Oud-VN-klimaatbaas: ‘Maak energiesector CO2-neutraal en je hebt 80 procent van het probleem opgelost’

© Yvo de Boer

Oud-VN-klimaatbaas Yvo de Boer (69) streed op diverse, geheel verschillende plekken tegen klimaatverandering. Hoe kijkt hij vandaag naar het klimaatprobleem?

Yvo de Boer wijst halverwege het interview met priemende vinger naar de cola van de verslaggever. ‘Je bent daar eigenlijk een behoorlijk milieu­onvriendelijk drankje aan het drinken, hè.’ Hij zegt het lachend, maar je voelt hoe serieus hij milieu- en klimaatproblemen neemt. Zelf drinkt hij muntthee.

Klimaat is nu ‘hip’ als carrièrerichting. Maar toen De Boer zich er in 1995 mee ging bezighouden, was dat nog niet zo. In die bijna dertig jaar heeft De Boer een eclectisch carrièrepad doorlopen. Hij was ambtenaar in Nederland, bereikte de absolute top in de internationale klimaatonderhandelingen, zat in het bedrijfsleven en heeft opkomende economieën geholpen te verduurzamen.

Ik vind het prima dat je cola drinkt, maar wil je er alsjeblieft 8 euro voor betalen, want dat zijn de milieukosten

Wat de vraag oproept: als je vanuit zoveel verschillende invalshoeken naar het klimaatprobleem hebt gekeken, waar zie je dan de meeste kansen om het klimaatprobleem op te lossen? ‘Ik ben mij met klimaat gaan bezighouden omdat ik het een fascinerend thema vond. Het was economisch, mondiaal en een ontwikkelingsvraagstuk,’ zegt De Boer in een Haags café. ‘Het was lekker ingewikkeld en daar houd ik van.’

In die ingewikkelde wereld kan het flesje cola op tafel voor iets veel groters staan: een product waarvan de producent ‘externe kosten’ kan afwentelen op de maatschappij en het milieu. ‘Je moet eens kijken wat voor waterproblemen dat veroorzaakt wereldwijd. Ik vind het prima dat je dat drinkt, maar wil je er alsjeblieft 8 euro voor betalen, want dat zijn de milieukosten.’

Betrokken bij de totstandkoming van het eerste serieuze klimaatverdrag

De vele verschillende stappen die De Boer in zijn carrière zette, waren in zekere zin een zoektocht naar een oplossing die hem steeds net ontglipte. Hij begon als ambtenaar in Den Haag. ‘Maar ik merkte dat alle beslissingen in Brussel worden genomen, niet in Den Haag.’

En dus ging hij zich steeds meer richten op de internationale klimaatonderhandelingen namens Nederland. Zo was hij betrokken bij de totstandkoming van het eerste serieuze klimaatverdrag, het Kyoto-protocol in 1997.

Bijna een decennium later, in 2006, werd hij topman van UNFCCC, de VN-klimaatorganisatie die de jaarlijkse klimaattoppen organiseert.

In de jaren daarna bouwde hij toe naar de klimaattop in Kopenhagen in 2009. In het Kyoto-protocol committeerden alle ondertekenaars zich aan het terugbrengen van hun CO2-uitstoot: vooral de rijke landen – de arme landen kregen meer tijd. Maar de Verenigde Staten ratificeerden Kyoto nooit. ‘Zij waren doodsbang dat zij iets zouden doen aan het klimaat en de Chinezen niet en dat ze daarvan economisch nadeel zouden hebben.’

Door het ontbreken van de grootste uitstoter, en het uit de wind houden van landen als China, schoot het met de reductie van CO2 echter niet op. Er was behoefte aan een nieuw groot akkoord dat alle landen tot grotere stappen zou aanzetten. Dat moest in Kopenhagen gaan gebeuren.

‘In het VN-klimaatproces hebben alle landen elk één stem. Amerika heeft één stem, eilandstaat Tuvalu heeft één stem, Niger heeft één stem. En alle beslissingen moeten bij consensus worden genomen.’ Langzaam begon het De Boer te dagen: ‘De belangen zijn onverenigbaar. Daar komt nog eens bij dat er een hoop landen aan tafel zitten die voortdurend bezig zijn zand in de machine te gooien. Dan moet je denken aan landen als Saudi-Arabië en Venezuela, maar tot op zekere hoogte ook China en India.’

‘Kopenhagen’ loopt dan ook uit op een deceptie. Er komt een akkoord, maar dat is veel minder ‘hard’ dan gehoopt. ‘In Kopenhagen is afscheid genomen van juridisch bindende afspraken en is men de vrijwillige weg ingegaan. Dat heeft het enthousiasme verhoogd om een CO2-reductiebod op tafel te leggen. Maar het heeft het ook een stuk makkelijker gemaakt om níet te doen wat je hebt beloofd. Er is geen sanctieregime.’

Ik ben heel optimistisch over het vinden van oplossingen die de vervuilende technologie van vandaag overbodig maken

Een illusie armer stopt De Boer een jaar later bij UNFCCC. ‘Ik was vooral gefrustreerd door het cynisme in het proces.’

Hij besluit tot een carrièreswitch. ‘Ik kreeg toen steeds meer het gevoel: als het bedrijfsleven hier geen heil in ziet, dan gaat er nooit wat gebeuren.’

Hij maakte de overstap naar KPMG, waar hij de wereldwijde klimaatafdeling ging leiden die grote bedrijven moest helpen om te verduurzamen. Het leverde hem de inzichten op over het colaflesje en dat bedrijven neven­effecten van hun bedrijfsprocessen, zoals CO2-uitstoot of watervervuiling, niet zomaar op hun omgeving mogen afwentelen. Het beprijzen daarvan zou eigenlijk een veel grotere omwenteling zijn dan de discussie over het afschaffen van de fossiele subsidies.

Groot deel CO2-emissies afkomstig van landen als China en India

Toch werd De Boer weer rusteloos. ‘Hartstikke goed om hier lekker te dweilen in het Westen, maar intussen staat de kraan in opkomende economieën nog gewoon open.’

Tweederde van de CO2-emissies komt inmiddels van landen die niet zijn aangesloten bij rijkelandenclub OESO, zoals China en India. ‘Bedenk je dan dat de bulk van de economische groei deze eeuw gaat plaatsvinden in Afrika en Azië en dat wij in het Westen maar één succesmodel hebben om die landen voor te houden, en dat is een fossiele economie. Er is geen enkel land welvarend geworden zonder de weg van industrialisatie te bewandelen, en de bijbehorende vervuiling.’

Dus besloot De Boer tot een laatste carrièrewissel. Hij werd hoofd van het Global Green Growth Institute in Zuid-Korea dat zich ontwikkelende landen moest helpen hun groei te verenigen met duurzaamheid.

‘De kern van de oplossing zit niet in minder en sober. Ik zat een keer aan tafel met het hoofd van het Filipijnse Centraal Planbureau. Ik zei tegen hem: nou, je hebt een vijfjarenplan, gefeliciteerd! Wat zou je ervan vinden als ik jou een alternatief plan geef met een hogere economische groei en minder milieudruk? ‘‘Kom maar op,’’ zei hij.’

Maar nadat Yvo de Boer deze laatste stap heeft gezet, moet hij ook hier constateren dat de oplossing hem ontglipt. Voor bedrijven en investeerders is het veel aantrekkelijker om in het Westen te investeren. De (politieke) risico’s zijn hoger in opkomende landen, geld lenen is er daardoor duurder, terwijl de rendementen lager zijn, doordat er vaak nog nauwelijks een middenklasse is om spullen te kopen. ‘Dus je zwemt eigenlijk stroomopwaarts.’

Het verbaast De Boer dan ook dat internationale instanties als de VN, het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank niet een veel actievere rol spelen. ‘Die hebben miljarden, honderdduizenden mensen in dienst, kantoren in elk land en experts op alle mogelijke terreinen. Ik denk dat we die internationale infrastructuur veel beter kunnen benutten.’

‘1,5 graad wordt niet gehaald’

Na 28 jaar klimaatcarrière zegt de Boer: ‘Het is eigenlijk een ontdekkingsreis geweest waarbij het alleen maar ingewikkelder werd, helaas.’ Hoewel hij jaren van zijn leven aan het VN-klimaatproces heeft gewijd, heeft hij er nul vertrouwen in dat de doelen die in 2015 in Parijs zijn afgesproken – minder dan 2 graden opwarming, liefst 1,5 graad – worden gehaald. ‘Ik ben er heilig van overtuigd dat we die 1,5 graad niet gaan halen. En ik ben er heilig van overtuigd dat we die 2 graden ook niet gaan halen. Maar ik ben er ook van overtuigd dat dat een sterke aanjager is om de urgentie te blijven voelen.’

Want ondanks al die tegenvallers, is hij geen cynicus geworden over het klimaat. ‘Dat het ingewikkeld is, wil niet zeggen dat het onoplosbaar is. Maar je moet niet alles in één keer tegelijk willen oplossen. Kijk waar je de grootste klappen kunt maken. Neem de energiesector, die is goed voor 80 procent van alle CO2-emissies. Als je de energiesector CO2-neutraal maakt, heb je 80 procent van het probleem opgelost. Dat is al een stuk overzichtelijker.

‘Er is geen industrieland meer waar klimaat niet boven aan de agenda staat. Ik ben dan ook heel positief over wat er op tal van terreinen gebeurt – van wind- tot zonne-energie, accutechnologie, elektrische auto’s. Ik ben heel optimistisch over het vinden van oplossingen die de vervuilende technologie van vandaag overbodig maken.’

Yvo de Boer (Wenen, 1954)

Studeerde aan de Sociale Academie in Den Haag.

Werd ambtenaar op het Nederlandse ministerie van Volkshuisvesting en later VROM (milieu).

Was van 2006 tot 2010 hoofd van VN-klimaatorganisatie UNFCCC.

Stapte daarna over naar KPMG (tot 2014).

Werd vervolgens hoofd van het Global Green Growth Institute in Zuid-Korea.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier