water, wat een broeihaard is voor ziektes. Maar we praten ook over de samenhang met het klimaatprobleem. Ook jongeren in Indonesië en Kameroen liggen daar wakker van, ze worden trouwens nu al met de gevolgen geconfronteerd.
De tweede stap in die sensibilisering is preventie, aansporen om minder of andere verpakkingen te gebruiken. Tegelijkertijd zetten we inzamelsystemen op met EcoBins en zogenaamde waste banks die ervoor zorgen dat afval dat alsnog de rivier bereikt, toch wordt opgeruimd en gerecycleerd. In dat hele proces is betrokkenheid van de lokale gemeenschap, zeg maar ownership, cruciaal. De kinderen zijn daarbij onze grootste bondgenoten, zij worden de ambassadeurs van River Cleanup’.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier