Milieuvriendelijk sterven: verdwijnen we binnenkort in water?

© getty
Trui Engels
Trui Engels Journalist Knack

De Zuid-Afrikaanse aartsbisschop Desmond Tutu koos na zijn dood voor resomatie, waarbij het lichaam oplost in heet water. Is deze meer duurzame wijze van lijkbezorging binnenkort ook mogelijk in Vlaanderen? De uitvaartsector staat alvast niet weigerachtig tegenover de nieuwe techniek, maar het moet wel doordacht gebeuren.

Bij resomeren, ook wel aquamatie of biocrematie genoemd, wordt het lichaam na de dood ontbonden in een hete chemische vloeistof. Daarvoor wordt kalium- en/of natriumhydroxyde gebruikt dat het lichaam op een temperatuur van 100 à 150 graden Celsius in enkele uren tijd tot vloeistof en beenderen herleidt. De beenderen worden daarna vermalen tot een fijn wit poeder, dat door de nabestaanden in een asurne kan worden bewaard.

De techniek wordt nu al gebruikt in Nederland, Canada en delen van de Verenigde Staten. De wetgeving rond lijkbezorging in België is regionale materie. Het Brussel Gewest liet in 2018 al weten dat het resomatie ook wil toelaten om het tekort aan ruimte voor graven op te vangen. En ook Vlaanderen denkt na om de methode eventueel toe te laten als alternatieve wijzen van lijkbezorging.

Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Bart Somers (Open VLD) vroeg aan het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek om zich te buigen over de ethische aspecten van resomatie. Het comité ziet er alvast geen graten in. ‘Resomatie staat technologisch op punt en doorstaat de toetsing met het ethisch kader dat hier wordt gebruikt’, luidt het advies. ‘Op verschillende punten, onder meer milieu-impact, steekt resomatie zelfs gunstig af tegenover crematie en begraven.’

Het comité wijst er ook op dat resomatie net als crematie ’tegemoet kan komen aan de ruimteproblematiek die de klassieke begrafenismethode met zich meebrengt’.

Ecologisch

Resomatie is inderdaad een milieuvriendelijker alternatief voor begraven en crematie. Het begraven van een kist in de grond heeft een impact op de bodemvervuiling door lijm- en verfresten. Een lijkwagen en het vervoer van de grafstenen stoten CO2 uit. Bij het verbranden van stoffelijke overschotten komen ook schadelijke gassen en fijnstof vrij en wordt heel wat energie verbruikt. Volgens de Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek (TNO) verbruikt resomeren zo’n 90 procent minder energie dan een crematie en is er veel minder uitstoot van schadelijke stoffen. Ook komt er geen fijnstof vrij.

Funerba, de federatie van begrafenisondernemers, staat niet afkerig tegen resomatie, op voorwaarde dat het doordacht gebeurt. Zo stelt Johan Dexters van Funebra zich vragen bij het gebruik van de enorme hoeveelheid water, een kostbaar goed. Voor het oplossen van een lichaam is zo’n 300 tot 400 liter water nodig.

Ook de kostprijs van resomatie is niet helemaal duidelijk. ‘Bij resomatie wordt geen kist mee opgelost, maar het lichaam moet wel nog op een of andere manier vervoerd worden. Aangezien het verboden is om een lijkkist twee maal te gebruiken, zal er toch nog steeds een kist moeten worden gehuurd.’

Dexters heeft toch ook nog enkele ethische bedenkingen. Wat gebeurt er bijvoorbeeld met de restvloeistof? In Nederland wordt gedacht om een deel ervan mee te geven aan de nabestaanden, maar ook aan bemesting van akkers of vervaardiging van biogas. ‘Het zal zeker niet de bedoeling zijn dat we de vloeistoffen zomaar eender waar lozen. Veel zal afhankelijk zijn van de investeringen en de verplichtingen om zo ecologisch mogelijk te werken’, aldus Dexters.

Maar spreekt het verdwijnen in water de modale Vlaming eigenlijk wel aan? Of geeft hij toch liever de voorkeur aan vuur of aarde? ‘Er bestaan daar geen onderzoeken over’, weet Dexters. ‘Toen de Brusselse plannen in 2018 wereldnieuws werden, was de reactie van de meeste mensen niet bijster positief. Het oplossen in zuur lag toen bij velen moeilijk omdat het nog te veel deed denken aan de gruwelijke moorden door András Pándy. In het verleden heeft het aanvaardingsproces van crematie ook heel wat voeten in de aarde gehad.’

Humusatie

En wat met een andere mogelijkheid: humusatie of het composteren van een dood lichaam? Daarbij wordt de overledene in een afbreekbaar laken gewikkeld en in een mengsel van houtsnippers, bladeren en compoststarter gelegd, afgedekt met stro. Na enkele maanden is het lichaam verteerd en worden de botten verpulverd om uiteindelijk te komen tot een vruchtbare compost.

Daar is het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek minder enthousiast over. ‘Natuurlijke humusatie komt op dit moment niet in aanmerking om toegelaten te worden als nieuwe vorm van lijkbezorging’, zo staat in het advies. De techniek garandeert niet dat het lichaam binnen een redelijke termijn efficiënt wordt afgebroken, er kan geurhinder zijn, lichaamsvocht kan in het grondwater doorsijpelen.

Een andere techniek is ‘humusatie in gecontroleerde omstandigheden’, waarbij het lijk in een compostvat wordt geplaatst. Die komt volgens het adviescomité ‘in principe in aanmerking om op middellange termijn als vorm van lijkbezorging’ toegelaten te worden. Maar het voegt toe dat ‘de vraag naar humusatie er vandaag vooral een is naar natuurlijke humusatie en dat de humusatie in gecontroleerde omstandigheden niet aan die vraag voldoet’.

‘Er is nog onvoldoende onderzoek gedaan naar de pro’s en contra’s van natuurlijke humusatie,’ zegt ook Dexters, ‘zeker in de bij ons dichtbevolkte regio’s. Hoe zit het bijvoorbeeld met geurhinder? Of een bosrijke omgeving met rondwoelende wilde dieren? Ik vrees dat composteren nog niet voor morgen is. Het aantal crematies neemt bovendien steeds verder toe waardoor begraven meer en meer naar de achtergrond verdwijnt.’

Een alternatief zou kunnen zijn ‘natuurbegraven zonder crematie’. Daarbij wordt een lichaam in biologisch afbreekbare materialen begraven in een meer natuurlijke omgeving dan op het klassieke kerkhof. Er zijn al natuurbegraafplaatsen in Vlaanderen, maar daar gaat het meestal om het begraven of uitstrooien van as na een crematie. In Drongen werd vorig jaar de eerste natuurbegraafplaats geopend waar ook lichamen begraven kunnen worden. ‘Je wordt er letterlijk begraven of uitgestrooid te midden van de natuur’, zo kondigde de stad Gent toen aan. ‘Gedenktekens zijn er niet, maar nabestaanden kunnen wel een vogelhuisje met de naam van de overledene aan een boom hangen.’

Dexters vindt alvast wel dat de uitvaarsector zijn steentje moet bijdragen aan een duurzamere wereld door bijvoorbeeld de bestaande technieken te vergroenen. ‘Bijna 70 procent van de doden in Vlaanderen wordt gecremeerd. Crematoria kunnen dan wel investeren in dure filterinstallaties, maar we moeten ook eens kijken naar wat we precies cremeren. In het Vlaams decreet staat dat er geen leer en plastic mee in de kist mogen, maar wat als een fervente motorrijder als laatste wens heeft om met zijn leren pak gecremeerd te worden? Sommige crematoria zullen dit niet willen weigeren.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier