Nieuwe voorzitter van het VN-klimaatpanel: ‘De wereld vergaat niet met 1,5 graden opwarming’
Jim Skea is al tientallen jaren een van de grootste klimaatalarmisten. De nieuwe voorzitter van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) van de Verenigde Naties waarschuwt voor de verlammende schok die de klimaatopwarming met zich mee kan brengen. Maar toch blijft hij optimistisch. ‘Ik word niet elke ochtend wakker in crisismodus. Het helpt als je nadenkt over wat je eraan kunt doen.’
De natuurkundige James ‘Jim’ Skea (70) is de nieuwe voorzitter van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), een instelling van de Verenigde Naties. Het IPCC, de grootste internationale onderzoekscoöperatie ter wereld, verzamelt de huidige kennis over klimaatverandering en evalueert die vanuit wetenschappelijk perspectief. Skea volgt de Zuid-Koreaan Hoesung Lee op, die sinds 2015 in functie was. Hij doceerde meest recent aan het Centre for Environmental Policy aan het Imperial College in Londen en is coauteur van verschillende IPCC-rapporten, waaronder het speciale rapport over de opwarming van de aarde met 1,5 graden (oktober 2018).
In het Middellandse Zeegebied woeden hittegolven en bosbranden, in de Atlantische Oceaan worden recordtemperaturen gemeten en steden in de Verenigde Staten worden getroffen door zware regenval en overstromingen. Het laatste wereldwijde klimaatrapport voorspelde precies dat soort extreem weer. Kunnen we spreken van een klimaatcatastrofe?
Jim Skea: Toen de eerste rapporten van het IPCC meer dan drie decennia geleden werden gepubliceerd, dachten veel mensen dat klimaatverandering nog ver weg was. Tegenwoordig hoef je alleen maar je tv aan te zetten of uit het raam te kijken om te beseffen wat er aan de hand is. De klimaatverandering is er. We kunnen het niet langer ontkennen. De mens heeft die wereldwijde crisis veroorzaakt en de planeet enorme schade toegebracht. De uitdaging is nu om erger te voorkomen.
Het IPCC bestaat al sinds 1988, toen de opwarming van de aarde nog onder één graad lag ten opzichte van het pre-industriële tijdperk. Vandaag zitten we in de buurt van 1,5 graad. Kan de belangrijkste doelstelling van het klimaatakkoord van Parijs wel nog gerealiseerd worden?
Skea: De grens van 1,5 graad kan tijdens dit decennium een aantal keer overschreden worden, dat is waar. Maar wanneer dat permanent zal gebeuren, weten we niet precies. Het is een zeer symbolische temperatuurdoelstelling. Toch moeten we niet wanhopen en in een shock raken als de 1,5 graden overschreden wordt. Elke maatregel die we nemen om klimaatverandering tegen te gaan, helpt. Klimaatbescherming is altijd kostenefficiënter en beschermt mensen tegen de dramatische gevolgen van de opwarming van de aarde. Dat geldt des te meer nu we de klimaatdoelstelling van Parijs hebben overschreden.
We hebben een volledig nieuwe infrastructuur nodig om klimaatbewuster te leven. Mensen zullen niet overstappen op de fiets als er geen fietspaden zijn.
Voor de radicale klimaatbeweging is die 1,5 graad bijna heilig. Ze zien de wereld afglijden naar chaos als we de doelstelling niet realiseren.
Skea: De wereld vergaat niet als het warmer wordt dan 1,5 graad. Maar het zal wel een gevaarlijkere wereld worden. Landen zullen met veel problemen worstelen, er zullen sociale spanningen zijn. En toch is het geen existentiële bedreiging voor de mensheid. Zelfs met 1,5 graad opwarming zullen we niet uitsterven. In de mondiale klimaatrapporten vatten de betrokken wetenschappers de bevindingen van het onderzoek samen in een soort metastudie: ze voeren zelf geen onderzoeken uit, maar evalueren onderzoeken en classificeren de resultaten. Daarvoor citeren ze tienduizenden publicaties. In een laatste vergadering moeten alle 195 leden van het IPCC formuleringen bespreken, waarbij de wetenschappelijke verklaringen in het rapport niet vervalst mogen worden. Bovendien moet iedereen instemmen met het hele rapport en een samenvatting.
De komende tien jaar zullen beslissend zijn om te bepalen of de wereld de klimaatcrisis nog kan bedwingen. Welke verantwoordelijkheid heeft het IPCC in de strijd tegen de opwarming van de aarde?
Skea: Wij zijn een intergouvernementeel orgaan van de Verenigde Naties. Het is onze taak de feiten over klimaatverandering te verzamelen en voor te leggen aan regeringen, bedrijven en burgers. Ze vormen de basis voor politieke debatten en maatregelen. Het gaat niet langer uitsluitend om de oorzaken van de opwarming van de aarde, maar ook om oplossingen. In het laatste rapport heb ik gewerkt aan hoe we ons kunnen aanpassen aan de opwarming van de aarde en hoe we klimaatschadelijke emissies snel en efficiënt kunnen terugdringen.
Hoe wetenschappelijk objectief kunnen zulke aanbevelingen zijn?
Skea: Het is een moeilijke evenwichtsoefening. Wanneer we aanbevelingen doen, moeten we niet de indruk wekken dat we regeringen vertellen wat ze wel en niet moeten doen. Toch moeten we ervoor zorgen dat regeringen zich bewust zijn van de gevolgen van hun beleid en de mogelijke oplossingen.
Hoe ziet u uw rol als voorzitter van het IPCC? Is die meer gericht op het vinden van manieren om uit de klimaatcrisis te komen dan op het onderzoeken van de oorzaken?
Skea: Ik ben natuurkundige, maar ik heb in het Verenigd Koninkrijk gewerkt in klimaatcommissies en transitiecommissies. Dit heeft veel te maken met praktische implementatie, maar ook met wetenschap. Het gaat om het bereiken van een democratische consensus over hoe we in de toekomst zullen reizen, verwarmen of eten. Daarover wordt onderhandeld door politici, bedrijfsorganisaties en milieu-ngo’s. Daar heb ik geleerd hoe wetenschap wordt vertaald naar politiek. Natuurlijk breng ik die ervaring ook mee naar het IPCC. We moeten onderzoek blijven doen naar de fysische fundamenten, maar ons tegelijkertijd nog meer dan voorheen richten op de oplossingen.
Welke maatregelen hebben het grootste potentieel om de klimaatverandering af te remmen?
Skea: Verreweg het belangrijkst is de uitbreiding van hernieuwbare energiebronnen, die de voor het klimaat schadelijke kolencentrales, gasgestookte verwarming of aardolie in de industrie en het transport vervangen. Hoe zorgvuldig we ons land bewerken en gebruiken bepaalt ook hoeveel broeikasgassen we uitstoten. Op de langere termijn kunnen we waarschijnlijk niet zonder technologische oplossingen zoals de ondergrondse opslag van CO₂. Moeilijker wordt het als het gaat om het veranderen van onze levensstijl. Individueel maatregelen nemen is goed, maar zal niet de grote verandering teweegbrengen op de schaal die nodig is. We hebben een volledig nieuwe infrastructuur nodig om klimaatbewuster te leven. Mensen zullen niet overstappen op de fiets als er geen fietspaden zijn.
Als onderzoekers kunnen we mensen laten zien wat bijvoorbeeld de gevolgen zijn van vleesconsumptie. Dat doet een dokter trouwens ook.
Moraliseren heeft dus weinig zin?
Skea: Geen enkele wetenschapper kan mensen vertellen hoe ze moeten leven of wat ze moeten eten. Maar als onderzoekers kunnen we ze wel laten zien wat bijvoorbeeld de gevolgen zijn van vleesconsumptie. Dat doet een dokter trouwens ook. Ze vertellen hun patiënten niet wat ze moeten doen, maar ze zeggen wel dat te veel vlees eten erg ongezond is. Als mensen het advies van hun arts opvolgen en eten wat gezond voor ze is, zou dat ook goed zijn voor de planeet.
Tot nu toe waren klimaatrapporten meestal verplichte academische lectuur voor deskundigen. Zou het niet zinvol zijn om uw aanbevelingen op een meer realistische manier te formuleren?
Skea: Men zal onderzoek blijven doen naar de oorzaken van klimaatverandering, ook al is het nu onomstreden dat de verbranding van fossiele brandstoffen zoals olie, kolen en gas de opwarming van de aarde veroorzaakt. Maar we weten nog altijd te weinig over de mate waarin individuele menselijke activiteiten verantwoordelijk zijn voor bepaalde gebeurtenissen op de planeet. Voorspellingen voor regionale klimaatverandering moeten ook worden verbeterd. Desalniettemin heb je gelijk: het wordt almaar belangrijker om ons bezig te houden met de mitigatie van en de aanpassing aan klimaatverandering.
Het volgende grote evaluatierapport is gepland voor 2030. Hoe wordt dat voorbereid?
Skea: We moeten binnenkort beslissen welke speciale verslagen we de komende jaren willen produceren. Het gaat om de basis: welke onderwerpen moeten worden behandeld en welke rol moeten de rapporten spelen op de VN-klimaatconferenties? Dat wordt in eerste instantie bepaald door de ongeveer 200 lidstaten. Als voorzitter van het IPCC heb ik daar echter ook iets over te zeggen.
De komende jaren zal het wereldwijde publiek u waarschijnlijk zien als de brenger van slecht nieuws. Bent u persoonlijk bang voor de toekomst?
Skea: Ik ben een optimist, ook al werk ik al 50 jaar aan klimaatverandering. Ik heb geleerd om met die kennis te leven en word niet elke ochtend wakker in crisismodus. Het helpt als je nadenkt over wat je eraan kunt doen. Mensen hebben controle over hun eigen toekomst. We kunnen allemaal beslissingen nemen die onze wereld veiliger en beter maken.
Ondertussen zijn de gevolgen van klimaatverandering zo zichtbaar geworden dat er veel minder behoefte is aan debat dan 20 jaar geleden.
Desondanks blijven multinationals enorme hoeveelheden olie en gas winnen. De CO₂-curve stijgt in plaats van te dalen. Frustreert u dat niet?
Skea: Natuurlijk ben ik gefrustreerd dat we niet sneller vooruit kunnen. Het IPCC heeft heel duidelijk gemaakt dat bedrijven niet alle olie- en gasvoorraden mogen exploiteren die nu worden aangeboord. Een groot deel van de fossiele brandstoffen moet in de grond blijven als we de klimaatdoelstellingen van Parijs willen halen. Maar politici, bedrijven en maatschappelijke organisaties moeten daarover onderhandelen.
Klimaatbescherming is lang uitgesteld en vertraagd. Heeft de stem van het IPCC de afgelopen 35 jaar niet luid genoeg geklonken?
Skea: Het IPCC is een intergouvernementeel orgaan. Onze kracht ligt in het feit dat wetenschap en politiek het uiteindelijk eens zijn over een stand van zaken waar niemand van kan afwijken. Onze rapporten hebben al een enorme invloed gehad op regeringen. Naar aanleiding van het speciale rapport over de 1,5 gradendoelstelling in 2018 besloot het Verenigd Koninkrijk om de uitstoot van het land tegen 2050 tot nul te reduceren. Hetzelfde geldt nu voor de Europese Unie en de Verenigde Staten.
U wilt dus geen politicus worden?
Skea: Als het IPCC politieke eisen stelt, ondermijnt dat zijn autoriteit. Wij zijn onpartijdig en zullen dat blijven.
Ontkenners van klimaatverandering worden steeds luider. Ze vallen het IPCC aan en ontkennen zijn legitimiteit. Wat is uw reactie?
Skea: Ik heb een dikke huid. Natuurlijk worden wij als onderzoekers en het IPCC als instituut door die krachten bekritiseerd, soms met vrij harde woorden. Maar daar kan ik mee omgaan omdat ik het uit mijn dagelijks leven ken. Als lid van het Scottish Transformation Committee ben ik zulke debatten gewend. Politieke geschillen zijn niets nieuws voor mij. We hebben het wetenschappelijke bewijs aan onze kant. Ondertussen zijn de gevolgen van klimaatverandering zo zichtbaar geworden dat er veel minder behoefte is aan debat dan 20 jaar geleden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier